Zweeffase

door Kees Elsinga

Van heinde en ver waren ze op 13 mei 2007 naar Amsterdam gekomen voor de 21e mastersdag van AV’23 en AVVN: tientallen masters (v/m) in de leeftijd van 35 tot 85 die met geen andere bedoeling waren gekomen dan om hun eigen PR, een clubrecord of misschien zelfs een Nederlands record te breken.

Hoogtepunt van de middag was het snelwandelen. Zo’n 25 atleten uit binnen- en buitenland hadden zich voor de start van de 3000 en 5000 m. verzameld. Onder hen bevond zich ook onze eigen Gerard, die met haarband en ‘Bram Som’-kousen er geen misverstand over liet bestaan dat hij ambitieuze plannen had: misschien geen Nederlands record, maar toch zeker een PR en misschien zelfs een clubrecord op de 3000 meter.
Nu is het met snelwandelen zo, dat je een heleboel dingen wel mag, maar vooral heel veel niet. Zo mag je niet ‘zweven’, d.w.z. beide voeten moeten tegelijkertijd contact met de grond hebben en je mag ook de knie van je voorste been niet buigen. Eigenlijk mag je je benen helemaal niet bewegen. Dat betekent dat de energie van andere lichaamsdelen moet komen en zo zie je heel wat schokkende heupen, malende armen en schommelende hoofden voorbij komen. Het was een prachtig kijkspel: net of je een filmpje van de Kalverstraat op zaterdagmiddag versneld afdraait.
Gaande de wedstrijd merk je dat snelwandelen geen sinecure is: naarmate de bewegingen van heupen, armen en hoofd minder soepel worden, krijgt de neiging de overhand om toch maar die knie te heffen of, al is het maar voor even, die heerlijke zweeffase te ervaren…

Bij de 800 m had kort tevoren een ‘normale’ atleet de zweeffase wel erg letterlijk genomen. Vlak voor de eindstreep was hij zo verzuurd dat hij niet meer op zijn benen kon blijven staan en met een zweefduik onder de E.T. en de finishcamera door de lijn passeerde.
Zoiets zou een snelwandelaar nooit doen. In zijn hart zou hij eigenlijk niets liever willen dan zweven en buigen. Het mag alleen niet. Je wordt onmiddellijk bestraft: een gele kaart met een ‘V’ als je je knie buigt en een gele kaart met een ‘~ ‘ als je zweeft. Bij herhaling word je uit de wedstrijd genomen (rode kaart).
Het werd de snelwandelaars afgelopen zondag wel extra moeilijk gemaakt. Op het middenterrein was tegelijkertijd het polsstokhoogspringen aan de gang en als er nu één atletiekonderdeel is waarbij je alles moet buigen wat maar gebogen kan worden en waarbij het zo lang mogelijk zweven het enige doel is, dan is het wel polsstokhoogspringen. Wie kan het de snelwandelaars dan ook kwalijk nemen dat ze op het lange rechte stuk voor de finish zwichtten voor de verleiding en als dartele veulens al knieheffend en zwevend voorbij huppelden. Je kon de opluchting op de gezichten aflezen… Alleen onze Gerard bleef stoïcijns: hij keek steeds bozer omdat hij de enige was die zijn kamelentred stug volhield. En je hoefde niet dichtbij te staan om hem te horen snuiven van woede.
En de jury dan, vraag je je misschien af? Welnu, de jury was in volstrekte verwarring en kwam aan gele kaarten niet toe, laat staan rode. Hoe houd je in vredesnaam in de gaten wie er 7 ½ rondjes moet lopen en wie 12 ½ ? Na 5 minuten had de voorste loper de laatste al twee keer ingehaald. Na 10 minuten was iedereen al één of twee keer gelapt of was daar zelf mee bezig. In uiterste nood vroeg men aan de lopers zelf maar met welk rondje ze bezig waren. Een aantal lopers zag hiermee het PR, CR of NR een stuk dichterbij komen… Anderen waren zo in trance dat helemaal niets meer tot ze doordrong. Ik sluit niet uit dat sommigen nog steeds hun rondes aan het maken zijn in afwachting van de bel.
En Gerard? Zoals gebruikelijk had hij ook nu een forse eindsprint in huis (zonder kniehef!) en kwam stralend over de finish in een tijd van rond de 18 minuten: een PR en CR rijker!