Noord-Hollandpad, deel 8

door Alex Wijsman

Vandaag beginnen we met de laatste etappe van het Noord-Hollandpad op het vasteland van onze provincie. Een volgende keer zullen we de oversteek naar het Waddeneiland Texel maken, om daar de laatste twee etappes van het wandelpad te voltooien. Even voor half elf worden de eerste schreden gezet, nadat een stoptrein van de Nederlandse Spoorwegen ons bij het station Anna Paulowna heeft afgezet. Aldaar moeten we een aansluiting zoeken op het pad die ten zuidwesten van de plaats in noordwestelijke richting loopt. Een kilometers lang, kaarsrecht fietspad brengt ons tenslotte bij het Noordhollandsch Kanaal. En met een kilometers lang fietspad, bedoel ik ook echt een lang fietspad. Langs het pad staan verschillende riante villa’s, maar soms ook een schattig gerenoveerd oud boerderijtje. Een oude met aan de bovenzijde rond uitlopende schoorsteen is het bewijs dat we met een oud Noord-Hollands bouwwerk te maken hebben.

De hemel is blauw. De zon schijnt, maar de temperatuur blijft iets achter. 16 graden is niet slecht. Een heerlijke dag om te wandelen. Aan het eind van de weg ligt een kabelmotorveerpont aan de juiste zijde van het water afgemeerd. Er staat al een auto op de pont en de veerponthouder ziet ons naderen en neemt de tijd om ons met de volgende vaart mee te nemen. Nadat wij de pont hebben betreden laat de veervrouw de slagboom dalen. We betalen onze ticket en dan vaart zij rustig naar de overzijde van het kanaal. Dit is in een mum van tijd geschied en weldra verlaten wij de platbodem. Aan de andere kant staat weer een aantal auto’s te wachten om mee te mogen. Doctorandus P. heeft er ooit een liedje van gemaakt. Een vervelend saai stukje muziek met de woorden ‘heen en weer’.

De markeringen van het pad zijn weer duidelijk zichtbaar en we vervolgen de route. Een leuk interessant parcours brengt ons bij de Noorderhaven, een zorgcentrum voor mensen met een verstandelijke beperking. In een bosrijke omgeving met mooie appartementen wandelen we in de richting van het centrum van Julianadorp. Aan de linkerkant een wetering met daarachter een golfbaan en rechts de nieuwbouwhuizen van Julianadorp wandelen we in noordelijke richting. In de verte zien we de contouren van de marinestad Den Helder opdoemen. Op een gegeven moment slaan we linksaf en kruisen over een bruggetje de eerder genoemde wetering. Eenmaal een hek gepasseerd en we bevinden ons op het terrein van Landalpark Ooghduyne. Op verschillende holes slaan golfspelers een balletje. Een flink mep en het witte balletje suist over het groene laken. Ploft neer in de fairway of rolt langzaam op de green naar de hole. Een leuke bezigheid. Neen, een schitterende sport. Maar je moet wel een goede conditie hebben, tenminste als je het parcours lopend aflegt.

Nog twee bochten en we staan voor een gebouw waar restaurant Fore is gehuisvest. Cisca heeft wel zin om even te rusten, de benen te strekken en een kopje koffie daarbij is niettemin een welkom geschenk. Kortom alle ingrediënten voor een pauze. Dus gaan we naar binnen. Op de eerste etage vinden we het restaurant. We staan plotsklaps in een sfeervolle zaal met allemaal keurige tafeltjes, stoelen en banken. De meeste tafels zijn opgemaakt voor de lunch. Het uitzicht op de golfbaan en op een waterpartij is geweldig. Daarvoor zou je alleen al naar binnen moeten. Normaliter spreek ik zelden over wat er geserveerd wordt, maar de appelcake is hier fantastisch. Een ‘tongstreler’ en een hoogstandje van de kok. De bediening is vriendelijk en voor je het weet draait de klok verder.

Om de extra calorieën te verbranden gaan we weer op pad. We nemen afscheid en hopen beslist hier nog eens terug te komen. Langs bloembollenvelden blijven we in noordelijke richting lopen. De bloemen zijn inmiddels uitgebloeid of gekopt. En verdwalen kan je hier bijna niet. Kraaiachtige vogels pikken zaadjes van het land. In een sloot zwemt een jonge fuut achter z’n ouders aan. Het jong moet flink doorzwemmen om pa en ma bij te houden. Links zien we een hoge smalle duinenrij. Daarachter bevindt zich het strand en de Noordzee. Aan de hemel verschijnen enkele wolken. De meeste zijn hagelwit, maar er bevinden zich ook enkele grijze wolken onder. Van die mooie die Ruysdael met een penseel op het doek wist over te brengen. We naderen de marinestad met rasse schreden. In een wetering peddelen twee kanovaarders. Links in een natuurgebied staan Schotse Hooglanders. Een deel van het natuurgebied ligt onder water. De meeste koeien houden droge poten, maar eentje staat in het water. Ook ligt er een in het water. Of het dier ligt te zonnen of opgaat voor een zwemdiploma, ik weet het niet.

Langs de zuidkant van Den Helder arriveren we bij de jeugdgevangenis Doggershoek. Een hoge muur weerhoudt de bewoner er van om te vluchten. Als het aan Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven ligt zullen er veel gevangenissen in ons land verdwijnen. En misschien behoort Doggershoek daar ook bij. Dan hoeven de bengeltjes niet meer over een muur te klauteren. Een enkelband vindt de Staatssecretaris dan voldoende als straf. Waarschijnlijk eentje ingelegd met robijnen en saffiersteentjes. Zo zie je, het kan altijd nog gekker worden in ons kikkerlandje.

Over smalle paden en door een groengebied met verschillende kazematten en resten van kanonkoepels naderen we het eindpunt van deze etappe. De spoorbaan hebben we al geruime tijd in zicht en in de verte lonkt het station. Als we langs het incheckpoortje lopen vertrekt de trein naar Amsterdam. We zijn één minuutje te laat, maar zien de trein langzaam wegrijden. Om de wachttijd op de volgende trein zinvol te maken stappen we bij een visrestaurant, tegenover het station, naar binnen. Onder het genot van een bakje kibbeling is 29 minuten wachttijd zo voorbij.