Uit het rommelhok, 15 mei 2018

door Hans Hofstede

Sylvesteren
Maandag 7 mei was ik opgetrommeld door een verontrustend bericht van Gerard Lijnzaad dat het riool bij de mannendouches het weer niet deed. En inderdaad, delen van de beide kleedkamers stonden weer  blank. Het water loopt nog steeds naar het laagste punt en dat zijn de uiterste randen van de mannenkleedkamers. Eerst al de douches afsluiten en dan met de trekker de boel schoonmaken. Die ene atleet die nog in de prive douchecabine aan het poedelen is, moet er ook een eind aan maken. Eerst hoort hij me niet door de knetterharde muziek die uit zijn ghettoblaster klinkt. Die herrie kwam dus niet van een aanpalend sportveld maar uit de douchecabine.
Het is 6 en 7 mei en de junioren B, met Sylvester Tanoh als trainer, hebben een trainingskamp op eigen baan. Natuurlijk werd er beide dagen intensief getraind, maar ook leuke dingen gedaan, zoals zwemmen, zonnebaden, gezamenlijk koken en eten in de kantine, nachtbraken, slapen en laat opstaan. Het kamp werd maandag afgesloten met het schoonmaken van de kantine en een bezoek aan een “verfijnd” restaurant.

Riool-avonturen
Eigenlijk wil ik het er niet weer over hebben. Het begint vervelend te worden.  Maar ook onthutsend. Al jaren zijn er problemen met de afvoer van de douches en het toilet aan de mannenkant. Dankzij een video-inspectie door RRS afgelopen woensdag weten we nu eindelijk wat er aan de hand is. Ze gaan dan met een kleine kamera (met verlichting), gemonteerd op een flexibele kabel de rioolpijp in. Je ziet het life op het scherm. Op ongeveer vijf meter kwamen we een gigantische prop tegen. De “cameraman’  van RRS dacht eerst dat het een prop PURschuim was. Vervolgens werd de camera vervangen door een  freeskop en opnieuw de rioolbuis in gegaan om de prop te verbrijzelen. Met succes. Een tweede video-inspectie leerde dat de prop niet bestond uit PURschuim, maar uit ijsloliestokjes, pleisters en veel, heel veel samengekoekt wc-papier. Misschien wordt het nu een onsmakelijk verhaal, maar de RRS-man raakte steeds enthousiaster. Hij ontdekte ook nog dat er niet allen een prop zat maar dat op ongeveer dezelfde plaats ook de manchet van de douche-afvoer half uit de opening in het hoofdriool was geschoten, waardoor rioolwater de kruipruimte in loopt. Wat hij eerst hield voor gewoon wat grondwater in de kruipruimte, blijkt dus smerig rioolwater te zijn. Hier moet groot materieel bij komen. Ter plekke werd de puttenzuiger besteld. Je weet wel die wagen, die ook wel de olifant wordt genoemd , vanwege zijn lange slurf. Jammer hij was nu niet beschikbaar. Meteen een afspraak gemaakt voor over een week. Dan wordt de boel leeggezogen, de manchet weer goed vastgezet en twee ontstoppingsluiken gemaakt. Die luiken zijn er nu niet. De RRS heeft een gat moeten zagen om de buis in te komen en daarna de boel weer dichtplakken. Erg onhandig allemaal.
Wat leren we hiervan?
Misschien moeten we eens een gesprek hebben met de Watergraafsmeerse School Vereniging, die hier sinds vele jaren elk jaar zijn sportdag houdt en dan altijd 600 waterijsjes bij ons bestelt en aan de leerlingen uitdeelt. Zie je het voor je?
En jongens, als je een wondje hebt en een nieuwe pleister wil plakken, gooi dan de oude niet in het toilet. Ook kan er best wat minder toiletpapier gebruikt worden.

Sportdagen
De eerste drie schoolsportdagen op onze baan zijn alweer achter de rug. Er volgen nog vierentwintig. Dat gaat door tot 4 juli met basisschool De Pinksterbloem als laatste. Negen keer willen de scholen gebruik maken van onze kantine. Dat levert ons inkomsten uit verhuur van de kantine en verkoop van koffie, thee, frisdranken, koeken en andere versnaperingen. Rijk worden we daar niet van. Maar gelukkig krijgen we ook een vergoeding voor het gebruik van onze kleedkamers en toiletten. Gemiddeld €110,= per sportdag. En bij een totaal van 27 sportdagen is dat toch een aardig bedrag. Natuurlijk staan daar ook kosten tegenover: schoonmaak en herstel van schade aan gebouw en inventaris (zie hierboven).
Maar eigenlijk doen we het niet zozeer voor het geld, maar voor het plezier dat de kinderen zichtbaar beleven aan het sporten op onze atletiekbaan. Voor de meeste kinderen is het de eerste keer dat ze in aanraking komen met atletiek. Plotseling merken ze dat ze heel hard kunnen lopen, heel ver kunnen springen, over een gespannen touwtje kunnen springen en horden kunnen lopen, zonder iets om te stoten. Wie weet, inspireert het sommige kinderen wel om te gaan atletieken en lid te worden van onze vereniging.

Schade aan lampen en leidingen
Plotseling viel het me op, alle buizen en leidingen langs het plafond van de ruimte bij de squat-kooi zijn beschadigd. Nogal merkwaardig. Wat zou hier aan de hand zijn? Sander, Els en Anna wisten me te vertellen dat dit komt door fitness-oefeningen met de 6 kilo zware medizin-bal.  Dat ding schiet uit je handen en raakt plafond, muur of…….leiding. Af en toe moet een TL-bak het ontgelden en stort naar beneden. Daar gaan we dus wat aan doen.
Een leek zoals ik zou zeggen: waarom doe je die oefeningen met de medizinbal niet buiten? Daar kan weinig kapot. Maar zo werkt dat niet. Een krachttraining bestaat uit een serie oefeningen, waarbij achtereenvolgens andere spiergroepen onder handen worden genomen.
Na de oefeningen in de squatkooi volgen oefeningen met de medizinbal of de kettlebell. Het is een uitgekookt programma, waarbij het uitgeloten is dat sommige oefeningen op een andere locatie plaats vinden. Het liefst hebben de krachttrainers een geheel eigen sporthal met voldoende ruimte en hoogte. Maar ja, dat is binnen onze beperkte mogelijkheden, volslagen uitgesloten. We moeten het doen met de beperkte ruimte die we hebben en er het beste van zien te maken.
Ik begrijp het nu zo’n beetje. We zijn dus op zoek naar oplossingen om de oefeningen hier mogelijk te maken, zonder schade aan de leidingen te veroorzaken. Alle leidingen zijn inmiddels in kaart gebracht. We weten waar de zwakke plekken zitten en wat daar aan gedaan kan worden. Veel werk. Onze Onderhoud en Beheer-vijwilligers gaan aan de slag. Daar gaan heel wat uren in zitten. Maar we weten nu dat het zin heeft. Uitbesteden aan een aannemer is geen optie. Dat gaat ons onderhoudsbudget ver te boven.

Damloop-clinics
Er is nogal wat verwarring over de betekenis van het woord “clinic”. Meestal wordt het woord gebruikt voor een eenmalige kennismaking met een bepaalde tak van sport. Een groepscursus waar naast theorielessen vooral praktische oefeningen op het programma staan.
Binnen AV’23 gebruiken we het woord in zijn meervoudsvorm voor een serie trainingen die we aanbieden ter voorbereiding op een specifieke hardloopwedstrijd. Nu al een flink aantal jaren doen we dat voor de Nescioloop, de Middenmeerloop en sinds vorig jaar ook voor de Dam tot Damloop. De clinics duren tussen de tien en de dertien weken. Bijzonder is dat er naast de wekelijkse groepstrainingen ook “huiswerk” wordt meegegeven, bestaande uit een persoonlijk op maat gesneden programma met onder andere een rustige lange duurloop en een intensievere korte duurloop. Onze trainers zijn ambitieus en betrokken.  Andere woorden heb ik er niet voor als ik lees wat  de trainers van de Damloop-clinics (Kees van den Berg en Gerard Lijnzaad)  allemaal willen weten van de deelnemers om een passend persoonlijk programma te kunnen maken. Het gaat dan niet alleen om prestatiegegevens,  loopambitie en doel voor de Damloop, maar ook om eventuele roosterdiensten en vakantieplannen. Ik stel me dan voor dat de trainer van dienst met behulp van deze gegevens wekelijks een soort van recept schrijft met van dag tot dag de persoonlijke leefregels. Hoe laat opstaan, stukje rennen, bordje muesli, op de fiets naar het werk, niet vergeten te lunchen en voor het avondeten nog een stevige duurloop. Bij een nachtdienst moet alles op zijn kop en op vakantie wordt er in het bos gelopen. Beste Kees en Gerard, hoe spelen jullie dat klaar zonder helemaal gek te worden?