Noord-Hollandpad, deel 6

door Alex Wijsman

Terug naar Krommenie en terug naar de plek waar we vorige keer de route hebben verlaten. Daar staan we aan de rand van de plaats. In een boerensloot kwaken de kikkers naar hartelust. Het zijn er beslist geen zeven, ook geen zeventien, maar liefst meer dan zeventig. Een leuke, vrolijke bende. Als een kikker wordt geconfronteerd met mijn schaduw, dan duikt hij meteen onder water. Zo ontkomt ie hopelijk vaak aan de scherpe bek van een reiger en verlengt daarmee zijn leven. Dan zijn er nog altijd snoeken die rond zwemmen en een heerlijk maaltje niet versmaden. Er zijn dus genoeg vijanden in het leven van zo’n grappig beestje.

Wij wandelen daarna langs de Noorderham, een brede plas en zien al van verre de imposante kerktoren van het dorp Krommeniedijk. De toren is beslist een bezienswaardigheid.

 

Even voorbij Fort bij Krommeniedijk is een koe te water geraakt. Inmiddels staan er al wat mensen bij de waterkant om het arme dier te redden. Een toeschouwer meldt me dat de boer momenteel bezig is met het binnenhalen van het hooi en dat redden van een koe op een tweede plan komt. Maar een koe uit de sloot halen is een hele klus en dat doe je niet zomaar. Het beest is al een poosje bezig om op de wallenkant te komen, maar de modder zuigt de poten van het beest vast. Alle pogingen zijn tot op heden nog mislukt. Uit de ogen van het dier straalt angst en we proberen het hulpeloze dier te kalmeren. Een bekend spreekwoord is ‘de aanhouder wint’. En warempel, even later weet het beest zich toch uit haar benauwde situatie te bevrijden. Drijfnat en vermoeid staat ze op het kronkelige asfaltwegje. Meteen wordt het houten hek naar het weiland opengezet zodat het dier niet half gestresst over de weg kan lopen. Niet veel later staat ze tussen haar makkers, die de zwempartij van haar op geringe afstand hebben gevolgd.

 

Blij dat de situatie goed is afgelopen vervolgen wij onze weg. We wandelen nu in de richting van de plaats Uitgeest. Hierbij passeren we de Tweede Broekermolen, een windmolen van het type grondzeiler uit 1631. Onder een viaduct kruisen we twee maal de snelweg A9. De eerste keer om naar het dorp te komen en de tweede keer als we aan de andere kant van het water het dorp in oostelijke richting verlaten. Vanwege het broedseizoen moeten we een mooi traject links laten liggen. Het is niet anders en we volgen een parallelweg op een paar meter afstand van de A9. In de buurtschap Klein Dorregeest stuiten we op een oude grenspaal. In de hardstenen paal kunnen we met moeite nog de plaatsnamen Uyt Geest en Akersloot ontcijferen.

Over rustige paden van de Klaas Hoorn- en Kijfpolder, gelegen aan de rand van het Alkmaardermeer, begeven wij ons op weg naar de veerdienst van Akersloot. Precies twaalf zwanen zien we achter elkaar in het water dobberen. Het is intens genieten waarbij het weer vandaag weer volledig meewerkt.

 

Voor we het weten staan we bij de veerdienst van Akersloot. De veerpont is momenteel aan de overzijde van het Noordhollandsch kanaal afgemeerd. Maar dat is tijdelijk, want even later is de oversteek voor de zoveelste maal door de veerponthouder gemaakt. Dan nemen wij plaats op de pont en weldra bevinden wij ons in de polder De Schermer. We moeten nu een aantal lange saaie wegen trotseren. Het kan niet anders, het moet. De opluchting is dan ook groot als we de eerste straten van het dorpje Driehuizen betreden. Een verademing, even weg van de zee aan weilanden, zover het oog reikt. In een bocht van de weg staat een restaurant. Helaas zijn de deuren nog gesloten. Een bewoner zegt dat de eigenaar z’n zaak opent wanneer hij wakker wordt. Ik kijk op mijn horloge en trek vervolgens mijn schouders op. Dan niet. Coûte que coûte we willen vandaag in de plaats Obdam eindigen. Met veel enthousiasme en elan gaan we weer op stap.

 

Een visser zit stilzwijgend op een klapstoeltje aan de waterkant en heeft een hengel losjes in de hand. Een geluid van klotsend water verstoort zijn gepeins. Hij komt direct in actie en een gevecht met een vis begint. Wij lopen door en laten de visser alleen met z’n ongelijke strijd. Even voorbij de buurtschap Noordeinde prefereren wij voor de westelijke variant om de Eilandspolder. Dit deel van de route gaat door een prachtig natuurgebied. Hondenbezitters en hun viervoeters moeten via de oostkant het gebied omzeilen. Een autovrij pad brengt ons in de plaats Schermerhorn. Een opvallend bouwwerk in die plaats is het Rechthuis, een gebouw met een zadeldak. De Schermer is een landschappelijk mooie polder en heeft veel poldermolens. Ooit waren er 54 molens waarvan er nog een tiental over zijn. Met deze molens heeft Leeghwater de polder in de 17e eeuw drooggemalen. Een stukje geschiedenis dat we nog op de lagere school hebben geleerd.

 

Ter hoogte van de plaats Ursem laten we de Schermer rechts liggen en wandelen over een brugje de plaats binnen. Hier komen we onze vriend Jan de Jonge tegen die ook het Noord-Hollandpad wandelt. Gezamenlijk gaan we verder voor de laatste 8 kilometers. Als we de buurtschap Rustenburg gepasseerd zijn zien we in de verte een kerktoren. Jan vertelt me dat dat de kerk van de plaats Hensbroek is. Hoe dan ook, daar moeten we niet heen. Over een alleraardigst grasdijkje langs een wetering kuieren we door het gras. Hierbij moeten we veelvuldig over een hekje of een andere afzetting klimmen. Een bordje wijst de wandelaar erop dat er 72 opstapjes zijn aangelegd. Nou ja, dat vinden wij wel een beetje overdreven. Maar we zullen er toch een boel moeten trotseren. Tussen de plaatsen Obdam en Hensbroek vinden we een volledig vernieuwde grenspaal. Het opvallende aan deze paal is dat de top als een brandende fakkel is uitgebeeld en vervolgens het jaartal 1833 draagt. Zo’n grenspaal ben ik nog nimmer tegengekomen en dat zal waarschijnlijk ook nooit meer gebeuren of ik moet hier nogmaals terugkomen. Een lange rechte weg brengt ons door de plaats Obdam en we eindigen de route vandaag bij het treinstation. Ik heb nog net tijd om een kaartje uit de automaat te halen en dan komt het gele gevaar voorrijden. Beter kan het niet.