NbmK

door Irene van Wijk

Er was weer eens een marathon (die van Amsterdam) en ik deed weer eens mee. Je start zoals gewoonlijk in het stadion, twee keer met een ommetje naar het Vondelpark, in het tweede rondje even langs de AV drankpost om wat clubgenoten te groeten, en dan weer terug naar het stadion. Samen met heel veel anderen die precies hetzelfde idee hadden. Die, zoals gebruikelijk, eerst allemaal sneller dan jij lopen, maar bij de tweede Vondelpassage en masse gaan doen waar het park eigenlijk voor bedoeld is: wandelen. Zodat je toch nog eerder aankomt. Zoals heel vaak. Boeie.

Omdat het Amsterdam is spreken die anderen bijna allemaal, op z’n Frans Bauer’s gezegd, “buitenlands” en ontvang je op de raarste plekken buitenlandse aanmoedigingen. Zelfs van Nederlandse bananenuitdelers. Net als alle vorige keren. Het was prima loopweer en dat is niet altijd zo, toegegeven. En het spotten van mijn supporters (dank Albert, Ayisha, Martijn, Monica, Oda en Peter) brak de sleur.

Maar verder was het als vanouds: beetje doorlopen van begin naar eind zonder te wandelen. En dat is dan weer eens voor de zoveelste keer gelukt. Dus om daar dan het zoveelste aantrekkelijke stukje over te schrijven: pff dát is een uitdaging. Kost me veel meer tijd dan zo’n loopje.

Was er dan helemaal niets bijzonders te melden? Jawel, maar alleen maar feiten. En wie zit daar tegenwoordig nog op te wachten. Dus hier zou ik stoppen met lezen. Tenzij je je met me mee wilt verbazen. Want:

Ik ben (bijna) 66 en kreeg in maart een nieuwe baan. Geen afbouwbaan maar een uitdagende in een heel nieuw risicogebied. En een drukke. Dus geen kans voor mijn geplande “rustig aan” week voorafgaand aan de marathon. Wat heet: ik zat tot zaterdagavond te werken. En lekker slapen ho maar.

Mijn lijf heeft zelf een oplossing bedacht voor doordenderende hersenen: het zet de rest even stil. Hardlopen helpt helaas heel goed tegen stress. Ik had nog een poging gedaan mijn lijf te foppen met een immodium. Maar die dingen zijn tegenwoordig veel te klein voor een hele marathon. Wilskracht werkte daarna nog van Ouderkerk tot de Watergraafsmeer. En juist waar die op was stond de Dixi áchter het hek! Omlopen, Dixi bezet, doorlopen, Dixi toch open horen gaan, teruglopen en aahh. Maar wel zeker anderhalve minuut kwijt.

Nou was er toch al iets met de tijd. Want de klokken onderweg stonden allemaal verkeerd, waarschijnlijk gewoon te laat gestart, nadat ik al vertrokken was uit het stadion. Zelfs de finishklok stond fout: 3:48:51. Dat kan ik allang niet meer, dat kon ik voor het laatst 10 jaar geleden. Mijn eigen Polar was het trouwens eens met de finishklok. Dus ben ik toch maar even langs het NK uitslagenpapiertje gelopen. Normaal heb ik daar niets te zoeken want het NK trekt toch de top. Maar, NbmK, daar hadden ze Irene van Wijk bovenaan gezet. En dat ben ik!

Daar kon ik bloemen en een gouden Atletiekunieplak voor krijgen. Tenminste, als je het klaarspeelt om op de hoogste tree te komen. Winnaars worden letterlijk hoog geëerd bij het NK. Vooral er af was nog een uitdaging. Niets is dus normaal: vermoeid starten en toch goed lopen, ouder worden maar ook sneller. Dat hoort helemaal niet. En de verrassingen waren nog niet op. Gerard zocht het uit. Er was nog geen oudje geweest dat sneller een Atletiekunie-erkende-marathonwedstrijd had gelopen. Dus ben ik ook nog houder van het nationale record voor bejaarden. Driewerf NbmK (Nou-breekt-mijn-Klomp) dus. Ik heb trouwens die nieuwe Vaporfly klompen van Nike. Vandaar?