Job Geerds (17)

door Monique Admiraal

Hij is een natuurtalent op spring- en looponderdelen. Als klein jongetje stond hij al op het podium met allerlei wedstrijden en kon hij ook goed crossen. Sinds zijn groeispurt is hij weer in de top van Nederland op de onderdelen 110 meter horden, 400 meter en hink-stap-sprong. Hij studeert ‘Sociaal juridische dienstverlening’ aan de Hogeschool van Amsterdam, maar eigenlijk zou hij het liefst professioneel atleet worden. Gedreven, positief, open en heel aardig, hieronder het verhaal van A-junior Job Geerds.

Hoe lang ben je al lid en bij wie train je?

“Vanaf mijn zesde denk ik, toen ik er net op mocht in ieder geval. Mijn eerste trainer was Joost Cosman. Ik vond atletiek meteen heel erg leuk en wilde ook aan alle wedstrijden meedoen. Ik train nu bij Sylvester Tanoh en één keer in de week train ik indoor, regiotraining specifiek voor hordelopen. De trainer is Marita van Zwol. Zij was vroeger de trainer van oud hordeloper Gregory Sedoc en is ook bondscoach geweest. Zij kon op een gegeven moment kiezen of zij training wilde geven op Papendal of de regiotraining wilde geven. Zij koos voor het laatste waar zij jong talent kan ontdekken en trainen. De trainingen zijn bedoeld voor de junioren, van elke leeftijdscategorie doen er een paar mee. De training is één keer in de week in Osdorp in de Ookmeerhal. In de zomer trainen we op de baan bij AAC, maar dat is minder vaak. Afgelopen zomer heb ik niet meegedaan, omdat ik moest leren voor mijn HAVO eindexamen en het niet uitkwam met mijn trainingsschema van Sylvester.

Bij Sylvester train ik alle dagen behalve woensdag. We hebben op maandag en zondag training met de groep, dinsdag en donderdag krachttraining en op vrijdag specialisatietraining (horden, verspringen en hink-stap-sprong). Eigenlijk vind ik de verdeling in de week niet echt goed. Van de krachttraining word ik bijvoorbeeld niet zo moe. Het zou beter zijn als het meer zou afwisselen, maar daar is niet zoveel aan te doen, het moet ook passen in het schema van Sylvester.”

-Welke training vind je het leukste?- “De specialisatietraining met Sylvester en de training bij Marita, omdat ik daarbij echt kan trainen op horden.”

-Hoe word je beter?- “Door juist te trainen. In de winter trainen we veel kracht. In de zomer heb ik daar profijt van, want dan voel ik dat ik sterker en sneller ben geworden. Maar dat komt ook omdat ik de laatste tijd heel hard ben gegroeid.”

Groei

“Toen ik jong was, was ik vrij groot voor mijn leeftijd. Maar toen de anderen gingen groeien, stond ik stil. De laatste twee jaar ben ik ineens heel hard gaan groeien en lang geworden (1.92 meter). De schoolarts had voorspeld dat ik 1.81 meter zou worden, dus ik ben blij dat dat niet klopte. Mede door mijn lengte heb ik nu goede prestaties, maar ik heb ook veel blessures en die hebben vaak te maken met mijn groeischijven. Nu heb ik al een tijd een peesontsteking bij mijn bil. Het gaat wel beter, maar het is nog niet weg.”

Beste onderdeel en andere onderdelen

-Job heeft het clubrecord hoogspringen bij de B-pupillen: 1.30 meter. Bij de D-junioren heeft hij het indoorrecord op de 60 meter horden (9.55 sec). Bij de B-junioren heeft hij het clubrecord op de 400 meter (50,88 sec). Indoor bij de B-junioren staan het clubrecord op de 60 meter horden (8.26 sec) en verspringen (5,96 meter) op zijn naam. Het estafette-team van de B-junioren behaalde in 2018 twee clubrecords op de 4×200 meter en de 4×400 meter, waarbij Job derde loper was.-

“Mijn beste onderdelen zijn de 400 meter en hordelopen. Ik vind zelf nog steeds dat ik beter ben in horden, maar op nationaal niveau ben ik op de 400 meter beter. Op dit moment zijn er veel goede hordelopers in mijn categorie, waardoor het lastiger is om te winnen. De limiet op hordelopen voor de EK-junioren onder twintig op de 110 meter horden lag dit jaar op 14,25 seconden. Ik heb nu 14,72 seconden gelopen, dus ik hoop dat ik dat de aankomende jaren nog ga halen. Op de 400 meter is de limiet voor mij veel moeilijker om te gaan halen. Afgelopen jaar heb ik meegedaan met het seniorenteam van AV’23 en waren we bij die competitiewedstrijd achtste geworden. Toen heb ik ook mijn PR gelopen (50,88 sec).

Ik was vroeger wel goed in meerkamp, maar ik kan niet goed werpen. Misschien zou ik discus nog het beste kunnen. Hoogspringen heb ik al heel lang niet getraind, dat zou ik eigenlijk wel weer eens willen gaan doen. Bij de afgelopen clubkampioenschappen sprong ik zonder oefening 1,70 meter. Ik moest helaas stoppen vanwege me blessure, maar denk dat ik nog hoger kon komen. Vroeger was ik ook goed in cross, ik ben als pupil een keer Nederlands kampioen geweest. Nu kan ik het niet meer! Ik denk dat ik veel explosiever ben geworden, mijn kuiten verzuren na een langere afstand lopen. Ik moet van Sylvester af en toe crosswedstrijden gaan doen. Vorig jaar heb ik meegedaan aan een 4 km cross, het ging eigenlijk beter dan verwacht.”

 

Job bij de Nationale D-spelen in het Olympisch Stadion in 2014 (foto: Ed Turk)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Andere beoefende sporten en sport in de familie

“Ik stond al een paar jaar op de wachtlijst bij AFC IJburg en toen ik mocht voetballen, ben ik atletiek en voetbal naast elkaar gaan doen. Op een gegeven moment kwam ik met voetbal op best een hoog niveau. Toen vond ik het een beetje te serieus worden, want ik wilde voetbal vooral voor de lol doen. Rond mij dertiende-veertiende jaar ben ik gestopt met voetbal en ben ik volledig voor atletiek gegaan, want dat nam ik wel heel serieus.

Ik heb een kleine familie, mijn moeder loopt hard voor zichzelf en heeft een tijdje bij Robin Willems met de oudergroep getraind. Ze wil gewoon fit blijven.”

School/studie/beroep

“Ik heb op de OSB (Open Schoolgemeenschap Bijlmer) gezeten en vorig jaar mijn HAVO diploma gehaald. Het is goed aan die school dat de brugklas twee jaar duurt en dat je met kinderen van alle niveaus in de klas zit, dan leer je ook met iedereen goed om te gaan. Op zich was het wel een leuke school, maar ik vind school sowieso niet zo leuk. Je kunt op de OSB de sportklas doen, maar dat heb ik niet gedaan.

Nu studeer ik ‘Sociaal juridische dienstverlening’ aan de Hogeschool van Amsterdam. Mijn doel is mijn propedeuse halen en volgend jaar naar de Universiteit te gaan. Ik vind HBO al heel erg op werken gericht en ik wil liever meer de diepte of het onderzoek in gaan. Ik ga nog naar open dagen toe om te kijken welke Universitaire studie bij mij past. Het liefst een studie aan de UvA of aan de VU, want dat is dichtbij. Het is moeilijk om te bedenken welk beroep ik later zou willen gaan uitoefenen. De juridische kant is wel een optie, want dat vind ik interessant. Maar het liefst zou ik professioneel atleet worden en dan trainen bij een goede trainer, misschien deels op Papendal en hopelijk nog bij Sylvester.”

-Hoe ben je eigenlijk bij Marita van Zwol gekomen?- “De club kreeg een mail met de vraag of ik bij haar wilde trainen. De training geeft ze trouwens samen met de Nederlands recordhouder Robin Korving.” (Hij rende de 110 meter horden in 13,15 seconden.)

Bijzondere atletiekervaring

“Dat was toen ik voor het eerst naar een internationale wedstrijd mocht: de Ruhr Games in Duitsland. Ik ging samen met Diede Mieras, hij deed speer en ik mocht deelnemen aan de 80 meter horden. Het was niet zomaar een wedstrijd, je moest er ook een limiet voor halen. Ik vond het heel leuk dat we reisgeld meekregen en dat er voor ons een oranje pakket was met een Nederlandse pet. Uiteindelijk had ik geen medaille gehaald, maar ik was wel in de finale gekomen.”

Leukste wedstrijd

“De NK Indoor in Apeldoorn. Ik heb daar bijna elk jaar aan meegedaan. Het is een grote wedstrijd en er doen altijd veel kinderen mee. Wat ik mooi vind, is dat je beneden in de callroom moet wachten tot jouw onderdeel begint. Als het dan zover is, moet je een trap op en daarna sta je in het grote stadion. Ik voel de druk en dat is goed voor mij, want dan presteer ik beter.

Ik heb pas één keer outdoor aan een officieel NK meegedaan. Dat was bij de B-junioren in 2018, ook met een callroom en alles. Een half uur voordat je start, wordt gecontroleerd of alles in orde is. Als je in de callroom moet wachten, zie je de tijden van de anderen al op het bord verschijnen. Voor mij was dat toen heel handig, want ik liep in de laatste serie en wist precies hoe hard ik moest lopen om in de finale van de 110 meter horden te komen.

In 2019 deed ik ook mee met de NK outdoor, maar helaas moest ik uitstappen vanwege mijn blessure. Komend jaar kan ik als A-junior deelnemen. Dan wordt het wel iets moeilijker, want de hoogte van de horden gaat naar 99 cm. Bij de senioren wordt het nog hoger (106.7 cm).”

Vrijwilligerswerk

“Af en toe help ik bij een wedstrijd. Laatst nog bij de Middenmeerloop, daar had ik geholpen met opbouwen. Vorig jaar had ik geholpen bij een hardloopwedstrijd in de IJhallen. In de toekomst lijkt het mij op zich wel leuk om training te geven aan gemotiveerde atleten, of misschien specialisatietraining geven.”

Favoriete TV programma

“Ik kijk niet veel TV. Vorig jaar had ik met mijn moeder naar expeditie Robinson gekeken, omdat Gregory Sedoc meedeed. Dit jaar doen er geen atleten mee, maar ik volg de afleveringen wel. Vroeger keek ik veel naar DisneyXD. Op Netflix kijk ik soms series, bijvoorbeeld ‘Prisonbreak’. Eigenlijk ga ik liever naar buiten met mijn vrienden.”

Andere hobby’s behalve atletiek

“Vroeger had ik heel veel hobby’s en deed ik alles, als het maar met bewegen te maken had. Buiten spelen, skaten, basketbal, allerlei sporten. Ik heb bij vlagen dat ik iets heel leuk vind. Trampoline springen vond ik ook een tijdje erg leuk, maar daar ben ik mee gestopt in verband met mijn blessure. Op wintersport ga ik snowboarden, maar dat is maar één keer per jaar. Ik heb een aantal jaar keyboard gespeeld, dat doe ik nog steeds zo af en toe.”

Lois de la Mar, atleet van de maand december

“Ze is ook A-junior en ze is heel goed in 800 meter lopen. Ze is een van de weinige echt gemotiveerde meisjes in mijn groep. Volgens mij traint ze net zoveel als ik. Ze is een aardig meisje.”