Lois de la Mar (17)

door Monique Admiraal

Zij is een mooie 800 meter loopster, één van de snelste lopers van onze club op deze afstand. Een baanloopster, misschien gaat ze ook nog wel voor de 1500. Vroeger deed ze geen wedstrijden, maar haar talent werd opgemerkt en nu traint ze zes keer per week. Dit jaar doet ze eindexamen aan Het 4de Gymnasium in Amsterdam-West. Ze is een echte bèta, maar ze weet nog niet wat ze gaat studeren. Gemotiveerd om hard te trainen, rustig, kalm, bedachtzaam en vriendelijk, een knappe jongedame, hieronder het verhaal van A-junior Lois de la Mar.

Hoe lang ben je al lid en bij wie train je?

“Sinds de minipupillen, twaalf jaar inmiddels. Ik heb geen flauw idee wie mijn eerste trainer was. Ik heb ooit Sjaak Hoogstraaten gehad, Ynze Strikwerda en Titus Sendrowicz. Ik heb wel lang training gehad van Joost Cosman en ook een aantal vrouwen, maar ik weet hun namen niet meer.

Nu train ik bij Sylvester Tanoh (hoofdtrainer algemene trainingen), Tessa Strijp en Tsega Feleka. Ik vind de looptrainingen bij Tessa en Tsega het leukste. Bij Tessa train doe ik looptrainingen middellange afstand en doe ik vooral tempo’s. Bij Tsega train ik op techniek, ik heb het idee dat ik daardoor veel vooruit ga. Verder train ik twee keer in de week zelf en doe ik krachttraining. Eerst maakte Sander Stok mijn schema’s, maar nu doet Sylvester dit zodat hij er zijn eigen draai aan kan geven.

Je wordt beter door te trainen, niet teveel natuurlijk, want dan gaat het ook niet goed. Bij een training verschilt het bij mij wel. Soms heb ik veel zin in tempo’s rennen, soms heb ik helemaal geen zin. Dat hangt ook af van de rest van mijn week. Soms ben ik moe van school, of heb ik slecht geslapen. Als het mooi weer is, dan is trainen ook leuker.”

Blessures

“Ik heb best veel last van blessures. Een aantal jaar terug had ik veel klachten van mijn knieën, nu heb ik last van (lichte) shinsplints. Tessa noemt dit het ‘toblerone effect’; als het goed gaat, ga ik meer trainen, maar dan krijg ik sneller klachten aan mijn schenen en moet ik minder trainen. Gaat het weer beter, dan begint het verhaal opnieuw. Als ik pijn krijg, dan stop ik. Nu ik meer op stabiliteit train en oefeningen daarvoor doe, heb ik minder klachten hiervan. Ik vind het heel vervelend dat ik jarenlang niet langer dan een paar weken geen pijn heb gehad. Een blessure kwam iedere keer weer terug. Gelukkig kan ik op het moment wel weer gewoon trainen en meedoen aan wedstrijden.”

Beste onderdeel en andere onderdelen

-Lois heeft clubrecords op de 800 meter bij de junioren C (2.25,46 sec) en junioren B (2.19,49 sec). Bij de A/B-junioren heeft ze het indoorclubrecord op de 800 meter (2.21,55 sec).-

“Bij de pupillen deed ik geen wedstrijden. We hadden twee trainingsgroepen; de maandag/vrijdag groep en de woensdag/zaterdag groep. Deze laatste groep nam deel aan wedstrijden, maar ik trainde in de maandag/vrijdag groep en wij deden dat niet. Het was geen bewuste keuze, het kwam voor mijn ouders beter uit dat ik op maandag en vrijdag trainde. Pas toen ik junior werd en de groepen samengevoegd werden, ging ik meedoen aan wedstrijden.”

-Waarom vind je de 800 meter leuk?- “Ik ben er eigenlijk gewoon ingerold. Ik deed de 1000 meter bij wedstrijden, toen bleek dat ik er goed in was. Vervolgens ben ik bij Tessa gaan trainen en werd de 800 meter mijn onderdeel. Op de 400 meter ben ik minder goed, de 1500 meter wil ik ook wel gaan proberen. Crossen vind ik minder leuk, ik vind het eigenlijk te ver. Bij de competitie begint het met 2 km, dat is nog te doen, maar iedere volgende wedstrijd is de afstand verder. Ook die modder, ik hou er niet zo van. Een duurloop rennen vind ik niet zo erg, maar een 50 minuten duurloop vind ik op een gegeven moment toch een beetje saai worden.

Voorheen deed ik ook wel meerkamp, waarbij ik sprinten en speerwerpen het leukste vind. Hordelopen vind ik verschrikkelijk.”

Sport in de familie

“Mijn moeder sport heel veel, ze doet aan kickboksen, wel zes keer per week in de sportschool.

Toen ik twee jaar oud was, zijn mijn ouders gescheiden. We deden dus geen gezamenlijke sportactiviteiten als gezin, maar ik ben hier van jongs af aan gewend. Mijn vader heeft vroeger wel veel gesport maar dat lukt niet meer, hij kreeg een paar jaar geleden een klaplong. Ik heb navraag gedaan bij mijn opa en het blijkt dat hij vroeger veel aan atletiek heeft gedaan. Zijn beste onderdeel was ook de 800 meter. Zijn vader (mijn overgrootvader) heeft ooit meegedaan aan de paralympische spelen voor doven op de middellange afstand en won een medaille.

Ik heb een zus van negentien, zij is niet zo sportief. Ze studeert Geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam, we lijken niet erg op elkaar. Lang geleden heeft zij ook bij AV’23 gesport, maar ze vond het niet zo leuk.”

School/studie/beroep

“Ik zit in de zesde klas van Het 4de Gymnasium in Amsterdam-West (Houthavens). Dit jaar doe ik eindexamen, misschien ga ik hierna wiskunde studeren of bewegingswetenschappen. Ik ben wel goed in wiskunde (ze staat een 10!!). Alleen de banen die je kunt krijgen na deze studie lijken mij niet per se heel leuk. Nee, ik ga geen tussenjaar doen, omdat ik echt geen idee heb wat ik dan in dit jaar zou willen doen. Ja, reizen is leuk, maar ik vind dat je een doel moet hebben en dat heb ik niet. Ik heb wel zin om te gaan studeren. Een universitaire studie en ja, dan wil ik in Amsterdam blijven.

Beroep? Ik heb nog geen idee wat ik wil worden, iets met veel afwisseling. Ik weet niet of ik een kantoorbaan leuk zou vinden. Ik heb gelukkig nog even om hierover na te denken. Voor nu zie ik wel waar het schip strand.”

Leukste wedstrijd

“Ik vind NK’s leuk omdat er zo’n officiële sfeer is met een callroom enzo. Ook de competitie vind ik leuk en gezellig met de hele groep.”

Vrijwilligerswerk

“Vorig jaar heb ik meegeholpen met de marathon, dat was prima. Dit jaar werd ik ingedeeld om bij een wedstrijd te helpen, maar toen kwam het uiteindelijk toch niet uit en hoefde het niet meer. Ik doe het vrijwilligerswerk omdat het moet van de club, maar ik vind het niet per se leuk om te doen.”

Favoriete TV programma

“Ik kijk veel voetbalwedstrijden op TV. Vroeger keek ik naar ‘The voice of Holland’ en naar ‘Expeditie Robinson’. Op Netflix volg ik series; ‘Our planet, Orange is the new black en Atypical’ zijn series die ik leuk vind. Een serie die ik veel gevolgd heb is ‘Black mirror’. De afleveringen gaan over moderne technologie en hoe dit in de toekomst tot slechte dingen zou kunnen leiden.”

Lois (links) op fietsvakantie in 2012, haar zus rechts in beeld (foto: Arnoud de la Mar)

Andere hobby’s behalve atletiek

“Ik vind fietsen heel leuk. Ik werk bij Deliveroo (bezorgdienst voor restaurantmaaltijden) en moet voor mijn werk heel veel fietsen. In de zomer ben ik op mijn racefiets naar Antwerpen gefietst. Vroeger ben ik vaak met mijn familie op fietsvakantie geweest. Dan gingen we in Italië bij veertig graden de berg opklimmen. Heel zwaar, maar ik was wel als eerste boven!”

-Is de triatlon misschien iets voor de toekomst?- “Het lijkt mij leuk, maar zwaar en ik ben geen zwemfanaat, misschien ooit.

Afgelopen zomervakantie ben ik voor de eerste keer gaan bergwandelen. Ik vond het heel mooi, de omgeving, de rust. Dat wil ik vaker gaan doen.”

Niels Schager, atleet van de maand januari

“Ik heb hem weleens gezien op wedstrijden en clubkampioenschappen. Hij is master, voor de rest ken ik hem niet.”