Lonsdale gothics verstoren 10.000m

door André Roukema

Vanmiddag raakte ik in een hilarische situatie terecht, nou ja, hilarisch, het had anders af kunnen lopen.

Om me voor te bereiden op de Middenmeerloop had ik vandaag een 10,000m test op de baan op het programma staan, een goede stap op de weg terug na een lange ziekteperiode na Egmond. Toen ik op de baan aankwam bleek er een groep van zo’n vijftien Gothics rond te hangen bij de polsbak. Tsja, dacht ik, dat heb je nu eenmaal bij het beleid van het stadsdeel om het sportpark zo open mogelijk te houden. Ik besloot gewoon te beginnen, trok mijn gloednieuwe wedstrijdschoentjes aan en startte. Bij de eerste passage van de groep snoof ik een duidelijke hasjlucht op, maar nog steeds viel dit ruim binnen mijn liberale opvattingen, al had ik wel wat medelijden met de zeer bleke, hologige, hooguit zestienjarige wannabe satanisten (ik moest meteen denken aan dat schitterende onderdeel van ‘Daar vliegen de panters’ over gothics).

Dat veranderde de volgende ronde, want toen zag ik pas dat een deel van de groep op en onder de kussenbak zat en de volgende ronden zag ik steeds meer dingen die me niet bevielen: ze sprongen op de bak, rukten aan de palen en leken zelfs de bak aan het demonteren te zijn. Dit plaatste mij voor een duivels dilemma: inmiddels was ik 2000m onderweg en het ging best lekker, maar ik kon natuurlijk niet toestaan dat de accomodatie van mijn cluppie werd gesloopt. Ik besloot het niet meer te pikken, maar wel door te lopen, dus bij de volgende passage schreeuwde ik ze toe, dat ik alles had gezien, dat ik lid was van de club en dat ik alle schade zou rapporteren. Zouden ze geloven dat er camera’s in de kantine hingen, ik besloot het er niet op te wagen. Ernstig verstoord keken de Gothics op. Eigenlijk dacht ik altijd dat Gothics schattig en onschuldig waren, maar waren dit misschien Lonsdalers in Gothic kleding?
De twee volgende ronden werden de destructieve activiteiten zowaar gestaakt en het springkussen schoven ze zelfs terug in de bak. Kennelijk hadden ze die er dus eerst uitgehaald. Opgelucht rende ik door, maar merkte meteen dat het gemakkelijker liep: adrenaline! Helaas werden de volgende ronden steeds minder aangenaam. Eerst gingen ze allemaal bijelkaar staan alsof ze wilden overleggen, op één jongen na, die me bijzonder indringend stond aan te staren. Waren ze aan het besluiten om mij te gebruiken in een satanisch slachtingsritueel? Was er discussie over wiens mes ze daarbij zouden gebruiken? Intussen werd mijn belangstelling voor de voetbalkooi steeds groter en ik besloot dat ik de voetballers om hulp zou vragen als de nood aan de man zou komen. De volgende ronden kwam het dreigende groepje steeds dichter bij de baan staan. Zombies leken het, dit was de ‘10,000m of the living dead’, in het beste geval zat er nog een ranzige B-film voor mij in (mijn rol wordt gespeeld door Vin Diesel die ze allemaal afmaakt uiteraard). Zou het nog helpen om te zeggen dat ik een zoon had van tien maanden of was dat olie op het vuur, dat wil zeggen: bloed op de baan? Je kent ze met babys? Vragen, vragen? Wat moest ik doen.

En ja hoor, nu gingen ze op de baan staan, er was nog slechts een hele nauwe doorgang voor mij om te passeren, zelfs ingehouden liep ik nu sneller dan in het begin, de volgende ronde kon ik ‘niet vermijden’ dat ik een van hen met mijn elleboog in de rug raakte. Hoorde ik een zompig geluid? Ok, dit is het, dacht ik, de volgende ronde stop ik om te vragen of ze soms ruzie zochten en dat ik dan mijn ‘vrienden’ er bij zou halen.
Intussen had ik gezien dat mijn vrienden een groep van zo’n zestien Marokkanen was, mijn intuïtie zei me, dat zij wel voor de ‘sporter’ zouden kiezen en tegen deze ‘Lonsdale’ Gothics.

Maar juist nu de adrenaline maximaal door mijn aderen spoot, bleek dat de zombies eieren voor hun geld hadden gekozen, ofwel het hazepad. Met gemengde gevoelens zag ik hen na, natuurlijk het was goed afgelopen, maar hoe moest ik de rest van de 10,000m doorkomen? Nog vierduizend meter te gaan en inderdaad, het werd steeds zwaarder, toch stond er uiteindelijk 35’11"72 op mijn klokje en dat was zonder deze ideale doelgroep voor Robijn Black nooit gelukt. Na de finish ging ik even een praatje maken met de jongens in de voetbalkooi om te vragen of ze de zombies eerder hadden gezien en het bleek maar weer eens dat je in tijden van nood te vrienden leert kennen en dat zijn dus niet de zeer blanke Nederlanders. Ze reageerden meteen van ‘waar zijn ze, we zullen dit probleem wel even oplossen’ en toen besefte ik me dat hier sprake was van een bizarre win-win situatie: door de gothics liep ik sneller en doordat ik sneller liep stopte ik niet en werd het geen confrontatie tussen twee natuurlijke vijanden. Wat is atletiek toch een schitterende sport.

Voor wie er verstand van heeft: misschien volgende week even controleren of er schade is aan de polsbak? En: doe er een slot op. En: misschien toch videobeveiliging installeren? Dan kan ik de volgende keer mijn 10,000m terugkijken.