Boxmeerdaagse, etappe 2

door Alex Wijsman

Nadat we gisteren de pontjesroute hebben gelopen staat er voor vandaag een loop door de Maasduinen op het programma. Deze route heeft Willem speciaal voor mij op deze dag georganiseerd. Iets waarvoor ik hem bijzonder erkentelijk ben. In de duinen bevindt zich namelijk een zelfbedieningstrekpontje bij Reijnderslooi, die ik vorig jaar tijdens mijn wandeling van Maastricht naar Nijmegen onverhoopt moest laten liggen. De teller kwam gisteren op 44,5 km. Vandaag is het een halve kilometer meer. Dus een marathonloper krijgt daadwerkelijk waar voor z’n geld.

Evenals gisteren wordt het startschot om 09:00 uur gegeven. Nu echter vanuit Boxmeer. Een groep van ongeveer 20 atleten en atletes gaan op pad. Al heel snel ligt het deelnemersveld uit elkaar. Via een begraafplaats verlaten we het dorp en weldra bevinden we ons op een onverhard pad langs enkele maïsvelden. Daarna slaan we een wandelpad in tussen twee akkers. Een pad die door de gemeente Boxmeer niet meer wordt onderhouden. De boer probeert zoveel mogelijk land van het pad bij zijn domein te voegen. Hierdoor is het wandelpad nauwelijks meer begaanbaar. Er bevinden zich diepe kuilen die voor het oog van de passant niet zichtbaar zijn. Iedereen van de groep vindt het mooi, behalve ik. M’n kuitbenen komen steeds in aanraking met brandnetels. Nu kan je je wel inprenten dat brandnetels in de laatste week van de maand juli niet prikken. De waarheid is echter anders. Aan het einde van het pad is iedereen voor mij uit het zicht. Daarna moeten we een pad nemen langs de oever van de Maas. Ook hier bloeien de planten welig. M’n hoofd komt net boven de struiken uit. Ik ben een beetje angstig voor een tekenbeet. Neen, dit is niet wat ik wil.

Bij de veerpont van Sambeek naar Afferden is het grootste deel van de groep al aan de overzijde van de rivier en voor ons uit het zicht. Met z’n zevenen wachten we totdat de veerponthouder voor een nieuwe overvaart vertrekt. Aan de overzijde van de rivier wordt het traject fantastisch tot uitnemend. Nadat we de plaats Afferden zijn doorkruist betreden we een magnifiek natuurgebied. Lichtelijk geaccidenteerd met hier en daar schitterende vennetjes. Kriskras doorkruisen we de zandpaden en de schapenpaadjes. Plotseling gaat een onverhard pad over in een bakstenen weg. In de verte staat onze verzorgingsploeg ons op te wachten. Günter onderneemt een versnelling en ik ga met hem mee. Hardlopen en snelwandelen naast elkaar. Het tempo wordt alsmaar opgeschroefd. We willen niet voor elkaar terugdeinzen. Hij kijkt op het display van z’n ‘garmin’ en constateert een snelheid van 13 km/p.u. Dit is me toch echt teveel en ik laat hem gaan. Ook hij vindt het best. Bij de verzorgingspost kan ik even uitblazen. Cisca ruilt mijn bidon in voor een vol exemplaar. Dit hebben we echt nodig. Daarna gaan we weer gezamenlijk verder. We slaan een bospad in en vervolgen Willem’s uitgestippelde route.

Op een gegeven moment is een pad van onze route afgezet met ijzerdraad. Vijf draden boven elkaar met een tussenruimte van zo’n 20 cm. Met enige inspanning kan je over de draden heenstappen zonder dat je ergens mee in de knel komt. Willem laat ik voelen of het geen schrikdraad is. Op het moment dat vier van ons de overstap hebben gemaakt, ben ik aan de beurt. Voorzichtig rek ik me uit en heb één been over het hek getild. Op hetzelfde moment kruipt Regina tussen de draden door en daarbij duwt ze de bovenste draad iets omhoog om meer ruimte te krijgen. Dit geeft een ‘leuk’ effect. {quote}Regina kruipt tussen de draden door{/quote}Iets waar ik niet echt blij mee ben. Ach, het gebeurde per ongeluk en er was geen opzet in het spel. Even later gaan we gezamenlijk door. Vijf van ons rennen over de onverharde paden. Willem en ik houden het in wandeltempo goed bij. Aan het eind van het afgezette natuurgebied moeten we weer over een hek klimmen. Dit hek is afgezet met prikkeldraad. Nu wacht ik tot Regina er overheen is geklommen. Daarna volg ik. Een heel verstandige beslissing, vind ik. Kilometer na kilometer ploeteren we door de ongerepte natuur. Heel erg mooi. Af en toe komen we een wandelaar op ons pad tegen.

Vervolgens struinen we door een zandverstuiving. Een flink uitgestrekt gebied waarbij de regen van gisteren ons een makkelijkere doorgang verleent. Het zand is niet zo mul, maar zo nu en dan zakken we toch nog tot onze enkels weg. Boven op een heuvel hebben we een prachtig uitzicht. De zandbak eindigt bij het plassengebied Reijnderslooi, ontstaan door zandafgravingen. Om aan de overzijde van de plas te komen moeten we gebruiken maken van het eerder genoemde zelfbedieningspontje. Vroeger heb ik als eens gemeld dat dit soort pontjes altijd aan de overzijde van het water liggen. Nu is dit ook het geval. Meestal moet je een flinke inspanning doen om het veer naar je toe te trekken. Nu doen twee jeugdige kerels het. Samen met Jos en Jacques nemen wij hun taak over en trekken het bootje naar de overzijde. Dit doen we door voortdurend aan een stalen draad te trekken. Het bootje komt dan langzaam in beweging en we zorgen er voor dat het pontje blijft varen.

Aan de overzijde nemen we afscheid van de twee mannen die weer met ons zijn teruggevaren en we vervolgen onze route. We blijven geruime tijd de rand van de plas volgen. Aan het eind van het natuurgebied treffen we weer onze verzorgingsploeg. Ze staan op voor mij verrassende plekken ons op te wachten. We maken van de gelegenheid gebruik om iets te eten en te drinken. De ene keer krijgen we een lekker puddinkje en de andere keer een bekertje met vla. Ja, dat heeft een sporter nodig. Gelaafd gaan we telkens op pad. Goed drinken is een voorwaarde, want het is nog steeds warm. Uiteindelijk komen we in de plaats Bergen. We maken hier met de veerpont een oversteek naar de plaats Vierlingsbeek en gaan voor de laatste 12 km. Dit traject gaat praktisch alleen over onverharde paden. Paden met aan beide zijden maïs. De struiken groeien ver boven onze hoofden uit. Uiteindelijk naderen we de plaats Sambeek. Hier nemen we een korte pauze en kopen bij een cafetaria een overheerlijk ijsje. Lopend verorberen we de lekkernij. Of het goed is of niet, het is in ieder geval lekker. Even later draaien we de plaats Boxmeer binnen en in de verte zien we het finishdoek hangen. Dit betekent dat de tweede marathon een feit is. Eigenlijk hebben we nu al 90 km op de teller staan in plaats van de geijkte 84,390 km.