Zandvoortcircuitrun

door Alex Wijsman

Op het racecircuit van Zandvoort ontbreekt al vele jaren het geweld van de formule 1-auto’s, die met snelheden van ruim 300 km per uur door de duinen scheuren. Geen éénzitters van motorfabrikanten Ferrari, Mercedes of Renault. Geen toonaangevende namen als Sebastian Vettel, Jenson Button, Fernande Alonso of Mark Webber. En geen ronkende motoren of geschroeid rubber op de Hunserug of in de Tarzanbocht. Neen, zondag 25 maart 2012 staat de Zandvoortcircuitrun op het programma. Er worden meer dan 12.000 lopers verwacht. Voor de 5e keer in successie organiseert Stichting Sportevenementen Le Champion deze unieke loop met de langste afstand over 12 km. Een machtig parcours waarbij de atleten een volle ronde over het autocircuit gaan en daarna meer dan 2½ km over het strand lopen. En vervolgens terugkeren door het centrum van het badgastendorp, waar het altijd gezellig druk is, naar de eindstreep bij de Pitsstraat.

Eenmaal ontsnapt uit een volgepakte trein gaan Cisca en ik op pad naar het autocircuit. Een enorme groep sportieve lieden loopt eveneens in dezelfde richting. Alle neuzen staan dezelfde kant op. Menigeen praat over snelle tijden, en dat het allemaal nog sneller kan. Ook kletsen diverse lopers al over het loopje van volgende week en de weken daarna. Kortom, sportief bezig zijn is vandaag het parool. En zeker hier in Zandvoort. De zon schijnt en de temperatuur is aangenaam. De zee lijkt eindeloos groot. Ook aan de horizon is water. Er staat een flink briesje. Toch rollen de golven kalm naar het strand. De meeuwen krijsen, zoals meeuwen altijd krijsen. Er is een smalle strook verhard zand langs de vloedlijn. Dat geeft een goed gevoel als we straks over het strand moeten baggeren. Bij één van de hippe restaurantjes in het dorp gaan we voor een kopje koffie. Een voor mij onmisbare warming-up. Daarna wordt de voettocht naar het circuit voortgezet. Aldaar is het een drukte van jewelste. Bij verschillende businessruimtes informeren vriendelijke jonge dames de toegestroomde bezoekers. Er staan tenten opgesteld waar de recreantlopers hun reserve kleding kunnen afgeven. Een Rode Kruispost posteert op een prominente plaats.

Dan is het wachten en nog eens wachten. Ikzelf sta in het achterste startvak en mag dus om 13:30 uur van start gaan. Dat maakt niet uit en het is genieten in de beste vorm. Intens blij dat we het nog kunnen. Mijn eindtijd is niet relevant. Zoveel mogelijk plezier beleven aan de kilometers. Alle twaalf! Ook al zullen die niet makkelijk zijn op het schuine wegdek door de duinen. In de massa probeer ik diverse rek- en strekoefeningen te doen. Inlopen kan helaas niet. Toch zijn de spieren na verloop van tijd enigszins opgewarmd. Het startschot is inmiddels gevallen, maar dan voor de eerste groep. Langzaam komt er beweging in het wachtende peloton. Startvak na startvak gaat op pad. Als de eerste lopers het rondje over het circuit hebben voltooid, staan wij nog steeds te wachten op het startschot voor onze groep. En, ja hoor, dan komen wij aan de beurt. Iedereen is nu op pad. Tussen de hardlopers begeef ik me snelwandelend voorwaarts. Iets wat ik al jaren doe en tegenwoordig volledig geaccepteerd is. Het is niet meer vreemd voor de toeschouwer. Een heupwiegende snelwandelaar of een hardloper. Het maakt niet uit. Bij Olympische Spelen en Europese- of Wereld Kampioenschappen wordt er altijd wel enige beelden via de televisie uitgezonden. Zodat iedereen er wel iets van weet. Meestal is dat een fractie, maar het is positief.

Vanaf de Pitsstraat snellen we naar de eerste bocht van het circuit. Dit is de befaamde Tarzanbocht. Daarna gaan we op weg naar de Hunserug. Hier voel je dat het parcours enigszins geaccidenteerd is. Voel je het niet in de benen, dan gaat het iets langzamer bij het stijgen. Het deelnemersveld is één lang lint. Een gekleurd lint van allemaal mannen en vrouwen. Via het Scheivlak komen we bij de Arie Luyendijkbocht. Als vangnet liggen autobanden in rijen van vijf opgestapeld. We zullen ze niet nodig hebben. Ook de grindbak niet. Dan verlaten we door een tunnel het circuit. Hier krijg ik van Cisca een flesje sportdrank aangereikt. De waterposten op de route laat ik aan me voorbij gaan. Bij de strandopgang hebben we 5 km afgelegd. Dan wordt het snelwandelen door het mulle zand van de strandopgang moeilijk. Het gaat gewoonweg niet en ik moet op een drafje naar het vastere gedeelte. Hier probeer ik weer in m´n ritme te komen. Samen met een hardloper loop ik langs de vloedlijn. Dat is het beste plekje. We lopen heerlijk te babbelen. Wel moet ik zo af en toe over een spreng springen om geen natte voeten op te lopen. Gelukkig staat hier geen scheidsrechter met een bordje. Voordat ik er erg in heb zijn we bij de strandafgang aanbeland. Hier neemt de meute een kortere lijn in de richting van de boulevard. Wij, blijven nog even langs de zee lopen totdat we bijna loodrecht op het hellend pad naar de boulevard aflopen.

Op de boulevard is het weer even in het ritme komen. Ter hoogte van het bordje met 8 km gooi ik mijn lege flesje in een prullenbak. Het was een goed gebaar, maar toch viel het flesje op het wegdek. Dit keer jammer, maar helaas. Toch ben ik daar niet blij mee. Niet veel later bevinden wij ons weer op de boulevard en dan slaan we rechtsaf het dorp in. De toeschouwers zijn hier in groten getale langs de kant te vinden. Hun enthousiasme maakt deze loop zo gezellig. Via enkele nauwe straatjes komen we bij het NS-station. Dit is bekend terrein voor mij. In de verte zien we het circuit al liggen. Het laatste bordje (11 km) op het parcours ga ik in een hoog tempo voorbij. Een draai naar rechts en we zijn op weg naar de racebaan. Hier bestaat de ondergrond uit sintels. Niet heel erg lekker. Dan volgt er nog een lange weg naar de eindstreep. Een grote boog met een tijdklok geeft de plek aan. Nog even het tempo opvoeren. Het kan nog. M’n tempo ligt nu boven de 10 km per uur. Ik voel het. Dan is de meet gepasseerd. Ik druk iets te laat het knopje van m’n stopwatch in. Op het display lees ik 1:17:06. Het geeft me een tevreden gevoel. In de Pitsstraat krijg ik een flesje AA-drank en een mooie medaille uitgereikt. Dan slenter ik naar Cisca. Ze staat met een droog tenue en een drankje op me te wachten. Daar ontmoet ik ook m’n clubgenoot Herman van Heems. Even later verdwijn ik in één van de pitboxen om m’n drijfnatte kleding om te ruilen voor een schoon tenue. Hiermee is de vijfde Zandvoortcircuitrun verleden tijd. Mocht het volgend jaar nog kunnen, dan zijn we zeker present.