Pam de Kruif (14)

door Monique Admiraal

Ze is snel, sterk en slim. Al vanaf de mini-pupillen lid, dus ze is goed getraind. Pam is bij de C-junioren van AV’23 de beste 800 meter loopster en vindt lopen het leukste om te doen. Hardlopen doet ze vooral voor haar plezier, maar toevallig is ze wel heel goed. Corona heeft helaas de afgelopen maanden wel flink wat roet in het eten gegooid. Kortgeleden is ze gestart met zelf training geven, ook heel leuk en leerzaam. AV’23 leidt zelf haar trainers op en Pam is weer de volgende lichting enthousiaste jonge trainers. We gaan vast nog veel zien van deze getalenteerde atlete!

Hoe lang doe je al aan atletiek?

“Ik ben lid bij AV’23 vanaf de ini-mini’s, de eerste groep ini-mini’s van de club. Ik was pas vijf jaar, dus ik kan mij niet zo heel veel van de trainingen herinneren, maar wel dat ik het leuk vond. Mijn eerste trainer was Mathilde Bakker. Mijn moeder gaf al lange tijd training bij de club en ze dacht dat atletiek wel bij mij zou passen. Ze had gelijk, want na negen jaar ben ik hier nog steeds!”

Training

“Ik train vier keer per week. De algemene trainingen volg ik bij hoofdtrainer Rosa de Jong. Daarnaast volg ik als specialisatie twee verschillende looptrainingen. Een training bij Nick van der Heide en een bij Michael Weber. Ik vind het heel fijn dat ik twee verschillende looptrainers heb, omdat ik van beiden verschillende dingen leer. Bij Michael hebben we een grote groep, uiteenlopend in leeftijden en trainen we heel veel op conditie. Bij Nick zit ik in een groep met alleen maar jongens en ben ik twee jaar jonger dan de rest, maar dat maakt niet uit. Er is bij Nick meer aandacht voor looptechniek.

Ik heb al die jaren veel verschillende trainers gehad en de meesten zijn echt goed. Alles bij elkaar denk ik wel dat ik tot nu toe het meeste van Nick geleerd heb. De reguliere trainingen voor de hele groep zijn heel gezellig. De specialisaties zijn natuurlijk ook gezellig, maar ik vind het leuk dat het een hoger niveau is.

Je wordt beter door je genoeg in te zetten bij de training en door na de training genoeg rust te nemen. Je moet zelf goed weten en voelen wat je wel of niet aankan.”

Corona

“Ik heb in december corona gehad en ben drie weken goed ziek geweest. In het begin had ik veel hoofdpijn en was heel erg moe. Ik heb drie weken in bed gelegen. De corona heeft veel invloed gehad op hoe ik die weken en maanden daarna kon rennen. Sprintjes trekken lukte wel, maar een 200 meter rennen, kostte mij al veel moeite. Ik had last van mijn longen, weinig zuurstof en voelde druk op mijn borst. Mijn conditie was erg verslechterd en ik moest dus weer gaan opbouwen. Ik kon al best goed naar mijn lichaam luisteren en goed voelen of iets wel of niet zou lukken, maar in die opbouwfase moest ik nog beter opletten. Ik begon met de algemene trainingen oppakken en ik heb het langzaam uitgebreid. Nu gaat het veel beter met mij. Het voelt al weer bijna normaal, alleen soms krijg ik nog steeds niet genoeg lucht en ben ik sneller moe.”

Middellange afstanden

“De 800 meter is mijn beste onderdeel. Of eigenlijk alles tussen de 300 en 800 meter. Het is meer dan een jaar geleden dat ik mijn PR liep op de 800 meter, een tijd van 2:28,16 bij de NK indoor in Apeldoorn. Ik werd toen zevende. Door de corona zijn er daarna weinig wedstrijden geweest.

Ik vind verspringen ook een leuk onderdeel. Bij de competitie doe ik dit onderdeel erbij, mijn PR staat op 4,51 meter. Ik heb geen clubrecords, maar ik zat er drie keer heel dichtbij op de 1000 en de 600 meter. Misschien gaat het me nog lukken om een keer een clubrecord te halen. Het afgelopen jaar ben ik een stuk langer geworden, dus ik denk/hoop dat ik mijn records het komend seizoen wel kan verbeteren.”

Waar verwacht je over vijf jaar te staan in je atletiek carrière?

“Dat vind ik een moeilijke vraag. Atletiek is niet mijn hoofddoel. Ik weet niet of ik het er voor over zou hebben om zoveel te trainen en mij volop in te zetten voor de sport, zoals topsporters doen. Als ik heel goed zou zijn en aan grote wedstrijden zou deelnemen, dan zou ik er wel voor gaan. Maar ik weet nu niet hoe goed ik kan worden.

Topsport beoefenen is denk ik wel een opoffering, je moet veel dingen opgeven. Ik wil graag reizen, ik vind veel anderen dingen ook heel leuk. Ik hou bijvoorbeeld van tekenen en schilderen en met vrienden afspreken. Ik heb zelfs een leuke Amerikaanse vriendin met wie ik iedere dag ga facetimen. School en studie vind ik belangrijk en op school zou het wel te regelen te zijn om topsport te beoefenen. Maar ik doe atletiek vooral voor mijn plezier, omdat ik het leuk vind om te bewegen en een goede conditie te hebben. Het is lekker om te lopen. Het is fijn als het goed gaat, maar ook als het niet goed zou gaan, zou ik blijven sporten.”

Eerste bij de clubkampioenschappen, oktober 2017

Sint Nicolaas Lyceum, sportklas

“Ik zit in de derde klas van het VWO op het Sint Nicolaas Lyceum. Eigenlijk vind ik de school niet bij mij passen; veel saaie huiswerkopdrachten uit werkboeken, weinig creatieve opdrachten. Ik ben een beetje chaotisch en kan niet goed plannen, dus op zich past het wel dat de school streng is, maar soms vind ik het te heftig. Gelukkig is mijn klas wel heel leuk en ook dat het een sportklas is. Ik heb echt leuke mensen in mijn klas, dus ik blijf wel op die school.

De sportklas houdt in dat je iedere vrijdagmiddag buiten school om een sport gaat doen. Ik heb bijvoorbeeld leren zeilen, tafeltennissen en heb zelfverdediging, snowboarden en ijshockey gedaan. Dit leuke programma duurt tot en met de derde klas. Daarna moet je jouw pakket kiezen. Bij mij wordt het N&G (Natuur en Gezondheid) met aardrijkskunde, geen natuurkunde, dat vind ik geen leuk vak. Ik heb gekeken naar vervolgopleidingen en mij lijkt iets met psychologie, sociologie, geografie en techniek wel leuk. Gelukkig heb ik nog even de tijd totdat ik een keuze moet maken voor een vervolgstudie. Sowieso wil ik na mijn eindexamen een tussenjaar nemen, zodat ik kan reizen.”

Andere beoefende sporten en sport in de familie

“Mijn ouders zitten op tennis, dus dat heb ik ook even gedaan toen ik een jaar of zeven was. Ik vond dat ik te weinig leerde op de tennisles en daarom ben ik er al snel mee gestopt. We gaan met ons gezin in de kerstvakantie en in de meivakantie altijd skiën. Sinds een jaar doe ik ook snowboarden erbij. Ik heb veel lessen gehad, dus ik denk dat ik wel goed ben.

Mijn familie is sportief! Vroeger deed mijn moeder aan atletiek en ze is al lange tijd trainer bij AV’23. Mijn vader voetbalde vroeger en doet dat nu weer met een vriendenteam. En natuurlijk mijn zusje Lucy, zij doet ook graag middellange afstanden en verspringen, net als ik.”

Leukste wedstrijd

“De competitie, want dat doe je met je team en je vrienden uit je groep. Je kunt verschillende onderdelen doen. Dat dit vorig jaar allemaal werd afgelast, vond ik erg jammer. Wedstrijden waarbij je alleen moet lopen (zoals de cross) vind ik niet zo leuk. Vroeger deed ik weleens mee met een meerkamp, maar dat doe ik nu niet meer. Onderdelen zoals werpen en hoogspringen vind ik niet zo leuk en doe ik liever niet, dus een meerkamp is het niet echt voor mij.”

Kamp

“Het leukste dat AV’23 organiseert, vind ik het kamp. Het pupillenkamp was altijd met een grote groep en we deden veel spelletjes, het was altijd supergezellig. Vorig jaar was het CD juniorenkamp ook heel leuk. We hadden als C1 toen een hele leuke band met de C2. Het thema was ‘Wie is de mol’, dat vond ik niet per se het leukste, maar de groep was gezellig en daardoor hadden we een hele mooie tijd met elkaar.”

Trainer bij de ini-mini pupillen

“Sinds drie weken ben ik trainer bij de ini-mini’s. Ik doe het samen met hoofdtrainer Rochan Comello. De ini-mini’s zijn zo schattig, ik vind het echt heel leuk!”

Helmut Drabben atleet van de maand april

“Ik ken hem niet, maar ik zie hem weleens op de baan trainen. Wat knap dat hij als master zoveel clubrecords heeft.”