Willibrorduswandelpad deel 3

door Alex Wijsman

Het is al weer een poos geleden dat we de vorige etappe van het Willibrorduswandelpad hebben gewandeld. Door slechte weersomstandigheden was het niet aantrekkelijk om juist dit traject te gaan lopen. Ook de animo ontbrak om over die lange, eindeloze wegen in en rond de Haarlemmermeer te sjokken. Vooral met een flink bries tegen is dat verre van aanlokkelijk. Vandaag wagen we het er op. Toch blijft wandelen heerlijk ontspannend en we komen af en toe op plekjes waar we niet eerder zijn geweest. Na zoveel jaren van rondstruinen blijkt dat nog steeds mogelijk te zijn.

Het station verlaten we via de zuidkant en de eerste kilometers gaan door de stad Haarlem. Het centrum van de stad Haarlem beschikt nog over een flink aantal prachtige statige gebouwen. Een lust voor het oog. Tenminste als je een beetje oog voor architectuur hebt. Op de Grote Markt wordt juist een markt ingericht. Nog even en dan zijn alle kraampjes gevuld met allerlei waar. Langs de St. Bavokerk gaan we op weg naar het Spaarne. Deze waterweg volgen we over vele kilometers. Eerst over een niet al te breed asfaltwegje en daarna over een smal jaagpad. Nu zijn jaagpaden altijd smal, maar we zijn in ieder geval verlost van het verkeer. Zo nu en dan passeert ons een voetganger. Het zal wel een woonbootbewoner zijn die op weg gaat.

Bij houtzaagmolen De Eenhoorn houden wij even de pas in en bewonderen de open onderkant van de molen. Daarna wandelen we weer rustig verder. Op de plek waar het Spaarne de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder raakt vinden we het stoomgemaal Cruquius. De veerpont die de wielrijder en voetganger naar de andere kant van de Ringvaart brengt is nog niet in de vaart. Vanaf 1 april gaat de veerponthouder weer varen. De op zonne-energie aangedreven veerpont zagen we al eerder aan de rechter oever van het Spaarne afgemeerd liggen. Het zijn van die interessante bootjes die mij direct opvallen. Omdat het parcours ons niet naar het Stoomgemaal leidt, blijven we het pad langs de vaart volgen. Ter hoogte van het dorpje Vijfhuizen kruisen we over een brug de waterweg en wandelen langs het kunstfort Vijfhuizen in de richting van Hoofddorp. Op het voormalig Floriade terrein van 2002 is de route moeilijk te volgen. Zowel de routebeschrijving als de markering laat te wensen over. Dit betekent een foutief pad inslaan en zien hoe je er maar uitkomt. Hoe dan ook de hoge Geniedijk houd ik in de gaten en dan kan er niet echt veel misgaan. Bij de IJweg hebben we het parcours weer helemaal onder controle. Waar ik bang voor was, treffen we hier. Een fietspad naast een asfaltweg volgen we voor vele kilometers. Weer zo’n pad die men kaarsrecht kan noemen en waar geen einde aan lijkt te komen. Je zou er een afsluitdijksyndroom van krijgen.

Af en toe op je horloge kijken brengt je niet dichter bij het eindpunt. Maar toch! Als de IJweg de Vijfhuizerweg kruist wordt de asfaltweg een doodlopende weg. Toch zijn er nog genoeg auto’s die er rijden. Het bordje ‘doodlopende weg’ stond er niet voor niets en plotseling staat men voor een hoog hek en bij een ruime parkeerplaats. {quote}je zou er een afsluitdijksyndroom van krijgen{/quote}Achter het hekwerk bevindt zich de Polderbaan van Schiphol. Het wemelt er van de vliegtuigspotters getooid met verrekijker en peperdure camera’s. Het asfaltwegje gaat over in een rijwielpad. Hier zijn we verlost van alle auto’s en wandelen parallel aan de landingsbaan. Ook deze weg mag je gerust lang noemen. En met lang bedoel ik dan ook lang. Heel lang zelfs. Elke paar minuten landt er een vliegtuig op onze luchthaven. Het toestel taxiet vervolgens naar de pier en het volgende vliegtuig is al weer in aantocht. De gezagvoerder van dat toestel heeft de landing al ingezet. Als de wielen, al dan niet met een harde klap, de grond raken stijgt er een wolk van verschroeid rubber achter het toestel op. Een vrachtvliegtuig van Centurion Cargo is het volgende vliegtuig dat langzaam z’n plaats opzoekt om de lading te lossen. Daar vliegtuigen van allerlei maatschappijen Schiphol aandoen hebben we genoeg afleiding. De lange weg lijkt opeens niet meer lang. Achtereenvolgens zie ik een Cityjet van Airfrance en toestellen van Easyjet, Alitalia, Arkefly, Aer Lingus, Lufthansa, British Airways en natuurlijk onze nationale trots KLM de landing in zetten. Voordat we er eigenlijk erg in hebben bereiken we de plaats Zwanenburg en even later het door de Ringvaart gescheiden Halfweg. 

In Halfweg steken we de N200 over en even later kruisen we onder een viaduct de spoorlijn van Amsterdam naar Haarlem. Aan de rand van het dorp staan we voor een oogstrelende grasdijk. Door een klaphekje betreden we het pad. Het gras is tot op enige millimeters gemaaid. Daarentegen is het wel modderig. Ach, we zijn er met ons gore-tex schoeisel goed op voorbereid. Bij elke stap die we plaatsen zakken we enkele centimeters weg in de prut. Het deert ons niet en nemen het ongemak voor lief. Tjonge, wat is het hier mooi en zo tamelijk dichtbij huis. Naast ons zijn tientallen schapen de enige levende schepsels hier. De meeste dieren hebben totaal geen belangstelling in ons en grazen domweg door. Gewoon of we niet bestaan. Aan de overzijde van het Zijkanaal F wordt een snelweg aangelegd. Het pad dat daar naar toe gaat is afgesloten door een onwijs hoog hek. Voor de fietser of voetganger is er geen doorkomen aan. De grasdijk maakt na verloop van tijd een flauwe bocht naar links. Aan het einde van de dijk stuiten we op een oude banpaal. Voor mij was deze paal volkomen onbekend. Aan alle vier de kanten van de paal zien we een gestileerd schild met het wapen van de stad Amsterdam. Het jaartal 1624 pronkt daar onder. Boven op het schild treffen we een kroon met de rijksappel. De rijksappel symboliseert de wereld. Het machtssymbool van menige koning of keizer. Tussen 1342 en 1886 mochten uit Amsterdam verbannen personen zich niet binnen een door banpalen gemarkeerd gebied begeven. Na een lange tijd in de grond onder een boerenerf te hebben gelegen werd de bijna vergeten banpaal opgegraven en in 1954 verplaatst naar de tuin van het Stedelijk Museum en weer later naar het Oosterpark. Daar heeft de paal tot 2006 gestaan. Nu staat de banpaal weer waar hij ooit stond, op de Spaarndammerdijk.

De zon staat hoog aan de hemel. Het is ideaal wandelweer. Vervolgens doorkruisen we het natuurgebied De Groote Braak. Bij het volgend viaduct kruisen we weer de spoorlijn Amsterdam-Haarlem en steken nogmaals de snelweg N200 over. Door een groengebied van stadsdeel Amsterdam-Slotermeer arriveren we bij de Sloterplas. Aldaar spuit een fontein een waterstraal meters hoog. In de wijk Slotervaart heeft de uitzetter van het Willibrorduspad in de regel rustige groene paden en wegen weten te vinden. Met half dichtgeknepen ogen tegen het felle zonlicht lopen we Sloten binnen. Het oude centrum van het voormalige dorp heeft diverse interessante oude panden, waaronder het kleinste politiebureau van Nederland. Het monumentale pand is sedert lange tijd niet meer in gebruik. Voor de deur en het piepkleine celblok met twee doorgeefluiken staat een oude brandmelder. Een bordje ‘politie’ prijkt aan de robuuste voordeur. Ter hoogte van De Molen van Sloten volgen we een pad langs de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Het pad eindigt uiteindelijk bij Het Nieuwe Meer. Aan de noordkant van deze grote plas bevindt zich het Oeverlandenreservaat. Dit is een natuurgebied waar veel soorten weide- en roofvogels zich ophouden. Ook is het een cruisegebied, maar dat heeft niets met ornithologie te maken.

 

wordt vervolgd