Irene van Wijk (66)

door Monique Admiraal

Zij ontving de AV’23 prijs voor masterdame van het jaar 2018, waarin zij het Nederlands record liep op de marathon voor vrouwen 65+. Bijzonder, want zij maakt haar eigen schema’s en heeft geen trainer nodig om zo hard te kunnen lopen. Irene, een gedreven en gedisciplineerde loopster die ook van gezelligheid houdt, want zij is de drijvende kracht achter de maandelijkse traditie van het samenkomen van de hardloopgroep in de AV’23 kantine.

Hoe lang ben je al lid en bij wie train je?

“Ik ben sinds 1992 lid en zo’n acht jaar licentielid. Dat betekent dat je zelf traint en niet bij AV’23, maar wel aan wedstrijden kunt meedoen vanuit AV’23. De aanleiding om licentielid te worden, was dat ik een blessure kreeg, waardoor ik lang niet op de baan kon trainen. Hierdoor ging ik voor mezelf lopen. Toen ik dat een tijdje deed, vond ik het eigenlijk wel makkelijk; je komt thuis en je gaat lopen. Tegenwoordig train ik vier keer in de week. Voorheen trainde ik vijf keer, twee keer bij de club en drie keer zelf.

Ik ga nog wel een keer per maand op donderdagavond naar de club toe, dan ontmoet ik de andere hardlopers (de meesten van de groep van Jan Mens) ook weer. We spreken dan van te voren met elkaar af. Als ik straks met pensioen ga, word ik misschien wel weer wedstrijdlid, maar nu nog niet, het zelf trainen bevalt mij prima.

Voordat ik begon met hardlopen werkte ik bij een softwarehuis en zij organiseerden een keer een activiteitendag. Ik moest een rondje op de baan doen en dat ging mij tegen verwachting heel goed af. Vlak daarna zag ik in het Amsterdamse lokale sufferdje een oproep om deel te nemen aan een loopgroep van AV’23 met trainer Frans Monden. Ik wist niets van atletiek en wist niet dat er loopgroepen waren, maar ik was blij dat je bij atletiek ook gewoon kon lopen en niet al die andere onderdelen hoefde te doen. Ik sloot mij aan bij de groep en het was zo leuk! De groep was heel gemengd qua leeftijd, mannen/vrouwen, achtergrond en beroep. Het maakte niet uit wat je deed, het ging om het lopen. En Frans was stimulerend en motiverend, hij stak er zelf heel veel tijd in. Iemand van ons groepje kreeg een keer de jaarbeker. Ze liep het langzaamste van iedereen, maar ze had de meeste persoonlijke vorderingen gemaakt. Dat vond ik zo mooi, echt geweldig.

Na Frans Monden heb ik getraind bij Sadhen Bisschops. Hij was een bijzondere man. Zijn naam kwam voort uit de Bhagwan beweging, maar hij was gewoon een Nederlander. Ik heb ook getraind bij Jolanda Schultze, Dirk Bellen en Bas Adams, mijn laatste trainer was Jan Mens. Maar de mooiste herinneringen heb ik aan de trainingen van Frans Monden, want door hem ben ik dit allemaal gaan doen.”

Training

“Ik train zelf en heb een schema voor vier keer per week looptraining en de andere drie dagen doe ik krachttraingen. Ik vind het vreselijk, maar ik moet van mezelf één keer per week intervaltraining doen. Tegenwoordig is dat zes/zeven keer de Schellingwouderbrug op en hard.

Ik train doelgericht, bijvoorbeeld voor een marathon, dan doe ik één keer per week een lange loop van maximaal 35 km. Wat ik het leukste vind, is als iemand mij ergens neerzet. Ik vraag bijvoorbeeld aan mijn man Albert om mij naar Edam of een ander dorpje in de buurt te brengen en dan ren ik terug. Mijn schema heb ik gemaakt op basis van allerlei marathon schema’s. Ik moet daarbij een bepaald aantal kilometers per week halen en dat verdeel ik over de drie dagen dat ik afstanden loop.

Het lekkerst loop ik als zo’n 15-20 km loop op een tempo dat voor mijn prettig voelt. (Dat is nu ongeveer 5.45 minuten/sec per km.)”

-Hoe word je beter?- “Beter is heel erg relatief als je oud bent. Ik liep mijn beste tijden op mijn vijftigste en daarna ging ik achteruit, daar heb ik drie jaar lang last van gehad. Het was heel moeilijk voor mij om dat te accepteren. Alleen, vorig jaar op de marathon, liep ik opeens harder dan ooit gedacht (Nederlands record op de marathon, vrouwen 65+). Waar het door komt? Ik weet het niet, ik doe er niets anders voor.” -Zie website artikel ‘NBMK’, geschreven door Irene, over haar Nederlands record.-

“Wat ik wel nodig heb is een doel om voor te trainen. Ik plan altijd doelen, zodat ik gemotiveerd ben om in de winter door te blijven trainen. En crosstrainen hè; ik fiets ook! In de zomer minstens éen keer per week.”

 Aanmoedigen

“In het jaar dat ik mijn aanmeldde bij de loopgroep van Frans Monden liep ik mijn eerste 10 km. De start was bij de baan en daar begon het parcours. Ajax trainde toen ook nog in de Middenmeer. We moesten rennen over de parkeerplaats waar alle Ajaxsupporters waren voor de voetbalwedstrijd, langs de Middenweg, langs de Kruislaan, alles stond vol met Ajaxfans. Ik weet nog dat een fan riep: ‘Verrek er loopt een vrouw bij!’ Er was tijdens die loop ergens een keerpunt waar een vrijwilliger stond om de weg te wijzen en hij zei: ‘Ziet er goed uit.’ Dat pepte me echt op.

Tijdens deze eerste wedstrijd heb ik twee dingen geleerd; het is fijn om aangemoedigd te worden en het is leuk om anderen aan te moedigen. Dat ben ik later ook gaan doen! Het is zo mooi om te zien dat mensen reageren op wat je zegt. Ik heb zelfs meegemaakt dat atleten mij bedankten voor mijn support. Het is ook heel leuk als mensen een startnummer hebben met hun naam erop. Dan sta je eerst ingespannen te kijken om te proberen de naam te lezen en vervolgens kan je iets roepen waar persoon in kwestie vaak op reageert.”

Beste onderdeel en andere onderdelen

-Irene heeft clubrecords vanaf de vrouwen 45+ op de afstanden vanaf de halve tot de hele marathon. In 2002 liep ze de Marathon in Berlijn 3.24,47 sec (clubrecord vrouwen 45+), 2 jaar later eveneens in Berlijn een tijd van 3.36,45 sec (clubrecord vrouwen 50+). Haar meest recente clubrecord en Nederlands record liep ze bij de marathon van Amsterdam in 2018, tijd 3.48,51 sec.

Irene liep totaal 45 marathons en 16 nog langere lopen. Ze is zelf nooit echt bezig geweest met clubrecords maar heeft wel een logboek met haar snelste tijden op verschillende afstanden, een selectie: 10 km in 46,06 sec, 10 EM in 1.20,31 sec, halve marathon in 1.41,06 sec, hele marathon in 3.24,47 sec en 60 km in 5.47,15 sec. Allemaal tijden die zij liep rond haar vijftigste.-

“Mijn beste onderdeel is de marathon, ik win, in mijn leeftijdsklasse, al jaren achter elkaar ‘de 30 van Schoorl’ en ik win marathons. Op de 5 en de 10 km win ik niet: Ik loop de 10 km in ongeveer 50 minuten, maar daar win ik niet mee, dan zijn anderen sneller. Oudere mensen blijven wel lopen, maar gaan kortere afstanden doen, het aantal deelnemers van mijn leeftijd is wel uitgedund de laatste jaren. Maar laatst bij de marathon van Leiden, waren er toch nog 18 deelneemsters van 60+, bij de Amsterdam Marathon waren er 25-30, dus dan heb je toch nog een aantal tegenstanders.

Ik heb mij voorgenomen dat ik tot mijn zeventigste marathons zal blijven lopen. Maar je weet nooit wat er met je lijf gebeurt.”

Foto Irene
Irene bij de Amsterdam Marathon 2018 (foto: broer Irene)

Andere beoefende sporten en sport in de familie

“Fietsen en en racefietsen, dat deed ik al veel eerder dan hardlopen. Ik ben pas op mijn veertigste begonnen met hardlopen, daarvoor dacht ik dat ik het niet kon. Ik was altijd dat kind dat als allerlaatste gekozen werd met gym. Ik was ook bang om te vallen. Op de lagere school had ik geen gymles gehad en toen ik op de middelbare meisjesschool zat, moest ik allemaal dingen doen die ik voor geen meter kon. Als ik nu zie hoe leuk atletiek is voor kinderen, dan weet ik zeker dat ik het ook geweldig gevonden zou hebben. Mijn ouders deden niets met sport, dat zit er niet in. Mijn broer doet wel aan sport, hij traint voor triatlons (een kwart).

Mijn man (Albert Hingstman) loopt ook, hij is lid van AV’23 en traint bij Jan, maar helaas is hij de laatste tijd wel wat vaker geblesseerd. Het is heel leuk om samen voor een wedstrijd te trainen.

Ik heb een keer meegedaan met het Nederlands kampioenschap Ekiden. Dat is een marathon in estafettevorm waarbij de totale afstand door zes lopers wordt afgelegd. Ik zou de 10 km voor mijn rekening nemen, maar ik liep niet lekker, juist omdat het belangrijk was voor de andere vijf lopers dat ik het goed zou doen. Dat gevoel vond ik vervelend, deze estafettevorm paste niet bij mij.

Wat ik zo leuk vind aan lopen is juist dat anderen niet afhankelijk van je zijn. Als je het fout doet, dan ben jij degene die verantwoordelijk is en niemand anders.”

School/studie/beroep

“Ik krijg al AOW, maar ik mag nog werken. ING is mijn werkgever en ik moet met pensioen als ik 67 ben. Ik maak het wereldwijde risicobeleid voor modelrisico’s. Het is een heel nieuw gebied en het is zo leuk om op je vijfenzestigste te beginnen met iets nieuws en te merken dat collega’s blij zijn dat je gelukkig nog niet met pensioen gaat. Tegenwoordig hoor je veel over algoritmes en dat is eigenlijk wat dit model is. Mijn hele afdeling bestaat uit nerds en ik help hen om gestructureerd en begrijpelijk beleid te maken.

Toen ik jong was mocht ik niet leren van mijn ouders. Na de basisschool ging ik naar de MMS een elitaire school waar meisjes werden opgeleid om een goede partner voor notabelen te zijn, maar het niet de bedoeling is dat zij zelf een belangrijke baan gaan krijgen. Op mijn vijftiende moest ik van mijn ouders kiezen tussen de opleiding tot kleuterleidster of direct gaan werken. Ik koos voor het eerste en heb 15 jaar in het onderwijs gewerkt. Daarnaast ben ik 25 jaar lang bezig geweest met allerlei avondopleidingen. Op een gegeven moment was ik klaar in het onderwijs, heb ik mij omgeschoold en ben ik in de IT sector gaan werken.”

Bijzondere atletiekervaring

“Eigenlijk zijn het er drie! Ten eerste de eerste keer dat ik een halve marathon deed. Dat was de halve marathon van Amsterdam. Nadat ik deze had volbracht, heb ik drie dagen vleugels gehad: dat ik dit kon! De tweede bijzondere atletiekervaring is de marathon van Berlijn, waarbij ik zo lekker liep en ook mijn pr haalde. En ten derde de Amsterdam marathon waarbij ik het Nederlandse record haalde.”

Leukste wedstrijd

“De zestig van Texel, maar daar zit wel twee kanten aan. Enerzijds is zestig km echt ver, op een gegeven moment heb je er genoeg van en wil je eigenlijk niet verder. Anderzijds is het een evenement waar je heel veel plezier aan beleeft. Het is persoonlijk, ze kennen je, het is een kleinschalig loop en het is een mooi eiland.” -Irene schreef voor de AV’23 website meerdere mooie verhalen over de zestig van Texel. Zie o.a. haar laatste column ‘TT’ van april 2019, waarin ze schrijft dat ze de loop nu tien keer heeft gelopen en niet meer de zestig zal lopen, maar dat ze dit gelukkig nog wel in estafette vorm wil doen.-

Vrijwilligerswerk

“Meestal doe ik iets als parcourswacht bij een AV’23 wedstrijd. Een paar jaar geleden hebben we met een groepje de ‘Meer Marathon’ georganiseerd.

Zo af en toe stuur ik een stukje in voor de website. Nee, ik heb niet de behoefte om mijn verhalen te bundelen, ik vraag mij af of het voor een buitenstaander leuk is om te lezen.”

Favoriete TV programma

“Ik kijk graag naar de Tour de France en de Giro d’Italia of andere wielerwedstrijden. Er is weinig atletiek op TV, maar als het er is, dan ga ik kijken. Voetbal kijk in niet en Albert houdt er gelukkig ook niet van, dat is wel fijn. Verder kijk ik naar detectives, maar geen series, het moet gewoon in één verhaaltje klaar zijn. Ik doe ook geen Netflix ofzo.”

Andere hobby’s behalve atletiek

“We gaan veel naar klassieke muziekconcerten, vaak in muziekgebouw het IJ. De IJ-salon is erg leuk, daar heb je een heel wisselend programma. En we gaan met regelmaat naar theatervoorstellingen.”

Benthe de Jong atleet van de maand juli

“Nee, ik ken haar niet. Maar ik vind het geweldig leuk om de kinderen bezig te zien. Ik vraag mij altijd of hoe ze erbij komen om atletiek te gaan doen. Ik denk dat de ouders hebben bedacht, dat atletiek bij hun kind zou passen, of ze hebben bijvoorbeeld zelf als kind aan atletiek gedaan. Het was voor mijzelf als kind ook heel leuk geweest.”