Tim van der Heide (19) trainer van de Junioren C1, de B-Junioren en de specialisatie groep hoogspringen Junioren D1-C2

door Monique Admiraal

Hij is op dit moment de beste hoogspringer van AV’23, geeft specialisatietrainingen voor hoogspringen en is samen met zijn broer Nick hoofdtrainer van de C1-junioren. De twee broers vormen een perfect duo en hebben alle aandacht voor de fysieke en de psychische elementen van de atletiek. Tim studeert ‘sociaal pedagogische hulpverlening’. Het lijkt een passende studie voor hem, want hij voelt mensen heel goed aan, is innemend, geïnteresseerd en belangstellend. Mooie eigenschappen die hij ook gebruikt om zijn atleten zo goed mogelijk te begeleiden.

Hoe lang ben je al trainer?
“Dit wordt mijn derde jaar als trainer. Ongeveer twee jaar geleden had Nick zijn bekken gebroken en vroeg hij mij om in te vallen. Het was dus min of meer toeval, ik ging training geven om mijn broer te helpen. Ik had van te voren niet gedacht dat het zo leuk zou zijn. De club heeft eigenlijk altijd trainers tekort. Ik was al eerder gevraagd, maar ik zat met school en wilde het niet erbij hebben. Intussen heb ik veel groepen; de junioren C1 samen met Nick, eens per week de specialisatiegroep hoogspringen en ik help Sylvester ook een keer per week met de junioren B. Training geven aan hele jonge kinderen vind ik minder leuk, dat is mij te speels. Deze leeftijdsgroep vind ik heel interessant, de D2 begint net een beetje met puberen. Het is een mooie fase in hun leven, van kind naar volwassen worden, de kinderen ontwikkelen zich, er ontstaan nieuwe dingen en je kan ze daarin begeleiden. Dit begeleiden doe ik het liefst met Nick, alles wat ik niet weet, weet hij, en andersom. ”

Sociaal pedagogisch hulpverlener
“Ik ben in mijn tweede jaar van mijn studie ‘sociaal pedagogische hulpverlening’ aan de Hogeschool van Amsterdam. Op het moment volg ik een stage via de organisatie De Regenboog en werk ik mee aan het ‘Maatjes project’. Ik ben betrokken bij drie mensen, ze hebben ernstige psychische problemen en ik begeleid ze in het dagelijks leven. Nee, ik vind het niet zwaar, het zijn hele lieve mensen. Hun leven boeit mij, het is interessant werk en De Regenboog traint mij hoe ik deze mensen kan ondersteunen, zo doe ik ook ervaring op.
Als ik in de psychiatrie verder zou gaan, zou het de jeugdpsychiatrie zijn, denk ik. Bij jonge mensen is er nog meer te bereiken, kan je meer doen als hulpverlener. Tegelijkertijd vraag je je regelmatig af of iemand nog wel te helpen is. Er zijn ook veel ‘normale’ mensen die hulp nodig hebben, soms gaat het om iets vrij simpels, bijvoorbeeld iemand die te weinig zelfvertrouwen heeft. Je rol als hulpverlener hierin is dan heel waardevol.”

Wat motiveert je als trainer?
“Het belangrijkste is dat kinderen plezier hebben. Het kan zijn plezier om het plezier hebben of plezier omdat ze beter presteren, dat laatste vind ik het leukste om te zien. Verder de hechte band die je krijgt met de atleet, je betekent soms echt iets voor de kinderen. Van ouders hoor ik weleens terug ‘je bent het gespreksonderwerp aan tafel’.”

Wat is je eigen beste onderdeel?
“ Hoogspringen.” – Tim heeft het clubrecord bij de B-junioren, hij sprong 2.00 meter in 2015. – “Toen ik die hoogte gesprongen had, dacht ik dat ik de hele wereld aan kon. Ik weet nog dat Theo (toen mijn trainer) tegen mij en mijn ouders zei: ‘De eerst volgende wedstrijd wordt de lastigste van allemaal.’
Inderdaad, dat bleek zo te zijn, ik kwam de wedstrijd daarna niet hoger dan 1,80 meter. Het is mij later nog twee keer gelukt om een poging te doen op de 2.00 meter, maar ik haalde het niet. De druk om weer zo hoog (en hoger) te springen werd ineens heel hoog.
Ik zit nog niet zo lang op atletiek, ik ben ingestroomd bij de C1-junioren. Daarvoor zat ik op voetbal bij SV Diemen. Dat was altijd heel leuk, maar op een gegeven moment werd het minder en zocht ik een andere sport. Ik ben lid geworden omdat Nick en mijn beste vriend Niels al lid waren. Het eerste jaar haalde ik 160 cm bij hoogspringen, bij de B1 haalde ik 182 cm, bij de B2 dus de 2.00 meter.
Bij hoogspringen helpen verschillende dingen mee; je bouw, lang en licht zijn, lange benen en sprongkracht hebben. Maar je moet rete-sterk zijn om alles in één lijn te kunnen houden. Het is de kunst om alles goed te doen. Ik probeer mij nu te focussen op één onderdeel van het hoogspringen, de rest kan je. Hoogspringen is mentaal pittig omdat je ergens op af loopt. Het begint al bij de aanloop, maar bij de afzet wordt het pas echt lastig, je moet omhoog, maar je lichaam wil naar de mat. Het is een denkswitch. Ik heb nog genoeg tijd om mij te verbeteren en ik ben op de goede weg met mijn trainingen. Hierbij heeft Els van Noorduyn (coach) een grote rol.”

Wat zijn je sterke kanten?
“Als persoon of als trainer? Ik word hiermee doodgegooid op school…. Als het gaat om training geven dan ben ik goed in het enthousiasmeren van kinderen. Ik voel de kinderen goed aan, handel veel op gevoel, ik ben empathisch. Een slechte eigenschap heb ik ook; soms kan ik heel ongeduldig zijn. Heel lang kan ik iets hebben, maar ineens ben ik er dan helemaal klaar mee. Voor de groep kan ik wel boos worden. Verder ben ik eigenwijs, maar niet bij iedereen hoor. Ik neem in ieder geval niet zomaar wat aan.”

Bijzondere atletiekervaring?
“Mijn twee meter sprong in Leiden. Ik was echt euforisch na afloop en dat terwijl die wedstrijd eigenlijk niet goed begon; ik was heel moe, het was het laatste onderdeel van de dag. Ik begon op 1.70 meter en bij de eerste sprong, ging de lat er af. Maar daarna lukte elke volgende hoogte in één keer, de 1.95 haalde ik in twee keer en de 2.00 meter haalde ik bij de derde poging. Ik was de enige die nog over was, veel atleten waren al naar huis gegaan. Ik weet nog dat mijn vriend Niels zei: ‘Hij gaat deze halen.’ Ik vloog over die lat en ik dacht: Mijn god, ik spring erover heen…. ik moet ook nog wat met die benen doen…. Het gaat zo snel, maar je blijft wel denken. Het lukte en ik voelde mij op dat moment zo vrij als een vogel.”

Leukste atletiekwedstrijd?
“De NK Indoor in Apeldoorn. Ik heb verder niet zoveel met andere indoor wedstrijden. Maar deze indoor wedstrijd is bijzonder, het is heel spannend en ook sfeervol. Het is echt een wedstrijd zoals die hoort te zijn.”

Favoriete eten?
“De macaroni van mijn moeder. Gemaakt met tomatensaus, gehakt, groente en heel veel kaas. Ik weet bij god niet wat zij er allemaal in doet, maar het is wel lekker. Verder hou ik natuurlijk ook van pizza en stamppot.”

Andere hobby’s behalve atletiek?
“Ik vind het heerlijk om met mijn vrienden samen te zijn en bij mijn vriendin te zijn. Het is gezellig om met elkaar dingen te doen, bijvoorbeeld de stad in te gaan. Een tijdje geleden heb ik met samen met Nick en Sylvester een feest gegeven in de AV’23 kantine, dat was heel geslaagd. Het Kerstgala van AV’23 is geweldig, zo gezellig, want iedereen is er, samen dansen, samen feesten.”

Waar denk je aan bij de maand november?
“Ik denk dan aan mijn neefje, want die is op 11 november jarig, met Sint Maarten. Vreselijke dag trouwens. Al die kinderen die aanbellen, als ik open doe, voel ik mij altijd een beetje ongemakkelijk.”

Heb je een verbeterpunt of tip voor AV’23?
“Het zou goed zijn voor de club als de trainers beter met elkaar gaan samenwerken. Dat we meer gebruik maken van elkaars expertise, kennis en ervaring. We hebben onder de trainers onder andere oefentherapeuten, een voedingskundige, een verpleegkundige, een psycholoog, een orthopedagoog en een aantal mensen met heel veel ervaring en kennis van atletiek. Het is zonde dat er niet meer onderlinge afstemming en samenwerking is. Dit zijn gemiste kansen en dat is jammer voor de atleten.”

Ik geef het stokje door aan…. 
“Rosa de Jong, ze heeft net de niveau 3 trainerscursus afgerond. Ik ga deze cursus ook doen en ik zou wel willen weten welke elementen hiervan zij gaat gebruiken in haar trainingen. Verder vind ik dat zij haar groep (de junioren C2) enorm vooruit geholpen heeft. Ik ben benieuwd naar haar verhaal.”