De eerste

door Marco groot

Dus een introductie is op z’n plaats: mijn naam is Marco Groot. En verder? 36 en een beetje, man van Sharon, vader van Thomas, bureaubaan, zelden op de baan dus stiekem lid van AV, behoorlijke hardloper, enthousiast snowboarder!?! Je krijgt nooit een tweede kans om een eerste indruk te maken, dus dit moet wel pakken om ook de volgende keer mijn knopje aan te klikken en 5 minuten langer op de WWW van AV te blijven hangen. Van geboorte voetballer, maar na 22 jaar enthousiast achter een bal aan rennen volledig bekeert tot het hardloopdom. Waarom? Voetbal werd gevaarlijker naarmate de gemiddelde leeftijd van het elftal vorderde: een meter bier in de rust was niet ongewoon en om het cafĂ© gevoel iets meer aan te zetten, werd in de kleedkamer het rookgordijn alvast opgetrokken. De derde helft was groot genot voor een ieder die van zijn vrouw geen tijdslimiet had meekregen.

Een letterlijk struikelblok vormde de tegenstander die de avond voor de wedstrijd op t.v. naar de briljante Hans Kraay jr had gekeken met zijn inzichtelijke verhandeling over een rechtsbenige verdediger van Helmond Sport die ook een sliding op links kon maken. Levensgevaarlijk!! Aangezien ik de bierbuikloze draver op het middenveld was met op zolder een oude schoenendoos vol roestende trimloop-herinneringen, heb ik zo’n 4 jaar geleden de kicksen uitgedaan, loopschoenen aangetrokken en sindsdien niet meer uitgedaan. Henk-Jan van der Meer was destijds de trainer die tijdens de eerste kennismaking met het tartan glimlachend constateerde dat ik liep als een verzwaarde voetballer, klaar voor de schouderduw. En zo is het ongeveer gekomen, bang voor de bierbuik, de leeftijdscurve en gemotiveerd door het cynische commentaar van de anders zo vlakke Henk-Jan, werd de loper wakker geschud en de voetballer te ruste gelegd. Tot op de dag van vandaag heb ik daar nog geen spijt van gehad.

Ben ik een goede loper? Nee! Een slechte dan?? Ook niet!, die bestaan trouwens niet, de vraag zou moeten zijn: een snelle of een langzame? Het subjectieve antwoord op die vraag is dat mijn inspanning ruim na onze lokale hardloopheld Adnan Naanaa (die de snelheid van een niet-opgevoerde scooter benaderd) te vinden is, maar ver voor de badstof joggingbroek en fleece trui. Snelheid is voor de meesten van ons slechts relatief aan je eigen laatste en/of beste inspanning. De vraag die daarop volgt is dan of de 80/20- regel geadopteerd moet worden in de trainingsroutine: wil ik die 80% extra inspanning doen om 20% harder lopen en nog net in de stofwolken van de (sub)toppers te mogen lopen? Dat blijft volledig afhankelijk van het momentum van het moment, wat zoveel betekent dat na een loop met een prettig (persoonlijk) resultaat het voornemen aanzwelt om meer tijd te investeren in het bereiken van hogere doelen. Om dat te bereiken moet je je dagelijkse zevensprong verlaten en de tunnel in, heel gefocussed bezig zijn en de verleiding van de bloemetjes langs de weg grotendeels weerstaan. Dakanniknie !! Mijn tunneltjes zijn kort. Dit ben ik bij AV, ongeveer dan.

Ik ga een poging ondernemen om de zin en de onzin van onze veel te weinig besproken sport met enige regelmaat elektronisch te verwoorden, van hartslagmeter tot inlegzool, van Adnan Nana tot badstof broek, alles is bespreekbaar. Als je tot hier bij me bent gebleven is de verwachting dat het volgende keer weer een klik en 5 minuten waard is, iets groter geworden. Tot dan.