Bram van der Jagt (18) trainer van de junioren D2

Trainer van de maand augustus 2017
door Monique Admiraal

Hij werd dit jaar vierde van Nederland bij de junioren-A2 op de 400 meter, maar is ook een uitstekend meerkamper. Nu geniet Bram van de vakantie en neemt hij een tussenjaar (zonder school) om na te denken over wat hij verder zal gaan doen. In ieder geval wil hij volgend jaar meer trainingen gaan geven.

Hoe lang ben je al trainer?
“Ik ben nu bijna vier jaar trainer. Ik werd door Joost Cosman gevraagd om trainer te worden. Ik zei ‘ja’ omdat ik hiermee de club ook een handje kan helpen. Ik ben begonnen met training geven bij de pupillen en ben na een jaar verder gegaan bij de groep van Nick van der Heide. Hij is de hoofdtrainer en heeft een opzet gemaakt voor de trainingen die in een jaar (en hierop volgende jaren) gegeven moeten worden, we volgen hierbij de leerlijnen. Nick is afgestudeerd Mensendieck therapeut en heeft veel verstand van het menselijk lichaam, hij let veel op de houding en de beweging van de atleten. Als iemand geblesseerd is, kan hij meteen helpen. Ik geef vooral training op de onderdelen, hier vullen we elkaar goed aan.”

Hoe omschrijf jij jezelf als trainer?
“Ik ben meer een sfeermaker dan een heel serieuze trainer. Ik ben niet streng, ik vind het leuk om met de kinderen bezig te zijn en te zien dat ze vooruit gaan. Voor een groep staan vind ik geen probleem. Je leert zelf ook van training geven, als je uitlegt hoe iets moet ga je hier weer goed over nadenken. De leeftijdsgroep vind ik leuk, de atleten beginnen te puberen. Ik vind het stiekem best grappig als ze brutaal zijn, dan kan ik dat beetje terug doen. Een grapje moet kunnen, maar als je traint en bezig bent, dan moet het goed. Je kan bij atletiek een goede mix maken van serieus bezig zijn en plezier hebben. Als ik zelf train dan ben ik ook zo met mijn vrienden Julian Record en Johnny van Schooneveld.”

Wat zijn je sterke kanten?
– Bram is bescheiden, maar is een sterke meerkamper. Hij heeft een prachtige techniek en kan dit voor de verschillende onderdelen goed overbrengen op zijn atleten. –
“Het is leuk om de atleten de verschillende technische onderdelen te leren en daar richt ik mij op in de trainingen. Een tijdje geleden gingen we met de groep kogelslingeren. Dat is wel een beetje lastig, omdat ik dit onderdeel niet echt beheers. Dan is het een uitdaging om zelf uit te gaan proberen hoe het moet.”

Wat is je eigen beste onderdeel?
– Bram heeft veel clubrecords op zijn naam staan. Te beginnen bij de clubrecords op de estafettes, de 4×40 meter bij de pupillen-C en -B, vervolgens een 4×800 meter record bij de junioren-C, een record op de Zweedse estafette en de 4×200 meter bij de junioren-A en tot slot twee knappe estafetterecords bij de senioren. Bij de 4×100 meter zetten Bram, Jon Schouwenaar, Rutger Bien en Elvis Afrifa afgelopen jaar een toptijd neer van 41,22 seconden. Op de 4×400 meter werd op dezelfde dag door Bram, Jon, Rutger en Alain van der Tol een nieuw clubrecord binnen gehaald: 3:16,36 seconden.
Het meest trots is Bram op zijn individuele prestaties. Bij de junioren-B staat op de 400 meter een record van 51,50 seconden (outdoor) en 49,99 seconden (indoor). Op de 400 meter horden heeft hij bij de A-junioren een clubrecord van 55,43 seconden en op de 1000 meter (indoor) staat nog een record met een tijd van 2:46,97 seconden. Doel is dit jaar bij de A-junioren het record op de 400 meter van Marcel Korff uit 1982 te verbreken (49,57 seconden). Hij heeft nog twee wedstrijden gepland waarbij hij dit kan proberen……. –
“Er was een moment dat ik atletiek even niet zo leuk meer vond. Ik was altijd een goede atleet, maar toen ik C-junior was ging iedereen mij voorbij, ik was niet meer zo goed als eerst. Ik wilde niet stoppen, maar als het niet goed gaat, dan is er minder aan. Ik was kleiner dan de rest, het maakt op die leeftijd ook uit wanneer je jarig bent (Bram is jarig in oktober). De atleten die in het begin van het jaar jarig zijn hebben toch een zeker voordeel. Ik weet nog dat mijn trainer Theo Danes tegen me zei dat hij zeker wist dat als ik zou gaan groeien, dat ik hoog zou kunnen scoren op NK’s (of iets in die trant). Het gaf wel moed. Bij de junioren B ging het ineens weer beter en rende ik een snelle tijd op de 400 meter in Den Haag.” – Uiteindelijk kwam het helemaal goed, Bram is nu 1.86 meter. –
“Mijn sterkste onderdeel is de 400 meter, maar ik vind de meerkamp leuker om te doen. Je doet alles, het is afwisselender. Om een echt goede meerkamper te worden zou ik wel een paar onderdelen moeten verbeteren. Met Theo ga ik oefenen op het polsstokhoogspringen.

Bijzondere atletiekervaring?
“Ik heb meerdere mooie atletiekervaringen: Op de NK (Nederlandse Kampioenschappen) heb ik twee bronzen medailles gewonnen. Op de 400 meter werd ik bij de A2-junioren derde. Vorig jaar stond ik samen met Johnny op het podium bij de hink-stap-sprong. Hij was eerste, ik was derde. Verder werd ik op verschillende NK’s drie keer vierde, net geen prijs, maar toch ben ik tevreden. De estafettes die wij liepen met ons AV’23-team waren ook hele mooie ervaringen.
Verder deed ik samen met Julian een keer mee met de junioren-C Interland in Almelo. We kwamen voor Nederland uit op de hink-stap-sprong. Het was een wedstrijd tussen Nederland en Westfalen en ondanks dat wij niet wonnen met de hink-stap-sprong, won ons team wel. Het zou een droom zijn om een keer naar de EK (Europese Kampioenschappen) of een ander groot toernooi te mogen gaan. Je moet bij de EK op de 400 meter onder de 46 seconden kunnen lopen als senior.”

Leukste wedstrijd om aan deel te nemen?
“Er zijn verschillende leuke wedstrijden: De NK junioren is leuk, omdat daar altijd de besten komen. De competitie met het AV’23 team is mooi, we zaten afgelopen jaar in de hoogste divisie. En natuurlijk de clubkampioenschappen bij AV’23. Iedereen doet mee en het is gezellig. Mijn vrienden en ik maken onderling veel grappen op zo’n dag.”

Favoriete eten?
“Pasta-pesto van mijn vader, omdat het met liefde gemaakt is. De dag voor de wedstrijd eet ik meestal iets als pasta, op de wedstrijddag eet ik vaak bananen en broodjes met pindakaas. Johnny, die voeding en diëtetiek studeert, heeft een keer een dieet voor mij gemaakt dat ik twee weken heb gevolgd voorafgaand aan de wedstrijd op het NK. Het dieet bevatte weinig vet, ik voelde mij wat frisser en gezonder, maar misschien zat dat ook wel in mijn hoofd. Uiteindelijk werd ik toen vierde, maar ik denk achteraf niet dat het dieet heel veel invloed heeft gehad op mijn presteren. Ik was na het dieet wel iets lichter geworden. Normaal hou ik erg van snoepen en dat had ik twee weken niet gedaan.”

Andere hobby’s behalve atletiek?
“Voetbal, dat heb ik een beetje van mijn vader, hij speelde vroeger in het eerste van AFC. Zelf heb ik ook gevoetbald, maar het was op een gegeven moment niet meer te combineren met atletiek. Ik vind het leuk om met mijn vrienden te voetballen, mijn schoolvrienden doen allemaal aan voetbal. Ik volg Ajax en ik ga af en toe in het stadion kijken.
Mijn ouders zijn sportief, ze komen bij bijna iedere atletiekwedstrijd kijken, maar hebben zelf nooit aan atletiek gedaan. Ze vinden het heel leuk dat ik het doe, zijn ook actief bij AV’23 en houden zich bezig met de instroom van nieuwe leden. Nu tennissen mijn ouders, dat ik heb zelf ook een half jaartje gedaan, maar dat is niet mijn sport. Op het Sint Nicolaas Lyceum zat ik in de sportklas, het is een hele leuke school, ik heb het daar erg naar mijn zin gehad.”

Waar denk je aan bij de maand augustus?
“Niet zoveel in het bijzonder. Ja, in augustus ben je vaak vrij, vakantie.”
– Bram heeft net zijn eindexamen HAVO gehaald. Hij had zich ingeschreven bij de Johan Cruijff academie, maar besloot toch eerst een tussenjaar te nemen om goed na te denken over wat hij wil. Hij is met schoolvrienden op vakantie geweest naar Mallorca en geniet van zijn vrije tijd. Plan is eerst een jaar te gaan werken en sparen en daarna goed gemotiveerd aan een volgende opleiding beginnen. –

Heb je een verbeterpunt of tip voor AV’23?
“In het interview door Dirk Visser (2013) zei ik dat ik zou willen dat er bij AV’23 meer wedstrijden zouden zijn. Ik heb geprobeerd samen met anderen een wedstrijd te organiseren, maar er komt zoveel bij kijken. Het kost geld, je moet van alles regelen, je hebt voldoende vrijwilligers nodig, het blijkt lastiger dan vooraf gedacht. Ynze Strikwerda heeft zich enorm ingezet voor het organiseren van wedstrijden. Bij AV’23 hebben we de wedstrijden van de pupillen- en juniorencompetitie. De finale van de junioren-B finale is een paar jaar geleden door ons georganiseerd, dat was geweldig. Nu is er ook het ABC-baancircuit, dat heeft Ynze heel goed gedaan. Als ik al het geld van de wereld zou hebben, dan zou ik het krachthonk opknappen. Ze zijn er wel mee bezig om dit beter te maken. Verder heb ik geen verbeterpunten, ik ben heel blij hier bij AV’23.”

Ik geef het stokje door aan….
“Stella de Kruif, trainer bij de pupillen. Zij was mijn eerste trainer en heeft mij enthousiast gemaakt voor atletiek. Heel eerlijk weet ik niet meer zoveel van de trainingen van vroeger, maar het was zeker leuk bij haar. Ze was een tijdje gestopt, maar nu is ze weer trainer. Ik ben benieuwd hoe het met haar gaat en wat ze allemaal doet.”