Daphne Willems (21) en Elja Mantel (16) trainers van de maand februari 2018

door Monique Admiraal

Zij werden allebei lid van AV’23 in hun zesde levensjaar. Daphne een ervaren trainer en Elja ook al twee jaar bezig. Beiden zijn gedreven trainers en atleten met veel betrokkenheid voor de club. De trainingen zijn doordacht en goed voorbereid. Iedereen kan van elkaar leren, zo trainde Elja ooit bij Daphne en voelt zij nu zelf hoe het is als je voor zo’n groep staat.

Hoe lang ben je al trainer?
Daphne: “Ik ben begonnen op mijn veertiende met de opleiding om trainer te worden, dus al bijna acht jaar. Nick van der Heide en ik mochten meelopen met Anna Goede. Het was echt gestoord, we waren maar één jaar ouder dan de D1-junioren aan wie wij training gaven.
Elja: “Ik ben nu twee jaar trainer, maar het voelt eigenlijk veel korter. Het eerste jaar liep ik samen met Eva Dijkstra mee als assistent-trainer bij Joran Angevaare. Hij heeft ons goed opgeleid, hij liet ons veel zelf uitproberen en doen. Het tweede jaar kwamen we bij de A2-pupillen met als hoofdtrainer Titus, die later in het jaar op reis ging naar Ghana. In die periode heb ik echt veel geleerd, want toen moesten we opeens alles zelf regelen.”
Daphne: “Je moet er een beetje in groeien en er aan wennen dat je voor een groep staat met minstens twintig kinderen, die soms maar een jaar jonger zijn dan jijzelf. Als er weinig leeftijdsverschil tussen zit, kan dat lastig zijn.”
-Kregen jullie feedback van de hoofdtrainer?-
Elja: “Ja, Joran vroeg na afloop altijd of het goed gegaan was en hij gaf tips, dat was wel heel fijn. Daphne: “Anna gaf tijdens en achteraf tips. Het was ook fijn dat ik het samen met Nick deed, dan heb je het er later met z’n tweeën nog over.”

Studie/school
Daphne: “Ik zit in het tweede jaar van de Hogere Hotelschool in Den Haag. Ik woon daar in een huis met drie andere meiden. Nee, ik kan mij niet voorstellen om naar een andere atletiekvereniging over te stappen en ben bij AV’23 gebleven. Elk weekend kom ik naar huis om training te geven.”
Elja: “Ik zit op het Cygnus Gymnasium in de vijfde klas. Ik weet echt nog niet wat ik wil gaan studeren. Wel een bèta richting, misschien tandheelkunde, geneeskunde of scheikunde. Dat is nu veel open dagen bezoeken….”
Wat kenmerkt jouw training en wat is je sterkste kant?
Daphne: “Het is belangrijk om een goede band te krijgen met de kinderen. Een beetje dollen met elkaar en tegelijkertijd een goede lijn te houden qua training zodat ze gemotiveerd sporten. Het moet gezellig zijn, dat we kunnen lachen met elkaar, maar we willen ook serieus zijn en doelgericht kunnen werken aan verbetering.”
Elja: “Ik wil zien dat de kinderen het leuk vinden, anders vind ik het zelf niet leuk. Mijn sterke kanten? Dat vind ik echt moeilijk om te zeggen. Ik ben denk ik wel lief en grappig en ik kan soms ook wel een beetje streng zijn. Ik voel me soms als een soort grote zus voor de kinderen.”
Daphne: “Mijn kracht is dat ik kan omgaan met alle soorten kinderen/mensen en met iedereen kan communiceren. Dat heb ik geleerd in mijn schooltijd. Ik zat in de Bijlmer op school, ging van MBO naar HBO, ik heb te maken gehad met mensen op ieder niveau.”
Elja: “Juist als een kind niet goed luistert, probeer ik contact te krijgen, zodat ze weer verder gaan met trainen, dat het kind het leuk blijft vinden. Een ‘lastig’ kind, vind ik wel een uitdaging.”

Eigen beste onderdeel

Daphne: “Discuswerpen, mijn verste worp is 34,99 meter.”
Daphne heeft meerdere clubrecords op de estafette met haar teams met elke keer een andere samenstelling (meisjes pupillen C en B en de junioren D en C). Er staat ook een clubrecord kogelslingeren op haar naam bij de meisjes junioren C: 24,91 meter.
Elja: “Ik heb nooit echt serieus voor één onderdeel getraind. Als ik iets moet aangeven, dan ben ik het beste in de sprint- en springonderdelen.”
-Wat vinden jullie leuker, zelf trainen of training geven?-
Daphne: “Zelf trainen, maar dat gaat nu wel lastig met mijn school in Den Haag.”
Elja: “Het ligt heel dicht bij elkaar, ik vind het allebei erg leuk om te doen.”

Daphne, tweede van links (met beker) en vriendinnen met trainer Bas Mulder in 2005

Bijzondere atletiekervaring?
Daphne: “Ik heb een niet erg leuke atletiekervaring: Ik had een paar jaar geleden bij het NK een kans op een podiumplek, maar bij aanvang was ik vergeten een handtekening te zetten. Toen mocht ik niet naar de call-room en mocht ik niet meer meedoen. Het was de eerste keer dat ik mijn vader zag huilen in het openbaar, omdat hij zo teleurgesteld was. Ik had er zo hard voor getraind en was het allemaal voor niets geweest.”
Elja: “Een echt bijzondere atletiekervaring vind ik moeilijk om te bedenken, maar wel vond ik het vorig jaar heel leuk dat ik mee mocht als begeleider op het pupillenkamp. Ik gaf toen namelijk nog maar heel kort training en toch werd ik meegevraagd. Het kamp was een super gezellige en leerzame ervaring.”

Elja te midden van een groep pupillen bij de NK Amstelveen 2017

Leukste atletiekwedstrijd?
De dames zijn eensgezind; de competitie!
Elja: “Als club voel je je één. Het is een heel gezellige dag, je bent met elkaar, de kinderen, de trainers en de ouders, dat schept een band. Eigenlijk ben ik zelf liever niet zo individualistisch bezig, ben ik misschien meer een teamsporter. Ik vind het leuker als je samen iets doet of wilt bereiken.”
Daphne: “Ik vind het zelf wel leuk om individueel bezig te zijn of te presteren. Maar bij de competitie is er altijd een extra goede sfeer. De NK Estafette in Amstelveen is ook zo’n wedstrijd waar iedereen elkaar aanmoedigt en je er met je team en als club samen voor gaat.”

Andere hobby’s behalve atletiek?
Daphne: “Ik hou erg van lekker eten en drinken. Ik zit op de Hotelschool, daar hoort dat bij. Verder ga ik graag op wintersportvakantie, ik beleef veel plezier aan snowboarden, vroeger deed ik aan skiën.”
Elja: “Ik speel gitaar, de laatste tijd wat minder door de drukte op school, maar ik ben altijd al veel bezig met muziek, zowel muziek maken als luisteren. Verder hou ik van koken en lees ik graag en veel, maar het voelt nu wat minder als een hobby, omdat ik voor school zoveel moet lezen.”

Heb je een verbeterpunt of tip voor AV’23?
Elja: “Ik vind het jammer dat het materialenhok nog steeds zo’n troep is. De kast is gebouwd en die is heel mooi, maar nog steeds ligt alles door elkaar. We zouden sowieso beter met ons materiaal moeten omgaan.”
Daphne: “Het is al vaker gezegd in de andere interviews. De samenwerking tussen de trainers zou beter kunnen. We moeten van elkaar willen leren.”

Wil je nog iets kwijt?
Daphne: “Ik ben heel erg dankbaar voor de trainers die mij hebben opgeleid, dat ik zoveel van hen heb kunnen leren. En ik ben ook dankbaar dat ik met zoveel leuke mensen samen training heb gegeven.”
Elja: “Jij hebt mij training gegeven. Ik besefte nooit dat een trainer zoveel moeite doet voor de training, qua voorbereiding en organisatie, totdat ik het zelf ging doen. Hoe vond je onze groep?”
Daphne: “Jullie waren een hele fijne groep en het was heel leuk om aan jullie training te geven. Jammer dat de groep nu zo uit elkaar gevallen is en dat jullie verspreid zijn onder verschillende trainers.” Elja: “Ik vind dat ook heel erg jammer, we hebben geen eigen groep meer. Je wordt als junior soort van ‘gedwongen’ om een keuze te maken voor een bepaalde specialisatie en om een keuze te maken of je wedstrijdatleet wordt of recreatief wilt trainen. Dan haken veel kinderen af, dat is niet goed. Atleten zouden hier beter in begeleid moeten worden.”
Elja en Daphne zijn het er over eens dat dit ook een verbeterpunt is voor de club. AV’23 verliest leden in de periode dat pupillen overgaan naar de junioren. De trainingen veranderen, er moeten keuzes gemaakt worden, kinderen beginnen te puberen, er is druk vanuit school, de motivatie valt weg en lidmaatschappen worden opgezegd. Iets waar aan gewerkt moet worden.

Wij geven het stokje door aan…. 
Elja: “Giel Ritmeijer. Het is bijzonder dat hij ieder jaar aan een nieuwe groep training geeft. Hij is een goede trainer, is duidelijk, leuk, grappig en speels naar de kinderen toe. Ik ben benieuwd wat hij gaat vertellen en wil graag meer van hem weten.”
Daphne: “Hij is mijn beste vriend, ik sluit mij bij Elja aan.”