Mooie Martha en de jongens van AV’23

foto boven: estafette NK 1968, vlnr. Mieke Sterk, Corrie Bakker, Truus Hennipman, Martha Klaasen Bos en Miep van Beek, Amsterdam-Ookmeer, augustus 1968

door Guus Mater

Dat het jubileumboek van AV’23 als titel ,,Een eeuw liefde voor atletiek” krijgt, is voor sommigen absoluut geen nieuws. Zeker niet voor de jonge atleten uit 1968. Want toen hing er al veel verliefdheid in de lucht.

Het was het jaar dat de club de poort opende voor vrouwelijke leden. Verzet tegen de ,,instroom” van de atletes van Amstel was er bij de mannenclub niet geweest. Juul Espinosa, Marja van der Kieft en Inge Wunderink konden op warme interesse van de AV’23-junioren rekenen.

Maar de jongens keken wel even op toen er in augustus een stel vrouwelijke toppers op de baan aan het Middenmeerpad verscheen. Die hadden hun eigen trainer meegenomen en bemoeiden zich niet met AV’23. En ze liepen heel hard. Het was de nationale damesselectie voor de 4 x 100 meter ploeg, die zich prepareerde voor de Olympische Spelen in Mexico.

Die snelheid was natuurlijk niet het enige. De ogen van de AV’23-pubers werden getrokken door een lange, blonde verschijning. Niets ten nadele van de andere sprintsters hoor, maar het was vooral Martha Klaasen Bos die de aandacht van de nieuwsgierige knapen trok. Het zat niet alleen in de lucht; zo veel vrouwelijke schoonheid was nog niet op het atletiekbaantje vertoond.

 

Trainer Cees Koppelaar, in het jubileumboek vereeuwigd als icoon, merkte dat zijn groepje ambitieuze middenafstandslopers zich danig liet afleiden. Ze waren er met hun kop niet zo bij. Goed, ze liepen best aardig, maar wat die estafetteloopsters en zeker die blonde op de piste legde, was toch van een andere categorie. Mooie Martha keek niet op, zag die jochies niet staan en richtte zich op de training. Martha wilde naar Mexico. Niet meer dan drie keer moet de estafette op de baan bij AV’23 hebben getraind. Martha haalde Mexico niet. Ze viel buiten de selectie van vijf loopsters, die naar de Spelen mochten.
Nederland deed het in Mexico-City heel goed. In de serie liepen Wilma van den Berg, Mieke Sterk, Truus Hennipman en Corrie Bakker een wereldrecord (43,4), dat enige minuten later door de Verenigde Staten werd geëvenaard. In de finale eindigde het Oranje-kwartet als vierde (opnieuw 43,4). Zelfde tijd als de Sovjet-Unie, dat derde werd. ,,Corrie had een cupmaat groter moeten hebben”, verzuchtten ze telkens als ze elkaar de jaren daarna troffen.

Door een blessure kwam er een vroegtijdig einde aan de atletiekloopbaan van Martha Klaasen Bos. Begin jaren zestig – toen meisjes even lid mochten worden – was ze bij AV’23 begonnen. Die snelheid had ze van nature. Als B-junior had ze het clubrecord verspringen op 5,49 m gebracht (Den Haag, 21 juli 1963). Dat was meteen in de boeken voor de A-junioren en de senioren. Meer dan veertig jaar hield dat record stand.

Vijf jaar na Mexico, op 1 april 1973, werd Martha moeder van een zoon. Een sportieve, knappe jongen. Geen wonder, zul je zeggen. Hij gaat voetballen en blijkt een goede keeper. Hij speelde zelfs als prof bij AZ. Oscar Moens wordt twee keer voor het Nederlands elftal gekozen.

Aan atletiek deed Martha niet meer. Jaren later werkte ze bij de politie en daarna als hypnotherapeute. Als life coach adverteerde ze in het blad van de Vrienden van de Atletiek, een club van oud-atleten. ,,Je wilt veranderen maar weet niet hoe”, was haar wervingstekst. ,,Ontdek de kracht van het onderbewuste.” Toen ze 64 was, vertelde ze nog dat de ze dat werk wel tot haar tachtigste kon blijven doen. Daar kwam het niet van.

Decennia lang zagen de jongens van AV’23 elkaar niet. Als dat in 2016 wel gebeurt, komt als vanzelfsprekend die blondine ter sprake. Ze zijn inmiddels gepensioneerde mannen, maar de begeerlijke, ongenaakbare Martha staat in het collectieve geheugen gebrand. ,,Dat die meid nooit eens in de kantine bleef hangen”, had één van hen wel bedacht. ,, Maar nee. Ze was altijd meteen weg, zeker naar een stomme verloofde bij AAC.” Als haar naam wordt genoemd, wakkert er een vuurtje aan. Al hebben ze met haar nimmer een woord gewisseld.

Het zou mooi zijn haar voor het eeuwfeest van 30 september uit te nodigen, was de gedachte. ,,Martha…”, meldde ze zich aan de telefoon. Onberispelijk Nederlands, geen Amsterdams accent, wel zachte stem. Nee, ze zal er niet bij zijn, vertelde ze. Ze woont in Malaga, Spanje en heeft in november een bezoek aan kinderen en kleinkinderen in Nederland gepland. Ze mailde haar adres en later haar nieuwe Spaanse telefoonnummer. ,,Met plezier denk ik terug aan de eerste atletiekjaren bij AV’23… Zou je de groeten willen overbrengen aan bekenden van toen?”