Lucas Bakker wist als invaller niet van ophouden bij KM 25 en liep de hele NYC-marathon uit

door Dirk Visser

Ter gelegenheid van het 90-jarig jubileum maakte oud-bestuurslid Dirk Visser, jarenlang journalist bij het ANP, 19+23 interviews van AV ’23-ers: huidige toppers, aanstormend talent, toppers van toen, trainers, (oud-)bestuursleden; een niet geheel willekeurige selectie uit de meer dan 600 leden en oud-leden.

Astrid Caubo veroverde bij het NK marathon in Amsterdam 2011 de derde plaats

Lucas Bakker, met zijn 66 jaar momenteel de oudste marathonloper van AV ’23, viel in 1995 bij de marathon van New York in voor een neef die geblesseerd was geraakt. Lucas en zijn vrouw Astrid Caubo waren als supporters mee. “Ik was nog geen lid bij AV ’23 en had nooit verder dan de Dam tot Dam gelopen. De bedoeling was dan ook dat ik bij km 25 zou uitstappen. Daar stond Astrid ook met mijn kleren. Maar het ging zo goed en de sfeer was zo geweldig. ‘Ik loop door’, riep ik naar Astrid.”

Astrid: “Ik dacht: Dan vind ik hem ergens met een attaque of een hartaanval. Toen kneep ik ‘m wel.” Lucas liep de marathon uit nog voordat hij een halve marathon had gelopen. Het lijkt een beetje op de eerste marathon van Kamiel Maase die als haas halverwege zou uitstappen maar ook op z’n gemak de 42 km voltooide.

Astrid: “Het plan was dat wij als supporters alleen aan de Breakfast Run van 7 km zouden meedoen. Dat hebben we ook gedaan en het was hartstikke leuk. Maar toen raakte de neef geblesseerd en startte Lucas op diens startnummer. Zijn meedoen was heel onverwacht. ’s Avonds na de marathon zijn we nog naar een basketbalwedstrijd geweest. Daarna zijn we doorgezakt in een café. Een mooie avond.”

Zonder jaloezie meldt Lucas dat Astrid sneller is. De PR’s liegen niet: 3 u 34 voor Astrid, met haar 63 bij AV ’23 de oudste vrouw op de marathon, en 3 u 55 voor Lucas. Hoogtepunten waren onder meer het lopen van haar PR in 2009 en deelname aan het NK marathon twee jaar later, ook in Amsterdam. “In mijn leeftijdscategorie was ik derde geworden. Dat hoorde ik pas toen ik al in het sportcafé was met m’n dochter Sanne, haar zoontje en wat vrienden. Ik zat lekker aan het bier toen Lucas binnenkwam met een bos bloemen en een extra medaille. Nog steeds vind ik het jammer dat ik niet tijdig ben gewaarschuwd. Nu ben ik een ceremonie in het Olympisch Stadion misgelopen; dat maak ik nooit meer mee.”

Bijna twintig jaar geleden begon Lucas met lopen. “In 1994 wilde ik wat in de buitenlucht aan beweging doen. Eerst ging ik met een aantal buurmannen in het Flevopark voetballen. Daar kon ik niks van. Ik schoot de bal in het eigen doel en dat soort dingen.Toen ben ik met twee buurmannen iedere zondagmiddag langs het Amsterdam-Rijnkanaal gaan lopen. Dat ging heel makkelijk. Ik liep toen voor het eerst 10 km, eigenlijk zonder training. Daarna ben ik blijven lopen.”

Astrid: “Ik begon pas in 2000. Daarvoor deed ik wat aan fitness. Via het ziekenfonds dat de mensen in beweging wilde krijgen, kwam ik bij een loopgroep in het Oosterpark. Na enige tijd moest je daar uit zodat andere mensen een kans kregen. Met een aantal zijn we toen lid van AV’23 geworden, onder anderen Georgia de Poorter en Margot Blokland.”

Lucas Bakker tijdens een 4-daagse Challenger op Lanzarote in 2009
Lucas Bakker tijdens een 4-daagse Challenger op Lanzarote in 2009

 

Lucas: “Ik was toen bezig aan de voorbereiding van de marathon in Athene. Dat proces wilde ik niet verstoren. Daarom ben ik een paar maanden later bij AV ’23 gekomen. We trainden eerst bij Reinout Koperdraat, maar later zijn we bij Jan Mens terechtgekomen. We zijn met sprongen vooruit gegaan sinds we bij hem trainen.” Astrid vult aan: “Ik ben ervan overtuigd dat we door bij Jan te trainen sneller zijn geworden.”

Op de vraag of het in Athene niet te warm was om te lopen, schiet Lucas in de lach, wat hij als geen ander kan. “Het was heel anders dan we ons hadden voorgesteld. Dat hele weekend was het noodweer. Het heeft ontzettend geregend. In de bergen viel sneeuw. Die marathon is een avontuur geworden.

De organisatie was heel slecht. Niemand wist waar de start was. De regen kwam bij bakken uit de hemel, terwijl wij in het Olympisch Stadion in aanbouw stonden te schuilen. De burgemeester zou het startschot lossen, maar die pief kwam te laat. Het eerste deel van het parcours stond helemaal onder water. Je liept tot de knieën in het water. In de heuvels ging het wel, maar toen moest je de stad weer in. Het parcours was niet afgezet. Je liep tussen de auto’s. Ik droeg een geel jack. Als ik de straat wilde oversteken, stak ik de hand uit. Het was één grote chaos. Is chaos niet van oorsprong een Grieks woord? Ondanks alles eindigde ik nog binnen de 5 uur.

Oorspronkelijk zouden we naar Chicago. Toen zeiden we: ‘Nee, we gaan naar Griekenland, de bakermat van de marathon’. Tijdens de marathon in het voorafgaande jaar, toen het heel warm was, was er onderweg te weinig drinkwater. Nu dronk bijna niemand wat. Ik heb nog nooit zoveel flesjes water gezien.”

“Op een gegeven moment”, zegt Astrid, “word je een echte loper. Toen ik begon met hardlopen, vond ik het altijd gek als ik hoorde dat mensen hun loopschoenen meenamen op vakantie. Dat doe je toch niet op vakantie, dacht ik. Nu doen we het zelf.” Lucas vervolgt: “Het is leuk om te lopen op ongewone plaatsen. We hebben in Chili in een woestijn gelopen, slechts een half uur want het was ontzettend warm. En in Londen een rondje in Hydepark .”

Lucas, die twaalf marathons op zijn naam heeft, vertelt dat hij wat met tijden heeft. Mijn tweede marathon in New York wilde ik onder de 4uur lopen. Mijn eindtijd? 4.00.00. En mijn tweede in Berlijn liep ik precies één seconde sneller dan de eerste. Ik wil blijven lopen zolang het nog kan. Wij hebben eigenlijk nooit blessures. Dat komt misschien omdat we pas op latere leeftijd zijn begonnen. Onze spieren zijn nog niet versleten door enorme aantallen kilometers.”

“Bij trainingen lopen we ook wel es alleen”, zgt Astrid, die acht marathons heeft gelopen. “Maar naar wedstrijden gaan we meestal samen. Vaak met Ivo en de laatste tijd ook met Geline, Irene, Albert en Theo den Haan. Wat ik ook leuk vind is dat er op dinsdag bij de groep van Jan Mens meer vrouwen zijn gekomen. Dat is goed voor de sfeer. Ze konden allemaal mijn dochter zijn. Tot nu toe kan ik nog wel mee met het groepje, maar voor hoe lang nog?”

We lopen meestal vier keer per week, in het wekend wat langer en voor een marathon wat uitgebreider. Dit jaar hadden we geen zin in een marathon. Of we volgend jaar weer een zullen lopen? Ik weet het niet”, zegt Astrid. En Lucas houdt ook een slag om de arm: “Zou kunnen. De kortere afstanden, 21 of 30 km, zijn ook leuk.”

Lucas Bakker werkte tot 2010 bij de wetenschappelijke uitgeverij Reed-Elsevier. Astrid Caubo was tot vorig jaar werkzaam in de jeugdzorg.