Noord-Hollandpad, deel 7

door Alex Wijsman

Een paar dagen later staan we weer op het station van Obdam. Het is nog steeds mooi weer en de wandeling vordert redelijk. Het schema hebben we al lang in de prullenbak gegooid, want in het voorjaar eindigen op Texel is niet meer mogelijk. Dan het volgend voorjaar. Waarom ook niet. We houden dan een avontuurlijke tocht met een visserboot op de Waddenzee in het verschiet. Langs de verkoopautomaat van kaartjes gaan we op pad. M’n rugzak, volgestopt met extra proviand, aan de schouders gebonden, zetten we koers in westelijke richting. Een lange asfaltweg gaat op een gegeven moment over in een smal graspad in de richting van een molen. Op dit pad komen twee wandelroutes samen, namelijk ons pad en het Heerhugopad, een streekwandeling van Obdam naar Heerhugowaard. Pal voor de Obdammermolen, een grondzeiler uit 1698 met als functie poldermolen, slaan we af en volgen de Obdammerdijk.

Over een brugje kruisen we de Ringsloot van het Berkmeer en wandelen dan in noordelijke richting. In de berm treffen regelmatig heggenwinde aan, ook wel haagwinde of pispotje genoemd. De plant vraagt een natte tot vochtige, voedselrijke grond waar flink wat zonlicht komt. Nou, dan is er hier geen gebrek aan. De heggenwinde wordt ook wel een hardnekkige onkruid genoemd. Het is maar vind je het mooi of niet. Vervolgens klimmen we over een houten afrastering en volgen een oude dijk. Vroeger was het lagere land allemaal water. De dijk slingert door het landschap en komt ten slotte uit bij een boerenweg. Eerst moeten we nog over het erf van een boer om het asfalt te kunnen betreden. Een alleraardigst slingerend wegje brengt ons in het dorpje Oude-Niedorp. Er is weinig teken van leven te bekennen en een horecagelegenheid is er helemaal niet te vinden. Wel een bordje met de tekst: The Irish Cottage Pub and Restaurant. Het bordje wijst voor ons in de juiste richting.

Dan passeren we het plaatsnaambordje Verlaat, een gehucht gelegen aan het Kanaal Alkmaar-Kolhorn. Je moet er geweest zijn om het te kennen. Bij een bocht in de weg zien we een uithangbord van de Irish Cottage en wat belangrijker is, op het terras is leven te bekennen. Enkele toerfietsers zijn ons voor. Of m’n biologisch ritme er op ingesteld is dat weet ik niet, maar het is wel tijd voor een ‘bakkie koffie’. We ploffen neer op een van de stoelen op het ruime terras. De ambiance is prachtig en aan de achterzijde is ook nog plaats op een terras aan de waterkant. De eigenaar heeft een gevarieerde voorraad Schotse Whisky. Heel erg leuk, maar nu even niet. Op het met zon overgoten terras laten we onze onderdanen even rusten, waarbij de inwendige mens weer op een redelijk niveau wordt gebracht. Ruim een half uur later verlaten we dit landelijk plekje. Een plekje waar we zeker nog eens terugkomen als we in de buurt zijn.

Het parcours leidt ons veelal over grasdijken langs het Kanaal Alkmaar-Kolhorn. In de landerijen treffen we verschillende groentesoorten aan waaronder groene- en boerenkool. De route is schitterend en we genieten van de stilte. Bijna kom je geen sterveling op het pad tegen. Als we een dorpje naderen neemt de bedrijvigheid toe. Langs de kant liggen daar diverse pleziervaartuigen afgemeerd. De senioren genieten van hun oude dag. Ieder op z’n eigen manier. Vervolgens wandelen we langs een bijenhotel. Het is weliswaar geen 5 sterren hotel, maar de metselbijen, één van de 300 soorten wilde bijen, en andere insecten vinden hier een prachtige plek om te nestelen en bloemen om nectar en stuifmeel te verzamelen.

Ter hoogte van het dorpje Lutjewinkel wordt het pad alsmaar moeilijker te betreden. Een met steenslag bedekt pad gaat nog, maar later is het pad overwoekerd met hoog gras, distels en ander plantengroei. Er doorkomen is nu moeilijk, want de plantengroei weet zich goed te gedijen. Een grasmaaier is er niet geweest en het sjokken is begonnen. Dat kan je geen wandelen meer noemen. Maar ach, we komen er toch. Gedurende lange tijd hadden we de kerktoren van de plaats Kolhorn al in het zicht, maar nu naderen we het godshuis met rasse schreden. Over buitenwijken kan je niet spreken en weldra staan we midden in het dorp. Allerlei leuke kleine paadjes geplaveid met baksteen brengt ons bij de brug die de Schrinkkaagpolder van de Wieringerwaardpolder scheidt.

We bevinden ons nu op de grens van oud en nieuw land. Met nieuw bedoel ik het ingepolderde land in de 19e en 20e eeuw. Het knusse vissersdorp van weleer laten we achter ons en het mooie landschap verandert plotsklaps in lange saaie paden en grasdijken. Met lang en saai moet men denken in kilometers. Van die kaarsrechte. Het water van het Waardkanaal is als een spiegel. Geen zuchtje wind die voor rimpels of voor een kleine golfslag zorgt. In de verte komt een plezierboot aangetuft. Het bootje snijdt door het water als een gebakmes door een slagroomtaart. Het water komt even in beweging en daarna trekt het zich terug tot een spiegel. Bij het gehucht Nieuwesluis (zonder R) wordt het water van het Waardkanaal onderbroken door een driehoek van water. Dit stuk water noemt men de Pishoek. Ik kan het ook niet helpen en we volgen een grasdijk met een scherpe bocht naar links, waar schapen de enige levende schepsels zijn. In de verte ontwaren we de watertoren van het dorp Wieringerwaard. Het 51,3 hoge bouwwerk met twee betonnen vlakbodemreservoirs is een opvallend bouwwerk. Op geringe afstand van de watertoren staat de grondzeiler De Hoop. Een molen met de functie van het malen van graan. Even wordt de grasdijk hier onderbroken door een asfaltweg. Daarna betreden we weer een grasdijk. Deze dijk is zo lang dat we het einde van de dijk niet kunnen ontdekken. Op gepaste afstand staat een rij windmolens. Sommige zijn buiten werking, maar een aantal zorgt voor het opwekken van energie.

Regelmatig moeten we over een hek klauteren en we blijven de grasdijk over een schapenpaadje op de kruin van de dijk volgen. Ontelbare schapen kijken schichtig op als wij naderen. We laten de dieren met rust en vervolgen onze weg. Uiteindelijk arriveren we in Oudesluis. Bij een plaatselijke uitspanning plannen we een rustpauze. Het sjokken over de dijken vergt toch wel enige energie. Een half uurtje later zijn we weer op pad en volgen de route in de richting van de plaats Anna Paulowna. Hier onderbreken we de route om de volgende keer de laatste etappe over het vasteland te maken. Daarna volgt de finale op het eiland Texel.