regels krachtruimte

Krachttraining

AV’23 beschikt over een mooie, uitgebreide krachtruimte met diverse fitness-apparaten.
Krachttraining doe je niet alleen, je bent minstens met twee om elkaar te kunnen helpen of om, in geval van nood, hulp te kunnen inroepen.
Krachttraining doe je in principe in overleg met je trainer/ster. Deze weet welk programma je aankan en wat de beste oefeningen voor jou zijn. In overleg met hen worden ook de (individuele) trainingsmomenten vastgesteld.
Er is een reglement voor het gebruik van het krachthonk dat je hieronder kunt lezen. Voor vragen of opmerkingen kun je terecht bij de Technische Commissie.

 

Reglement voor het gebruik van de krachtruimte

Wie mogen van de krachtruimte gebruik maken?

  1. Het krachthonk mag gebruikt worden door:
    • junioren (minimaal B-junior), onervaren senioren en masters van AV’23, altijd onder begeleiding van een in krachtsport ervaren trainer;
    • ervaren senioren met toestemming van een AB-junioren- of seniorentrainer of de TC;
    • ervaren masters met toestemming van een master/seniorentrainer of de TC.
  2. De atleten die van het krachthonk gebruik maken mogen alleen trainen op een door de trainer geautoriseerd schema. Ervaren senioren en masters kunnen na toestemming van een AB-junioren- of master/seniorentrainer of de TC op eigen schema trainen.
  3. Atleten mogen zonder toestemming van de TC niet alleen trainen. Ze moeten minimaal met z’n tweeën zijn.
  4. Gebruikers van het krachthonk moeten lid zijn van AV’23 en mogen alleen krachttraining doen als ook de reguliere baantrainingen worden gevolgd. Uitzonderingen op deze regel worden door de TC bepaald (bijvoorbeeld in geval van revalidatietraining).

Gebruik van de krachtruimte

  1. Controleer voordat je aan de training begint het materiaal op deugdelijkheid en ruim voor dat je naar het volgende toestel gaat, het gebruikte materiaal deugdelijk op.
  2. Het gebruik van een handdoek op de toestellen is verplicht.
  3. In het krachthonk moeten de atleten zich gedisciplineerd gedragen.
  4. De vluchtwegen moeten worden vrijgehouden.
  5. De laatste die het krachthonk verlaat zorgt er voor en/of controleert dat:
    • de gewichten, schijven etc. zijn opgeruimd;
    • de muziek is uitgeschakeld;
    • de ramen gesloten zijn;
    • het licht uit is;
    • de verwarming uit is;
    • het krachthonk wordt afgesloten.
  6. Schade of vermissing moet onmiddellijk worden gemeld aan de TC.

Overtreding van het reglement
Atleten/gebruikers die het reglement overtreden kan de toegang tot het krachthonk worden ontzegd.