De droom van Joost Cosman: AV ‘23 de atletiekvereniging met de grootste jeugdafdeling van het land

door Dirk Visser

Ter gelegenheid van het 90-jarig jubileum maakte oud-bestuurslid Dirk Visser, jarenlang journalist bij het ANP, 19+23 interviews van AV ’23-ers: huidige toppers, aanstormend talent, toppers van toen, trainers, (oud-)bestuursleden; een niet geheel willekeurige selectie uit de meer dan 600 leden en oud-leden.

Joost, 9 jaar

“Het is al een hele tijd mijn droom”, zegt Joost Cosman, coördinator van de jeugdtrainers, “dat AV ’23 de atletiekvereniging met de grootste jeugdafdeling van het land wordt. Dat duurt niet zo lang meer. Want, schrik niet, per 1 oktober stromen er mogelijk 108 nieuwe jeugdleden in. En dat zonder reclame; alleen maar mond op mond. In september had AV ’23 al 399 jeugdleden op in totaal circa 600 leden.

Training geven is het allerleukste wat er is naast zelf trainen”, zegt Joost, die de A2 pupillen onder zijn hoede heeft. “Als kind vond ik het fantastisch om veel te bewegen. Met mijn trainingen wil ik het mogelijk maken dat kinderen zelf ervaren wat ik leuk vond. Daarom moet de training superleuk zijn zodat de kinderen hier blijven. Op een gegeven moment kon ik leiding geven aan andere trainers. Ook daar heb ik plezier in. Ik ben heel trots op ons team van jeugdtrainers.

Mensen vergeten vaak dat het een hele verantwoordelijkheid is om training te geven. Je staat voor de groep in weer en wind, in de sneeuw of als de zon schijnt, terwijl vrienden op het terras zitten of gaan barbecuën. Aankomende week nemen enkele trainers afscheid van hun groep. Ik hoop dat de kinderen en ouders even de tijd nemen om de helden te bedanken voor alle trainingen.

Die honderd mogelijke instromers kunnen we wel kwijt. We beginnen op woensdagmiddag eerder; dat is mogelijk voor basisschoolleerlingen. Omdat er een gat in de organisatie ontstaat, spring ik in. Ik zal iets meer training geven. Op zaterdag zullen ze samen trainen met reeds bestaande groepen. Iedere zaterdag tussen tien uur en kwart over twee zullen er op elk moment ongeveer 150 kinderen op de baan in beweging zijn. Dat wordt prachtig om te zien!

Wat wij, in tegenstelling tot sommige andere atletiekverenigingen, niet doen is structureel de jongens en meisjes te scheiden. Door dat wel te doen zou je kleinere groepen krijgen, maar het mooie van atletiek is dat je echt alles samen doet. Dat jongens en meisjes samen trainen, heeft een meerwaarde.

Niet iedereen blijft bij AV ‘23. Voor de voetbal- en hockeyclubs is het handig als kinderen eerst op atletiek hebben gezeten. Die lopen dan veel makkelijker; dat nemen ze hun hele leven mee. Je kunt zeggen dat dankzij AV ’23 en andere atletiekverenigingen het algemene sportniveau in Amsterdam omhoog is gegaan. De eerste Olympisch kampioen die bij de jeugd van AV ’23 heeft gezeten, zal waarschijnlijk eerder goud winnen met hockey of schaatsen dan op de 100 m sprint.

Zelf heb ik op een behoorlijk niveau op meegedaan op de onderdelen hinkstapsprong, verspringen en sprint. Op het NK voor junioren en dat voor studenten deed ik hinkstapsprong. Ook heb ik eens in een vol FBK-stadion in Hengelo gesport. Wist jij dat ik een wereldrecord heb gehad?” (Interviewer, heel verbaasd: Jij?) “Ja, een jaar of tien geleden was ik studentenkampioen achteruit lopen. Dat record stond op naam van een Italiaan die al vijf jaar hiermee bezig was. Hij was boos toen ik zijn record verbrak. Het is nu in handen van een Duitser, die allerlei gekke records op zijn naam heeft.

Mijn snelste tijd op de 400 m achteruitlopen was 1.16. Als er es een kind met een grote mond in mijn groep zit, dan daag ik hem (meestal is het een jongen) uit: ‘Jij loopt vooruit, ik achteruit. Versla me maar.’ Het lukt ze niet.

Kinderen zitten tegenwoordig vaak thuis met hun playstation, televisie of op facebook. Dat noem ik hun gouden kooi. Ze spelen niet meer op straat, klimmen niet meer in bomen en spelen geen verstoppertje meer. Daarom wil ik de vrije tijd van kinderen een impuls geven. Hun tijd bij AV ’23 moet een beleving worden. Je moet de vraag stellen: Wat vinden kinderen leuk? Fantaseren, samenwerken, doelen halen. Net als in een ijscowinkel heb ik een hele lijst van smaken. De een vindt dit erg lekker, de ander dat. Het is op training belangrijk dat al die ‘smaken’ aan bod komen zodat de kinderen al fantaserend aan atletiek doen en in een flow terechtkomen.

Op de training van teamsporten zie je vaak dat trainers het team proberen klaar te stomen voor de wedstrijd op zaterdag of zondag. Ze moeten wel winnen. De gymleraar heeft als doel dat de kinderen iets leren: een koprol, volleybal of ringzwaaien. Ze moeten wel iets leren. Daarentegen is mijn uitgangspunt: training moet leuk zijn; dan gaat het ook beter met de prestaties. Kinderen moeten plezier hebben in bewegen. Daar springt AV ’23 op in. Als ik op zaterag naar de baan fiets, zie ik bij een voetbalclub de ouders schreeuwen en veel kinderen stilstaan. Bij AV ’23 is dat anders. We doen spelletjes en iedereen is in beweging. Kinderen doen bij atletiek wat ze leuk vinden en niet wat ze moeten doen.”

Joost Cosman (31) is sinds vijf jaar coördinator van de jeugdtrainers. Hij is al 23 jaar lid van AV ’23. Hij studeerde aan de Pabo in Utrecht en vrije-tijdsmanagement aan de Hogeschool Holland in Diemen. Steeds meer mensen hebben steeds meer vrije tijd. De bedoeling is die zo aangenaam mogelijk in te vullen. Kortgeleden heeft hij zijn tv-toestel eruit gegooid. “Ik keek vooral naar onzinnige programma’s. Die tijd kan ik op een leukere manier besteden.”