Tessa Strijp, looptrainer van de junioren D1 t/m A2 en de eerstejaars senioren

Trainer van de maand mei 2017
door Monique Admiraal

Tessa heeft net training gehad van Els van Noorduyn. Er zijn twee mensen jarig, we zingen verjaardagsliederen en eten een heerlijke plak kokoscake. Daarna vertrekken we op de fiets naar café Polder waar ik haar mag interviewen en mag luisteren naar haar enthousiaste, vrolijke verhalen en atletiek avonturen. Uit alles blijkt, ze is ondernemend, initiatiefrijk, creatief, belangstellend en heel aardig.

Hoe lang ben je al trainer?
“Ik ben ongeveer tien jaar geleden begonnen als assistent trainer voor de basisgroepen. Binnen de club heerste een sfeer van ‘doe maar een 60 meter aan het einde van de training’. Ik merkte dat er geen aanbod was voor het trainen op langere afstanden, toen ben ik dat zelf gestart. Mijn eerste groep begon met drie kinderen en daar kwamen steeds meer kinderen bij. Drie/vier jaar geleden merkte ik dat de groep veel te groot werd en heb ik het opgesplitst in twee groepen, ingedeeld op niveau en op leeftijd. Afgelopen winter startte ik met groep drie. Wat ik heel leuk vind is dat de leeftijden door elkaar zitten. Goed voor het groepsgevoel, de atleten moedigen elkaar aan tijdens wedstrijden. Nu is er binnen de club wel wat veranderd, er is meer aandacht voor loopgroepen. Lennart is nu ook begonnen met een loopgroep voor de pupillen.”

Wat motiveert je als trainer?
“Enthousiaste kinderen. Het is een wisselwerking; ik word enthousiast van de kinderen en zij worden dat als ik enthousiast ben. Plezier is het allerbelangrijkste. De voorwaarde om bij mij te trainen is dat je moet willen, het niveau maakt niet zoveel uit. Als je merkt dat iemand progressie maakt, is dat hartstikke leuk. Soms is het een soort slagveld, dan zijn ze helemaal uitgeteld na de training. Ik krijg van de kinderen vaak terug dat ze bij mij echt wat hebben gedaan.” Heb je weleens geen zin om training te geven? “Nee! Soms ga je met niet heel veel zin. Maar daar moet je niet over nadenken als trainer. Je gaat gewoon. Je hebt je ergens aan gecommitteerd, dus je bent er, punt.”

Wat zijn je sterke kanten als trainer?
“Dat ik op ideeën kan komen, iets heel nieuws kan doen, creativiteit. Meestal werkt het, heel soms niet. Een keer heb ik in de rustmaand september ‘wie is de mol’ gedaan, een atleet was de hele maand de mol en de anderen moesten na drie trainingen vol oefeningen raden wie de mol was. Ik heb ook een tijdje na afloop van iedere training een yoga oefening gedaan. Één keer pakte mijn idee niet zo goed uit, plan was om een soort lachtherapie te doen. Janke en Giel deden mee en gingen heel hard lachen, de rest vond er niks aan.
Ik doe veel aan groepsvorming, buiten de trainingen om organiseer ik uitjes. Met de oudste groep hebben we al veel gedaan, onder andere karten, bowlen, lasergamen en de escape-room.”

Je zusje Janke traint bij jou, is dat niet lastig?
“Nee, we hebben een sterke band met elkaar. We kunnen eindeloos over atletiek praten, tot in details en cijfertjes. Ik heb ook nog een broer, hij zit tussen ons in, hij voetbalt. Voor hem is het weleens wat minder fijn dat wij het zoveel over atletiek hebben. Één keer is het lastig geweest met Janke tijdens een training, toen was het oorlog tussen ons thuis. Ik denk wel dat ze minder snel dingen van mij aanneemt dan van bijvoorbeeld Theo. Maar over het algemeen is het vooral heel leuk dat Janke bij mij traint, dat doet ze al ongeveer zes jaar.”

Wat is je eigen beste onderdeel?
Tessa werd op haar vijfde lid van AV’23. Ze heeft bij de loopnummers een aantal clubrecords op haar naam staan; meisjes pupillen A de 1000 meter in 3.28,1 minuten, meisjes junioren D de 600 meter in 1.46,56 minuten, meisjes junioren C de 400 meter in 60,46 seconden, meisjes junioren A de 800 meter in 2.18,36 minuten. Er staan ook indoorrecords op haar naam en ze kan goed verspringen (clubrecord bij de meisjes pupillen A, 4,45 meter). Tessa stelt hoge doelen en kan deze vaak ook bereiken. “Op een gegeven moment besloot ik dat ik verder wilde springen dan 5 meter. Ik trainde hiervoor en kocht nieuwe verspringspikes. Bij de eerste wedstrijd sprong ik inderdaad meer dan 5 meter, toen was het goed. Ik heb de spikes nooit meer aan gedaan.”
– In 2013 werd Tessa Nederlands kampioen bij de A-junioren op de 400 meter. Bij de NK senioren werd ze datzelfde jaar vijfde. – “Mijn sterkste onderdeel is op dit moment waarschijnlijk de 400 meter. Af en toe een 300 of 600 meter lopen vind ik ook heel leuk. Misschien, als het aanbod er bij AV’23 eerder was geweest, had de 800 meter mijn sterkste afstand kunnen zijn. Ik ben niet zo explosief van nature.”

Blessure
“Ik heb al lang een blessure aan mijn knie. Het is heel erg vervelend, ik hoop in oktober weer fit te zijn, dan ben ik er een jaar uit geweest. In januari en februari kon ik helemaal niet rennen en zat ik er doorheen, ik word er niet blij van. Ja, ik denk dat ik de endorfine mis, er moet een bepaalde vermoeidheid in het lichaam zijn. Mijn hoofd en mijn lichaam moeten in balans zijn. Als een van de twee niet in de juiste hoeveelheid uitgedaagd wordt, dan merk ik dat ik niet goed in mijn vel zit. Natuurlijk baal ik als ik wedstrijden zie, want ik wil ook meedoen, maar ik ben al heel blij dat ik nu weer een beetje kan rennen, al is het niet op volle kracht.”

Bijzondere atletiekervaring?
“Ik mocht in 2009 uitkomen voor Nederland bij de Interland voor de junioren C, voor Oranje, omdat ik derde werd op de C-spelen. Dat is toch leuk natuurlijk.
Ik had ook eens een blunder; ik ben een paar jaar geleden op de 200 meter keihard gevallen, 5 meter voor de finish. Ik ging de wedstrijd in met nieuwe spikes en sleepte door de verzuring met mijn voet over de grond, struikelde en daar ging ik. Die herinnering blijft in je hoofd, ik had er daarna last van bij de 400 meter, de gedachte ‘ik mag niet vallen, ik mag niet vallen….’. Bij vermoeide, verzuurde benen, kwam die gedachte steeds weer binnen, het duurde wel even voordat ik daar van af was.”

Meisje op de EK Poster


-Theo Danes heeft hierover ongeveer een jaar geleden al een stukje geschreven op de AV’23 website en er staat een filmpje op Youtube. Tessa werd als rechtenvrije atlete gevraagd of zij voor de poster wilde figureren. De hele stad hing in 2016 vol met deze foto van haar, alleen de mensen die Tessa goed kennen, wisten dat zij het was.-
“In het krachthok van AV’23 hangt de EK-poster. Ik was daar een keer aan het trainen, toen er een pupil binnen kwam en zei; ‘Kijk dat is Dafne Schippers’, ik stond er naast, maar ik heb niets gezegd.”

Leukste wedstrijd om aan deel te nemen?
“Als ik echt moet kiezen, dan is het de wedstrijd in Oordegem, in België. De sfeer is zacht, gezellig en ontspannen. Het is een hele goede baan en iedereen kan meedoen van recreatief niveau tot topniveau. Er doen veel buitenlanders mee waarvan je geen idee hebt wie ze zijn, je loopt tegen nieuwe mensen van je eigen niveau, je wordt uitgedaagd. Ik heb daar altijd goed gelopen. Een paar keer ben ik met mijn vader naar deze wedstrijd toe gegaan. Voorwaarde voor hem is dat we na afloop gezellig samen Vlaamse frieten eten.”

Favoriete eten?
“Moet ik weer kiezen…. Als ik uit eten ga, dan kijk ik altijd als eerste naar de toetjes! Sinds een maand ben ik vegetariër. Waarom? Onder andere vanwege het klimaat, het dierenleed; ik heb aangrijpende documentaires op TV gekeken. Eigenlijk ben ik sinds ik niet meer thuis woon, steeds minder vlees gaan eten en ik mis het niet. Nu eet ik vaak pasta met groente en kaas.”

Andere hobby’s behalve atletiek?
“Haha, geen postzegels verzamelen of punniken. Vroeger had ik blokfluitles en heb ik lang piano gespeeld, ik heb twee jaar getennist. Nee, ik heb nooit een teamsport gedaan. Op het moment ben ik druk met werk, trainen en atletiektraining geven. Ik werk als psycholoog en volg nu de basiscursus cognitieve gedragstherapie.
Er zijn heel veel dingen die ik leuk vind en die mij interesseren. Ik maak uitstapjes en/of ga lekker eten met vrienden en familie. Binnenkort ga ik een grote reis naar Tanzania maken met een vriendin. Vorig jaar had ik een soort obsessie met het heelal. Er zou een meteorietenregen komen en die zou goed zichtbaar zijn in Duitsland. Ik ben in mijn eentje met mijn ouders auto naar deze plaats in de buurt van Berlijn toe gereden. Het was acht uur rijden en toen het voorval plaats zou vinden was het bewolkt! Ik kreeg intussen appjes van vrienden dat dit bijzondere natuurverschijnsel ook op de Veluwe goed zichtbaar was, terwijl ik al die moeite had gedaan…. Uiteindelijk mocht ik de auto van mijn moeder nog een dag langer lenen, ben ik naar Berlijn gegaan, heb ik heerlijk in mijn eentje de stad verkend en kon ik die avond de meteorietenregen alsnog zien.”

Hoe verplaats jij je in Amsterdam?
“Op de fiets, het is de beste uitvinding die er bestaat. Met de fiets door Amsterdam, dat vind ik fijn. Nee, het is niet levensgevaarlijk, ik sta ook niet in de file met de fiets. Ik ga voor mijn werk met de pont vanaf het Azartplein naar Amsterdam-Noord en ben er binnen twintig minuten. De bus stinkt, ik word daar misselijk van. Als ik verder weg moet, dan ga ik het liefst autorijden, heerlijk met mijn eigen muziekje aan.”

Waar denk je aan bij de maand mei?
“Het begin van het wedstrijdseizoen en mijn vader is jarig in mei. Zon, ik hou van zon en ik haat winter en kou.”

Heb je een verbeterpunt/tip voor AV23?
“Wat mij heel leuk lijkt, ligt in de sfeer van wat ik met mijn eigen groep doe; uitjes organiseren. Dit zou ook meer vanuit de club gedaan kunnen worden, bijvoorbeeld door het vormen van een ‘uitjescommissie’. Kinderen uit verschillende trainingsgroepen zouden zich dan kunnen inschrijven voor een bepaald uitje. Zo worden de leeftijden weer gemixt, vriendschappen kunnen ontstaan en deze zijn niet leeftijdsafhankelijk. De kracht van zo’n uitje is de binding met de club.”
Tessa zit vol goede ideeën, dat is in verleden al gebleken. Zo bedacht zij ruim tien jaar geleden het ‘ouder-kind toernooi’ en initieerde zij het jaarlijkse AV’23 gala.

Ik geef het stokje door aan….
“Els van Noorduyn, mijn eigen trainer. Ze doet verschrikkelijk veel voor haar atleten. Bijna elke dag gaat ze vanuit Leersum naar de baan. Er zijn niet heel veel trainers die je ook als mens iets leren. Het is niet alleen maar technisch, ze leert je vertrouwen op jezelf in onzekere situaties en bedenkt de gekste oefeningen. Het gaat veel verder dan sport en je neemt die kennis en ervaringen mee in de rest van je leven.”