Floris Aarts (21)

door Monique Admiraal

Hij is de beste speerwerper van AV’23 en nu zijn elleboogblessure genezen is, kan hij weer volop trainen en deelnemen aan wedstrijden. Floris werd in 2017 als A-junior derde met de Nederlandse Kampioenschappen en won zilver met kogelstoten. Als senior wilde hij verder klimmen in de top, maar hij raakte afgelopen jaar helaas geblesseerd. Gelukkig geniet hij van alle soorten buitensport en haalt hij ook voldoening uit wandelen, paardrijden en zwemmen. Een veelzijdige, gedreven sportman die daarnaast ook nog hard werkt voor zijn studie ‘business analytics’ aan de Vrije Universiteit.

Hoe lang ben je al lid en bij wie train je?

“Mijn broer Wouter ging op atletiek toen hij acht jaar was. Mijn moeder Antoinette de Groot ging training geven. Ik kon niet alleen thuis blijven, dus ik mocht als vijfjarige al meetrainen met de grote jongens. Toen ik zes jaar was ben ik lid geworden en ging ik trainen in mijn eigen groep. Ik heb onder andere training gehad van Stella de Kruif, Bas Mulder, Jaquemijne van der Weiden, Tessa Strijp en toen ik junior werd ben ik Theo Danes en Sander Stok gaan trainen.

Sinds vier jaar train ik bij de wedstrijdgroep van Els van Noorduyn. Ik wilde vooral beter worden in speerwerpen en ik kon vaker trainen bij Els. Zij heeft heel veel kennis en heeft zelf meegedaan aan de Olympische Spelen met kogelstoten, ik kan veel van haar leren. Ik probeer acht keer per week te trainen, maar sinds de zomer heb ik het erg druk met mijn studie waardoor er weleens één tot twee trainingen per week uitvallen. Op de VU (Vrije Universiteit) kan ik mijn krachttrainingen doen, dat is praktischer qua tijdsinvestering. Op de baan bij AV’23 train ik gemiddeld twee tot drie keer per week.”

-Wat vind je leuk bij de training?- “Ik vind het speerwerpen heel leuk. Met krachttraining vind ik het leuk om de grens op te zoeken. Met voorslaan haal ik nu een gewicht van 130 kg en met beendrukken 140 kg. Bij kogelstoten en speerwerpen helpt het enorm om sterk en explosief te zijn, daarvoor is die krachttraining echt nodig. Je werpt vanuit je benen, dan je heupen en vervolgens gooi of stoot je vanuit je bovenlichaam. Bij kogelstoten gebruik ik de aanglij-techniek, niet de draaitechniek.”

-Hoe word je beter?- “Door te oefenen en te proberen, te kijken wat werkt. Speerwerpen is heel technisch en het gaat heel snel. Ik moet de hele tijd nadenken wat ik doe, maar het moet vooral goed voelen.”

Topsportstatus

-Vanuit de VU zijn er regelingen beschikbaar voor studenten die zich naast hun studie met topsport bezig houden. Er is een faciliteitenregeling (zoals bijvoorbeeld gebruik mogen maken van de sportzaal voor krachttraining) en een financiële regeling.-

“Ik heb een topsportstatus, dat betekent dat de gemeente mij ziet als topsporter en daardoor krijg ik met studeren bepaalde vrijheden. Ik kan zonodig vrijstelling vragen voor bepaalde verplichte practica en colleges. Ze gaan er dan bij de VU wat losser mee om, want anders zou ik bijvoorbeeld niet op trainingskamp kunnen. Vorig jaar had ik mijn BSA (bindend studieadvies) niet gehaald. Dat is een bepaald aantal punten dat je in een jaar moet halen. Mede door het sporten was dit niet gelukt. Je kunt ook aanspraak maken op het profileringsfonds, bedoeld voor studenten die om bepaalde redenen hun vakken niet kunnen halen. Het is goed dat dit bestaat, anders wordt het erg moeilijk om studie en topsport te combineren.”

Elleboogblessure

“In mei heb ik bij de training op de baan met speerwerpen mijn elleboog geblesseerd. Het was voor mij de generale repetitie voor het begin van het wedstrijdseizoen. Ik focuste met speerwerpen op mijn aanloop in plaats van op mijn bovenlichaam. Mijn arm kwam in een bepaalde hoek dat niet had gemoeten. Bij de fysiotherapeut, die een echo maakte, bleek dat ik mijn pees voor zeventig procent gescheurd had. Herstel van een pees duurt heel lang, dus ik kon niet meedoen met het Nederlands Kampioenschap (NK) en niet met meedoen met de competitie van ons AV’23 seniorenteam. Ik vond het heel jammer, maar ben in de zomer op vakantie gegaan met mijn ouders naar Spanje waar ik veel heb gezwommen en gewandeld. Ik hou heel erg van bewegen, daar komt het gewoon op neer. Dat ik daar lekker buiten kon zijn, heeft mij wel geholpen. Sinds half september is de pijn weg en ik denk dat mijn pees weer helemaal hersteld is!”

Beste onderdeel en andere onderdelen

-Floris heeft het clubrecord met speerwerpen bij de jongens junioren A: 57,83 meter (2017). Bij de senioren staat het clubrecord nog op naam van Theo Danes: 60,49 meter (2009). Er is ook een clubrecord van 64,58 meter (1970) op naam van Jan de Vries, dit was met een oud model speer. Op een gegeven moment gingen de man zover gooien (meer dan 100 meter), dat het gevaarlijk werd. Toen heeft men besloten andere speren te gaan gebruiken, waarbij het zwaartepunt meer naar voren ligt, waardoor er minder ver gegooid kan worden. Het Nederlands record met speerwerpen is 80,79 meter (2017) en staat op naam van Thomas van Ophem.-

“Ik heb vorig jaar bij het NK met inwerpen meer dan 65 meter geworpen, maar bij de wedstrijd gooide ik minder ver. Er zit veel meer in dan mijn officiële PR van 59,46 meter. Echte records tellen pas als je senior bent. Bij de junioren zit er zoveel verschil in groei, waardoor er ook grote verschillen in prestaties kunnen zijn. Een man piekt gemiddeld pas op zijn 28ste qua fysiek niveau. Door mijn blessure heb ik een tijd niet kunnen trainen. Mijn eerste doel voor nu is het clubrecord van Theo verbreken, daarna zien we wel weer verder.

Eigenlijk vind ik alle atletiekonderdelen leuk, op één komt speer, op twee kogel. Hoogspringen vind ik ook leuk, al heb ik daar de bouw niet voor en met lopen ren ik liever niet verder dan 100 meter. Ik probeer elk jaar een tienkamp te doen, hoewel de laatste keer drie jaar geleden was. Een tienkamp is vooral leuk om samen met andere atleten van AV’23 te doen. Dan wordt het een spannende strijd met elkaar, daarnaast is het ook heel gezellig! Ik denk dat bij ons Bram van der Jagt zou winnen. Voor de werponderdelen krijg je bij een tienkamp relatief weinig punten.”

Floris met zijn vader op pad in de Belgische Ardennen, ongeveer 2000

Andere beoefende sporten en sport in de familie

“Naast atletiek heb ik zeven jaar lang paard gereden bij een manege in Diemen, maar daar ben ik rond mijn veertiende/vijftiende mee gestopt, want ik wilde meer tijd hebben voor atletiek. Paardrijden heeft mij geholpen om mij goed te concentreren en te kunnen focussen. Je moet namelijk een uur lang heel geconcentreerd om het paard zitten. Het heeft ook geholpen voor een goede houding. Ik ga nu nog elke maand met vrienden naar een boerderij in Meppel met veel paarden, dan gaan we rijden in het bos. Ik ben één keer heel hard van het paard gevallen, toen had ik een zware hersenschudding en mijn hand gebroken. Het paard ging met zijn hoef op mijn hand staan. Vroeger was ik heel roekeloos, ik ben wel iets voorzichtiger geworden.

Ik ski al mijn hele leven, we gaan ieder jaar op wintersport. Ik probeer daar zo goed mogelijk in te worden. Vroeger deed ik ook aan snowboarden, maar daarmee viel ik vaker en harder. Ik wil mezelf graag heel houden. Met skiën heb ik meer het gevoel van vrijheid, snowboarden is gelimiteerder, want je zit met beide voeten vast.

Ik heb een sportieve familie. Mijn broer Wouter deed atletiek en was bij de pupillen erg goed. Na atletiek heeft hij gehockeyd en nu tennist hij voor de lol en gaat hij naar de sportschool. Mijn ouders roeien, mijn vader heeft dat altijd al gedaan. Mijn moeder heeft vroeger paard gereden en gehockeyd.”

School/studie/beroep

“Ik heb VWO gedaan op het MLA (Montessori Lyceum Amsterdam). Daarna heb ik een half jaar natuurkunde gestudeerd, maar daar ben ik mee gestopt. Nu doe ik business analytics aan de VU, dat is een stuk leuker. De studie is goed aangeschreven, dat is fijn. Je bent veel met data bezig, ik zou bijvoorbeeld accountant of financieel adviseur kunnen worden. Ik heb nog geen idee wat ik later met deze studie zou willen doen. Voorlopig ben ik er nog vier tot vijf jaar mee bezig.”

Bijzondere atletiekervaring

“Ik heb meerdere bijzondere atletiekervaringen:

  • De landelijke finale competitie met het B-junioren team in 2015. We waren met ons team heel goed en een aantal van ons behaalde een persoonlijk record tijdens de finale.
  • De NK junioren in 2017. Ik was A-junior en heb het toen met speerwerpen helemaal verprutst. Ik werd derde, maar ik had willen winnen. De volgende dag moest ik kogelstoten en ik heb al mijn boosheid hierin gestopt. Toen werd ik opeens tweede terwijl ik als twintigste geplaatst was! Dat is het mooie van atletiek, het is een uitlaatklep. Als een onderdeel niet lukt, kan je het met een ander onderdeel opnieuw proberen.
  • De NK seniorenteams finale in 2017. De hele sfeer was geweldig. We haalden een clubrecord met de estafette 4×400, ik had een clubrecord met speerwerpen en Elvis Afrifa was supergoed op de sprint.
  • De Europese Kampioenschappen in 2016. De wereldtop aan speerwerpers had de wedstrijd op het museumplein. Ik heb samen met Theo Danes meegedaan met het uittesten van de baan. Het was een hele leuke ervaring!”

Leukste wedstrijd

“De clubkampioenschappen en de Nederlandse competitie met het AV’23 seniorenteam. We pushen elkaar om zo goed mogelijk te zijn en goed te presteren voor het team. Bij de clubkampioenschappen is de onderlinge sfeer heel leuk en we willen ook van elkaar winnen. Soms presteren we bij de clubkampioenschappen daarom ineens heel goed.”

Vrijwilligerswerk

“Ik heb veel training gegeven; twee jaar lang, vier keer per week. Mijn ouders hielpen altijd bij wedstrijden. Zelf vind ik het erg leuk om te helpen bij de werponderdelen als er een wedstrijd bij ons op de baan is. We maken met de atleten altijd het krachthok schoon. Als ik tijd heb, vind ik het heel leuk om als vrijwilliger te helpen bij AV’23.”

Favoriete TV programma

“Ik kijk niet veel televisie. Op Netflix volg ik de serie ‘Suits’, het gaat over een jongen die op een rare wijze advocaat wordt. Ook kijk ik naar ‘Lucifer’, het is een vage serie. Het gaat over een duivel die de vorm van een mens aanneemt. Er zit veel comedy in.”

Andere hobby’s behalve atletiek

“Gitaarspelen, ik heb zes jaar lang les gehad. Paardrijden, buiten zijn, fotografie, ik heb veel hobby’s. Ik vind het ook leuk om met vrienden te chillen en met mijn vriendin af te spreken. Ze woont naast de atletiekbaan in Leiden, dat is wel grappig.”

Wil je nog iets kwijt?

“Ik hoop dat we volgend jaar met het seniorenteam vanuit de eredivisie kunnen promoveren naar de eerste divisie. We zijn twee jaar geleden gedegradeerd, dus nu moeten we weer terug zien te komen!”

Job Geerds, atleet van de maand november

“Ik heb hem anderhalf jaar training gegeven. Het is grappig om te zien dat hij van een klein mager jongetje nu een grote gast geworden is (hij wordt per 1 november A-junior). Ik ben benieuwd wat hij aankomend jaar qua tijden met horden gaat laten zien.”