We gaan naar Zandvoort

door Irene van Wijk

Zandvoort is de andere kant opGisteren zijn we naar Zandvoort geweest. Dat doen we wel vaker, even naar het strand. Meestal op eigen houtje want dat kan makkelijk. Auto in, stukje rijden, auto uit, strand op, stukje wind tegen, consumptie, stukje wind mee, auto in, naar huis.
Maar deze keer gingen we georganiseerd. En gepland, vóóraf.
 
We gingen in feite gewoon even naar Riche. Toch wisten ze daar een dagvullend programma van te maken. Dat je ’s morgens moet verzamelen in Scheveningen is natuurlijk al een veeg teken. In een ijskoude hut kreeg het hele reisgezelschap een geel hesje. Goed voor het groepsgevoel. Toen stelden ze ons op met de rug naar Zandvoort, wenste de reisleider ons goede reis en werden we afgegolfd (nee jonge moeders, met een g). Weg stoof de hele groep; het balletje achterna. Kuddedieren hè. Het duurde tot het Scheveningse havenhoofd voor we doorhadden dat we de andere kant op moesten. Wel jammer want het liep geweldig, met de noordenwind in de rug.
 
Terug bij af waren we 6,6 kilometer verder en nog geen steek dichter bij Riche. Als troost kregen we koek en zopie. Heel toepasselijk bij een windchill rond -3 (en hoe sneller hoe kouder).
Omdat er nog steeds geen bus klaarstond zijn we maar doorgelopen. Zonder reisleider, maar de route was wel makkelijk. Zee links houden, duinen rechts. En als je het echt niet meer weet zoek je een geel hesje in de verte. Daar moet je heen.
 
Het reisgezelschap had zich toen al goed gemengd met de locale bevolking. Die ons gelukkig nauwelijks opmerkte en gewoon doorging met hun zondagse gewoontes. De zon had er trouwens wel veel uit hun holen gelokt. Ze waren echt overal. Zodat je, op al die kilometers strand, nergens ongezien een sanitaire stop kon maken. Wat, zo kan ik uit ervaring vertellen, knap urgent aan kan voelen.
 
De zee had zich helemaal aan de beloftes gehouden. Mooi en laag. Waardoor het strand er strak bij lag. Dat heeft de organisatie opgelost door er, voor ons uit, een kudde paarden overheen te jagen. Werd het toch nog een beetje cross.
 
Onderweg naar Riche heb je veel tijd. Bijvoorbeeld om je af te vragen waarom het hele strand vol ligt met scheermessen. Vroeger waren die zeldzaam. En waar zijn al die “gewone” schelpen gebleven. Opgegeten door de scheermesbeesten?
 
Een paar uur, wat vriendelijke koek en zopies, en af en toe een behulpzame schuilrug verder daagt in de verte een tent. Vóór Riche (ken je die mop over die mensen die naar Riche gingen?). Doel bereikt. Denk je. Maar om je, na al die kilometers tegenwind, toch met een goed meewindgevoel te laten eindigen heeft de organisatie nog een verrassingslusje ingebouwd. Doel voorbij en dan terug. Pijnlijk maar inderdaad: wel lekker die laatste wind mee.
 
De reis eindigt met het versterkt over het strand omroepen van je naam en je geboortedatum. Zodat alle passanten je een kaartje kunnen sturen op je verjaardag. Of zich een oordeel vormen over de combinatie (moe en blauw) uiterlijk en leeftijd. Of, ’t zal toch niet, denken “ach wat kras nog”. En dan is er een medaille, en nog meer koek en zopie, en een plastic cape tegen de wind, en een bankje om te zitten. Heerlijk.
 
Weet je wat helemaal mooi is? Omdat ze geen bussen nodig hadden voor de reis en ze het eten gratis kregen gaat het hele reisgeld naar een goed doel: SOS Kinderdorpen. Volgend jaar weer. Dus…. als je volgend jaar ook eens naar Zandvoort wilt: zeker doen. En snel inschrijven want er mogen er maar 200 mee. Want ja, zo’n strand is natuurlijk snel vol.