ASO’s – van oude mensen en dingen die voorbij gaan

door Irene van Wijk

Johan komt aan in Medemblik (foto: compri)Elke dag (en nacht) gaat er van alles voorbij. Meestal zonder dat je het opmerkt. Dat is maar goed ook. Want wanneer je het voorbijgaan bewust meemaakt is het meestal niet positief. De kruipende minuten als je wacht in een rij of in een saaie vergadering zit waar iedere malloot wat zeggen mag. De vliegende uurtjes als je net wat belangrijks af wilt maken, of wanneer je iets geweldig leuks doet waar je lang naar hebt uitgekeken. De ellenlange kilometers tijdens een saaie, warme autoreis of opgepropt in een vliegtuig. De snelheid waarmee je helaas weer op de grond staat als je uit een vliegtuig gesprongen bent, met een begeleider en aan een parachute natuurlijk.

Maar het meeste dingen gaan onbewust voorbij.

Zo kon het dus gebeuren dat onze club, toch vooral bekend om haar bloeiende jeugdafdeling, ongemerkt een behoorlijk contingent AO (Actieve Ouderen) rijker werd, die niet alleen oud, maar ook nog eens BS (Behoorlijk Snel) zijn en daardoor tevens ASO (Actieve Scorende Oudere).

Dat is zomaar gebeurd. Eerst waren we nog gemiddelde clubleden die, hoewel getooid met de titel “veteraan” of “master”, zeker niet de meesters van de club waren. We deden ons personal best, niet meer dan dat, en niet anders dan anderen. En de club had maar één onbetwiste ASO: Rietje Dijkman.

Wij deden ons ding. Dát ging niet voorbij. De tijd wel, die verstreek. En van die combinatie wordt je dus ASO. Jonkies, jullie zijn gewaarschuwd! Als je niet op tijd stopt ben je er straks ook een, hoe braaf je ook burgert.

Natuurlijk moeten de S en de O nog wel gedefinieerd worden. Wanneer ben je O? Beschouwd door de 23 minner waarschijnlijk al bij 30. Maar als 60 het nieuwe 50 is, dan dunt de groep weer aardig uit.
En wanneer S je? Met een podiumplaats? Of bij de 1e 10? En als je heel O bent, is serieus meedoen alléén dan al niet voldoende om te S?

Stel O >= 60. Dan oogst je al heel wat AV’ers waaraan heel succesvol vele kilometers voorbijgaan.
Zo is daar Lucas, uit ’47, die gewoon vooraan in het lopersveld van álle deelnemers (jong en oud!) eindigt bij de halve marathon van Amsterdam. Op 28% van de winnaar, daarbij fluitend 10290 langzamer deelnemers achter zich latend.
En Ivo, uit ‘49, die 4e wordt op het NK marathon en trouwens 5e in de totaalklasse van 98 65-plussers.
Om van super ASO Astrid dan nog maar niet te spreken. Als die haar schoenen aantrekt scoort ze zowiezo minimaal top 3. Het is een dame dus haar geboortejaar kan er niet bij (maar over 3 maanden promoveert ze al uit de 60 klasse).

Een geval apart is Johan, uit ‘54. Die liep zo ultra dat Achilles er niet meer tegen kon. Toch trekt ook hij vele kilometers achter zich weg. Op armkracht, in water. En niet kinderachtig hoor: 24 km door de Kromme Rijn, 27 km in zee bij Noord Spanje en kort geleden: 20 km van Stavoren naar Medemblik. Waarmee hij de oudste oversteker ooit is (voor zover bekend bij de lokale oversteekbaas).
Johan is overigens nog steeds AV-lid: want ooit zal Achilles toch wel een keer uitgerust zijn.

Frans, uit ’53, gaat volgend jaar zijn 60+ score zetten, bij de 60 km van Texel. In de tussentijd zwemt hij vrolijk hele stukken met Johan mee.

Dan zijn er nog de ASO’s buiten mijn blikveld waar ik de O en S niet precies van ken. Maar die geheide ASO’s zijn, zoals Peter of Onno.

Onbetwiste koning ASO is natuurlijk Theo, uit ’44. Die liep zijn 1e 60 km van Texel op zijn 60e! Omdat het een leuk idee was. Hij heeft daarnaast, net al veel anderen, gedifersifiseerd: beetje fietsen er bij, stukje zwemmen, soms vlak na elkaar, als triatlon. Bijvoorbeeld in Weesp. Daar heeft hij zich, de laatste 4 jaar, gewoon 13 minuten verbeterd!

Het AV ’23 ASO smaldeel gaat trouwens gouden tijden tegemoet. Zo zijn er vele beloftes in aantocht. Denk maar aan Kees, Ingrid, René, Gabrielle.

En Albert. Een mooi voorbeeld van een taaie aspirant-ASO. Vorig jaar met spoed een zware operatie ondergaan om de volledig verdwenen bescherming rond het ruggenmerg in zijn nek (zal daar toch ook nog wel zo heten) met een plastic hulsje op te lossen. Dit jaar, net weer wat terug in de running (en cycling), tijdens zijn eerste fietstour een scheef paaltje ontmoet. Waarna ik hem terugvond op de intensive care in Den Bosch met een sleutelbeen in drie schots en scheve stukken, 11 breuken in 8 ribben en een klaplong. Dat was in april. In augustus deed hij weer de triatlon in Weesp. Daar gaat Kees straks in de ASO klasse nog een dobber aan hebben.

Kortom: AV begint een succesvolle ASO club te worden.

Mag ik dat allemaal zo zeggen? Ja dat mag ik zeggen.
Ik ben er zelf ook een.