Wegberen

door Irene van Wijk

Er zijn er heel veel. In alle soorten en afmetingen. Iedereen komt ze wel eens tegen, de een iets vaker dan de ander. Je moet er oog voor hebben, dat wel. Niet iedereen ziet ze. Toch zijn ze er, op elk pad en op elke weg.
Je zou denken dat lopers er meer ontmoeten dan thuismussen. Immers, altijd op weg. Maar thuismussen schijnen helderderziend te zijn. Die zien ze al uit het raam. En wel zo veel, dat ze niet eens aan lopen beginnen.

Je snapt het al, het gaat over wegberen. Die hebben vele gedaanten. Bijvoorbeeld de:

Angstbeer hij is er niet maar hij zou elk moment tevoorschijn kunnen komen. En dat is bere-eng.
Slaapbeer zo bang om moe te worden
Aandachtbeer  altijd heerlijk om mee te pronken: kijk eens wat een vreselijke beren ik moet trotseren
Simulatiebeer die is er echt niet maar ja, toon dat maar eens aan
Hypebeer plotselinge explosie van gelijksoortige beren, soms zeer exotisch. Erg fashionable. Sterft vanzelf uit.
Indekbeer geweldig excuus voor falen, wel vooraf inzetten
Excuusbeer echte, of simulatiebeer die schuldig bevonden wordt
Pechbeer je zag hem niet maar je kreeg hem toch
Hypochonder enorme verzameling beren van alle soorten en in alle formaten.

Hoe langer je al rondloopt (en rent) hoe meer tijd je hebt gehad voor beer-encounters. In Amerikaanse natuurparken is het advies daarbij: ga doodliggen. Die beren zien jóu als bedreiging, dus dood is safe.
Die strategie werkt niet bij wegberen. Lamleggen is juist hun doel. Dus daar moet je doen wat de Amerikanen aanraden bij een aanval van een bergleeuw: fight back.
Of negeren, dat kan bij veel soorten natuurlijk ook. Vinden ze helemaal niet leuk.
En, als je het echt nodig hebt, ervan genieten. Lukt vooral goed bij de aandacht- en de simulatiebeer.

Alleen die pechberen, dat zijn lastpakken. Negeren kan lang als de pech maar langzaam genoeg inzet. “Ik loop een beetje te zwalken maar dat komt vast van slaaptekort”. Tot de dokter op de scan een beer ziet die je bij de eerste heftige beweging een hoge dwarslaesie zal knijpen. Dan moet je open om een plastic kokertje tussen je nekwervels te laten zetten. En dan heeft die pechbeer je flink lang uit de running.

Achillespezen. Daar zijn alle soorten wegberen gek op. Die drijven mensen tot curieuze reacties. Op blote voeten lopen bijvoorbeeld, of in rare schoenen (typisch voor hypeberen). Of lamleggen door dezelfde afstanden (tot 27 km!) te gaan zwemmen. Als die beren maar genoeg doorzetten krijgen ze vele gelovigen. Die geloven dat ze niet meer kunnen lopen, en zeker geen lange afstanden.

Pechberen komen trouwens vaak in paren. Vinden ze gezellig. Dus dan ben je net weer in de running, gooien ze een paaltje voor je fiets. Zo hard dat je vrouw je de volgende dag op de intensive care terugvindt met 11 breuken in 8 ribben, 3 breuken in 1 sleutelbeen en 1 klaplong. In Den Bosch off all places. Ook niet echt te negeren.

Wat kies je dan als eerste marathon na jaren berenleed: natuurlijk, de Berenloop. Op Terschelling, bijna het hele eiland rond. Met lekker veel hellinkjes en kans op wind tegen. En heel veel beren. Echte tastbare, net als wegberen ook in allerlei soorten en maten: teddyberen, houtberen, vlagberen, medailleberen, T-shirtberen.

Dat blijkt een geweldige wegberenstrategie. Dus liep Albert vrolijk naar een prima tijd na zoveel pechbeerleed: 3:32. En liep Frans, die de hoop al jaren geleden had opgegeven, lachend de hele berenweg en kwam hij werkelijk stralend over de finish. Toegegeven, sterk gestimuleerd door zijn vasthoudende fietsbeer Johan.
En ik, zonder veel beren tot hier gekomen, liep ook maar mee als die mannen toch gingen. Zonder pretenties want die had ik in september in Den Haag al verbruikt. Ging het tot mijn verrassing beregoed. Nu ben ik de beretrotse eigenaar van een Berenloopbeker en een looptijd die ik eigenlijk niet meer voor mogelijk had gehouden.

Dus heb je last van wegberen, loop ze weg in de Berenloop. Krijg je er een leuk weekend op Terschelling en een beregoede organisatie als bonus bij.