Anna Goede (29)

door Monique Admiraal

Zij is een bekend gezicht bij AV’23, want ze loopt hier al een tijd rond. Actief als atleet, maar voorheen zat Anna ook in het jeugdbestuur, beheerde zij de jeugdpagina op de website, was ze jarenlang trainer en was ze ploegleider van de dames senioren. Haar specialiteit is discuswerpen, maar ze heeft vroeger alle andere onderdelen ook gedaan. Een betrokken atlete die we na de corona lockdown hopelijk weer zien schitteren met discuswerpen.

Hoe lang ben je al lid en hoe ben je bij AV’23 terecht gekomen?

“Ik ben lid sinds de D-junioren, al achttien jaar dus. Dat ik op atletiek zou gaan was het idee van mijn moeder. Ik zat op turnen, maar ik werd een beetje te lang. Ik paste bijvoorbeeld niet meer goed op de brug, hij was niet hoog genoeg en door mijn lengte kon ik ook niet meer goed salto’s maken.” –Anna heeft een prachtige lengte van 1.82 meter.- “Het was tijd om een nieuwe sport te gaan proberen. Toen ik begon was het zomer. Ik zat eerst in de verkeerde groep. Het verliep in die tijd een beetje rommelig met de instroom bij AV’23. Uiteindelijk kwam ik terecht bij Theo Danes en Sander Stok, zij trainden toen alle junioren. Ik vond het heel leuk en was erg gemotiveerd. Ik mocht al snel meer gaan trainen, waardoor ik de extra trainingen van Michael Weber kon gaan volgen. Die trainingen waren heel pittig. Dat was best zwaar voor mij, want ik ben niet zo goed in die conditiedingen. Bij Michael moesten we bij loopscholing altijd terug dribbelen (niet wandelen!) en rondjes buitenom rennen. Je werd er wel echt beter van. De enige die nog over is van mijn oude groep, is Rosa de Jong, de rest is helaas allemaal gestopt.”

Training

“Ik trainde vanaf mijn vijftiende met een groepje af en toe bij Els van Noorduyn. Op een gegeven moment ben ik volledig bij Els gaan trainen. Ik bouwde mijn trainingen uit van drie keer per week tot zes-zeven keer per week, vrijdag was de enige rustdag. Toen ik nog studeerde had ik veel ruimte/tijd om te trainen. Nu ik werk, train ik in ieder geval vier keer per week, daarnaast probeer ik iedere ochtend aan yoga te doen.

Els is een ontzettend goede trainer om meerdere redenen. Zij heeft passie voor haar werk en heeft echte aandacht voor de atleet. Ze maakt hele goede persoonlijke trainingsschema’s. Ik train al zo lang bij haar en toch verzint ze steeds weer nieuwe dingen voor mij om te doen. Ze blijft creatief en gaat altijd op zoek naar nieuwe informatie waardoor ze ideeën krijgt voor oefeningen. Ze heeft mij ook geholpen op mentaal vlak. Ik heb dingen van haar geleerd die mij later hebben geholpen bij mijn studie en werk. Ik wilde het altijd te graag goed doen, ze leerde mij vertrouwen op mijzelf en deed dit vaak door mij dingen te laten ervaren. Dan creëerde ze een omgeving waarin ik uitgedaagd werd en zo kon begrijpen wat er gebeurde. Els heeft mij ook geleerd dat als je aandacht hebt en je vertrouwt op jezelf, dat je dan boven jezelf uit kan stijgen. Dat voelt dan net alsof alles vanzelf gaat, zo makkelijk.

Bij de eerste lockdown mochten we enige tijd niet op de baan trainen. Els ging daarom met ons videobellen met extra pittige oefeningen voor thuis. Wat zij allemaal kan zien op zo’n klein scherm, het is heel bijzonder.”

Beste onderdeel en andere onderdelen

-Ik heb een tijd het clubrecord gehad voor polsstokhoogspringen bij de meisjes junioren C, B en A (2,30 meter), het is ook pas een onderdeel voor vrouwen sinds 2000 en ik was de eerste die het deed. Maar dat is inmiddels verbroken door Tessa de Ruiter en Ismay van der Klei die 2,40 en later zelfs 2,60 meter sprongen. Ook had ik het clubrecord bij de senioren dames op discuswerpen (41,55 meter), maar dat record is verbroken door de zus van Tessa; Iris de Ruiter, zij wierp 45,01 meter. Ik heb nu alleen nog een clubrecord met kogelslingeren.-

“Toen ik net lid was, deed ik alle onderdelen, de meerkamp en zelfs de cross waar ik een hekel aan had. Ik vond de technisch lastige onderdelen hordelopen, polsstokhoogspringen en discuswerpen het leukst. Vanwege mijn turnverleden was ik vooral goed in polsstokhoogspringen en deed ik mee aan de Nationale C-spelen. Die zijn altijd bij AAC in Amsterdam West. Mijn ouders hadden geen auto, dus ik besloot met die stokken (van ongeveer drie meter) op de fiets te gaan! Het was best lastig fietsen natuurlijk, en er bleek ook nog Uitmarkt te zijn dat weekend. Helaas kreeg ik rond mijn vijftiende veel last van mijn enkel en moest ik geopereerd worden. Daarna kon ik een tijd lang geen loop- of spring onderdelen meer doen. Toen ben ik mij gaan focussen op werpen. Discus kan ik wel goed, dat is mijn lievelingsonderdeel. Vanwege de combinatie van techniek, snelheid, kracht en flexibiliteit is het wat mij betreft ook het mooiste onderdeel. Bij de competitie heb ik vaak kogelslingeren gedaan, omdat niemand anders dat kon. Inmiddels zijn er wel een paar dames die dit onderdeel ook kunnen doen.”

Sport in de familie

“Mijn vader is vrijwilliger geworden bij AV’23 toen ik lid werd. Hij volgde de jurycursus en was tot twee jaar geleden VIP jurylid voor onze damesploeg. Op een gegeven moment is mijn vader bij AV’23 gaan lopen en hij ging steeds verder. Hij deed graag mee aan Rondje Mokum, het Kennemer cross circuit, de 7-Heuvelenloop en liep vier keer een marathon (Amsterdam en Rotterdam). Hij is nu gestopt met hardlopen en is gaan fietsen en kajakken. Dat laatste doet hij met mijn moeder meerdere keren per week. Ze maken mooie tochten, bijvoorbeeld naar Pampus. Ik ben één keer met ze mee gegaan. Het is eigenlijk verschrikkelijk, je zit helemaal niet lekker in een kajak.

Mijn moeder is heel sportief en kan goed zwemmen en schaatsen, ze houdt van watersporten. Ze heeft vroeger veel andere sporten gedaan, bijvoorbeeld tafeltennis, judo, tai-chi en ook atletiek. Mijn broertje Jeppe heeft een paar jaar op atletiek gezeten. Hij fietst, zwemt en surft en is ook heel sportief. Dennis, mijn vriend heb ik bij AV’23 ontmoet. Vroeger deed hij altijd sprint, maar is sinds kort geen lid meer. Nu loopt hij voor zichzelf, ongeveer twee keer per week maximaal een kilometer of tien en op zondag rennen we samen.”

 Wibaut-work-out

“Ik heb een leuke training bedacht sinds corona. Ik doe dit met mijn vriend of met een vriendin. Je begint met heel rustig rennen op lage hartslag (lager dan 150). Als je een bankje, trappetje of randje tegenkomt, ga je een oefening doen. Bijvoorbeeld hinkelen bij ieder zebrapad of opdrukken bij een fietsnietje of iets anders wat in je opkomt. Voor ons begon de training in de Wibautstraat. Bij de eerste lockdown reden daar helemaal geen auto’s, het was heel stil. Tegenwoordig is het alweer druk en doen we de training op andere plekken. Voor mij is dit de ideale training, want ik hou niet zo van lang achter elkaar rennen. Liever langzaam en kort en nu kan ik steeds stoppen om een oefening te doen. Ik vind het gewoon lekker om te trainen, daarom doe ik het en probeer ik iedere dag in beweging te zijn, fijn om mijn hoofd leeg te maken.”

School/studie/beroep

“Ik heb het Barlaeus Gymnasium gedaan, daarna heb ik aan de UvA Future Planet studies gestudeerd. Het is een interdisciplinaire studie, waarbij je allemaal verschillende vakken volgt die in thema’s met elkaar verbonden zijn. De studie is gericht op de grotere wereldproblematiek zoals de klimaatverandering en voedselvoorziening. Ik deed de specialisatie planologie. Na deze studie wilde ik meer oplossingsgericht bezig zijn en heb ik in Wageningen Urban Environmental Management gestudeerd. Je verdiept je eenvoudig gezegd in milieu en duurzaamheid in de stad.

Ik werk nu een aantal jaar, waarvan bijna twee jaar bij ingenieursbureau Witteveen+Bos in Utrecht (hoofdkantoor is Deventer). Sinds corona werk ik thuis en ben ongeveer vijf keer op kantoor geweest. Nu is het kantoor helemaal dicht, wachten op betere tijden. Ik werk op de afdeling gebiedsontwikkeling en wij houden ons onder andere bezig met gezonde leefomgeving en klimaatadaptatie. Mijn aandachtsgebied is ‘de hitte in de stad’, waarbij ik onderzoek op welke plekken in de stad het meer of minder warm is. Onze groep richt zich op de ‘smart en healthy city’. We geven data gedreven advies voor gezonde steden.”

Bijzondere atletiekervaring

“Bij het Europees Kampioenschap 2016 werd het onderdeel discuswerpen op het Museumplein in Amsterdam gehouden. Ik ben gaan kijken naar de kwalificaties. De setting was heel mooi en de atleten wierpen echt heel ver (ongeveer 70 meter). De ring die daar lag, heeft AV’23 gekregen. Maar bij de recente renovatie van de baan is de ring expres/ per ongeluk weggehaald. Ik begrijp niet hoe dit gebeurd kan zijn! Er zijn twee nieuwe ringen geplaatst waar ik helemaal niet tevreden over ben. De ene is te glad en de andere is te stroef. Jammer om iets weg te gooien wat nog goed was.”

Leukste wedstrijd

“De leukste wedstrijden zijn de Nationale Baancircuit wedstrijden zoals de Ter Specke Bokaal, de Flynth Recordwedstrijden en de Klaverblad Arena Games. Dat zijn wedstrijden waar de echte topatleten aan meedoen. Het is altijd goed georganiseerd en er doen minder mensen aan mee, dus je bent sneller aan de beurt. Ook wedstrijden in teamverband vind ik leuk, zoals de competitiewedstrijden en de Nederlands Studentenkampioenschap Baanatletiek, waarbij we met ons team eerste zijn geworden (zie foto hieronder).”

Nederlandse Studentenkampioenschap Baanatletiek 2015, met teamgenoten Sammie Jansen, Rosa de Jong en Jenny Baar

Mijn held/idool

“Ik ben niet zo van de helden of idolen, maar heb er wel over nagedacht. Bij discuswerpen is Sandra Perkovic al tien jaar lang de beste en wint steeds EK, WK en de Olympische spelen. Wat ik heel goed vind aan atleten die al langer in de top meedoen, zoals bijvoorbeeld ook Allyson Felix, Daniel Ståhl, Christian Taylor of Churandy Martina, is dat ze gebruik maken van hun positie voor belangrijke maatschappelijke onderwerpen en de atletieksport zelf.”

Vrijwilligerswerk

“Ik ben jarenlang trainer geweest, daarna hoofdtrainer. Vervolgens kwam ik in het jeugdbestuur en was ik secretaris waarbij ik de jeugdnieuwsbrief verzorgde en de jeugdwebsite beheerde. We organiseerden ook veel evenementen, zoals trainingskamp en barbecues. Ik ben ook nog een tijdje trainingscoördinator geweest. Ja, het was veel werk! Eigenlijk ben ik gestopt omdat ik in Wageningen studeerde en het niet te combineren was met mijn studie. De laatste jaren was ik ploegleider van de dames senioren, maar dat heb ik dit jaar overgedragen aan twee teamgenoten. Het vrijwilligerswerk dat ik nu doe, is helpen bij wedstrijden; een stuk rustiger, maar ook leuk.”

Andere hobby’s behalve atletiek

“Ik kook graag en heb heel veel kookboeken. Mijn huidige favoriet is MAN.EAT.PLANT. Ik maak graag gerechten met veel groente. Dit boek staat vol gebraden, gegrilde en andere waanzinnig smakelijke recepten. Pas geleden heb ik een humuskookboek van mijn moeder gekregen. Ik heb ook een vegan sport kookboek, maar dat heb ik nog niet gebruikt omdat de recepten zo ingewikkeld zijn. Als ik ga koken ben ik soms wel twee uur bezig, omdat ik het gewoon heel leuk vind om te doen. En sommige gerechten duren lang, bijvoorbeeld als je moet marineren, sudderen of iets in de oven moet bakken. Als je veel tijd, energie en liefde in het koken stopt, wordt het vaak nog lekkerder!

Een andere hobby is foto’s maken. Ik heb een systeemcamera die ik onder andere gebruik bij de atletiekwedstrijden. Het is heel leuk om bij de wedstrijden mooie foto’s van atleten te maken.

In deze coronatijd heb ik er een nieuwe hobby bij gekregen: wandelen. Ik wandel vooral in Amsterdam, steeds op verschillende plekken. Heel soms huur ik een auto, en rij bijvoorbeeld naar de Waterleidingduinen of naar het Naardermeer (het Laarzenpad is erg mooi) en dan ga ik daar wandelen. In de zomer fiets ik ook veel, bijvoorbeeld naar Weesp, Waterland of Ouderkerk aan de Amstel.”

Pam de Kruif atleet van de maand maart

“Ik ken haar niet. Ik zie haar naam wel eens in uitslagen staan, volgens mij kan ze hard rennen. Aan haar naam te zien, zou ze een dochter van trainer Stella de Kruif kunnen zijn. Ik ben benieuwd waar haar verhaal over zal gaan!”